EEN HEERLIJKE HEERSER II

Oliristois 'is een Oödidielijik Pearsooin, Hij fc die wiaaaraehitigie Ood < en ibet 'eeuwige Leven, en aaiiet alLeen een waanaohitig Oa& , 'diocih ook waaraciiitiig, Techftvaardiig mens. Wie is Hiem" gefldjik? Van Hem staat er in PsaJlm 8 : 2: „O Heerte, onize Heere, Stiiae heerlijk ais Uw Naam op de ganisie aaridle. Gij, Die Uwe (majiesteit igesiteld 'hiöbt boven dte Jiemelen", en van Wife Qtiefanius spraik: , J)e OOd 'der iheerlijkheid verscheen onze vader Abraham, oog zijnde 'in Mesopotamiië, eer 'hij woonde lin Haran". Ook Jesiaja zegt van Hem, Jes. 33 : 21: „De Heere zal aldaar hij ons heerlijk izijn". Hij lis het af- 3oMjrni36l van des Vaders heearlijkhaid, en-het xsiiitgediruikitie beeld van 'des Vaders 'zeilfsrbandligheid. Hij wordt genoemd de Koniisng dier heerlijkheid in Ps. 24, en de Heere der heeriijteheod 'in 1 Kor. 2 : 8.

Hoe ver overtirefit Hij aiHie schepselen, nleit aleen als de Zoon Oods, miaar oök als de Middelaar Gods en 'der imensen. Jdh. 1 : 14 izegt: „Het Woord 'is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond, en wij hebben Zijn heerUj'kheid aanschouwd, ©en heerlijkheid alls des Eengeborenen van de Vader, vol van igeniade en waaïheiid". Is Hij het niiet, voor Wie Gods volk aich 'in het sbof buiigt aan Zijm voeten, ja, van Wie Johiannes igebuiigt: „Toen Ik Hem 'zag, viel ik laJls dood aan Zijn voetien"? Hij !is van eeuwigheid af igezalfd igeweesit, gezalfd tot een dirülevouidig lam'bt. Hij ois de Heere 'ails Profeet, een Licht tot verlichtding idier hetidenen, en tot iheerlijkihedd van Zijn volk Israël. Hij verfliicht de 'dud'Sibere iharten, en opent 'der toliiinden 'Ogen, opdat zij de waarheid kennen en daarin mogen wandei'en.

Hij 'is 'de Leidsman 'dargenen, die de 'weg niiet weten, en diie zichzelf kennen als bliindlen en dwazen. Wie I's een Leraar igelijk Hij, Die de opperste Wljsiheid is? Hij is Het, Die in Gods raad stond, en 'het Zijn toinderbens .openlbaart, wat ize 'keninen en weten moeten om zafliig te worden. 'Hij leert ze door Zijn Woord en Geest, Hij apenbaart Z^ich aan Zijin volk, zoalls Hij niet doet aan 'de wereld. Hij openbaart Zicfh 'aan dezulken, die evenals Israël in Babel verloren idraigen te ©aan door zonde en 'dlwaaslhead, 'die 'Zichzelf m^et hun iingebeelde kenmis niet meer 'koiminen redden, maar onlderwij's van God begeren.

Hij is 'ook iheeriijik als Hogepriester, zowel in offerande voor de zonde ZHjms volks •alls in voorbede ibij 'd!e Vader ten goede van de Zijnen. Hij os aJleen Priester, 'en 'Hij is eeuwig Priester, want Hij is Priesiter aiiaair 'de ordening van Meldhizedek; Zijn offer alléén tgeldt maar voor God, in Hem alleen iiigt ide grond, van hoop op ibeihouidieiias. De ziel van 'Gods vodk zoekt nog maar al te veel de grond h, unneir hoop in zichzelf, in hun taanen, igestaaten en werifczaamhieden, 'terwijl de waire grond ligt buiten 'de mens lin Ghitilsitus lalleen, en 'in Zijn eeuiwiggeüdende offeranidle.

Ook is Hij 'de HeerUjikie lals Voorbidder, want och, wat is Gods volk vaak traag en biddeloos in 'mohzelf, vaak is er zölfs geen zucht 'om te zuchten en g'een getoed om te bidden. Bn 'wat zijn de gebeden van 'Gods toinderen niet 'aflitijd miet 'Zonde besm-et en veronitreinfligd. Bovendien heeft OhTiisttus recht op veiiharinig van de gebeden, want Hij bi'dt en pleit op grond van verdiensite, welk'e 'Hij igeduirig voordraagt aan < ée Vader, om 'daarop 'te eisen 'aflles wtat 'tot 'de 'zaliglheid van Zijn volk nodig en nutiüig is. 'Maar niet miinder hieerlijik iis Hij als Qions Koning, heersend 'over alles en overwinnende al Zijn vijianden. Hij wéL ze verpletteren met Zijn ij'zeren scepter, en met de ladem Zijner Idippen zail Hij de goddeilozen doden. Hij heerst in 'de hartien Zijns volks niet miinder, temeer werpend aüles wat zich tegen Hem veirlheftt, vem'ederend de van nature hoogmoedige harten.

Hij söhrijft lodk ffljn wet in ihxtn 'hairt en itarengt tot een nieuwe igöhooraaamheid. Hij Is heerlijk in de ogen van 'Gods voflik, wanneer 'Zij Hem door het 'geloof in ide oefening mogen aanschouwen. Hij is heerlijk in Zijn lamitabelijfce bediening. Ja, iMe bMnd'eir en zondiiger 'zij in zichzelf zijn, hoe heerOijlfcer Cihriistus wordt 'in hun 'Ogen en harten.

Hij is de Heerlijke zowel in de staat Zijnier vemederinig aflis in Ide staat der verhogin'g. Want in Zijn vernedering was Hij heerUjik in Zijn anbevattelijifee Oiiefde, die soeverain, onberouwelijk en 'eeuwigduirend is. Daardioor 'gaf Hij Zitóhzelf over tot de dood, j a de dood des 'fcrufises. Zo lief laatd

Ohittótiuis die ultveriDoarenen, diat Hij hun 2XMiicten op Zloh lüMn en diaarvoor wilde boeten. Hij niaun als Bcasg liiun schuM op T& dti, en - wMd voor ihien toetolen, en diait dioar een zfleis- en JdChiaaanslijdien, ver iboven menselijk ibegrüp. Hij was toeenjlljk in OetHnsémané, voor Kajafes met zijn sanhiedirin, voor Ponitoius Pila^us, voor de spotter Heaxïdies en op heit vloetohouit dies ItoruaiseB. Heerlijk was Hij ook, toen Hij diaair stond met die doomenkinoan op hiet hooM, en die spotmaanbel om die leden Zijns lichaams, en met de rietstok in Zijn liand. Heerlijk was Hij in Ixet iiiitspreken van eilk der zeven kniiswoarden, en voofrail in liet laatste: „Het diS voibraoht".

Niet miindteir, ao mogelijk nog meer 'heeiplijk was Hy 'in zajn opstanidling uit de doden. Hij is igestonven om onae zonden, en opgewekt tot oaiBe reolïbvaardligmiakiinig. Immers, die lopstandlng van CJlmtiisttis lis die igcranü van die rechtvaardiigmialcing, de toron van lonze itevendimafaiog, die fcradht van onze 'hiediloigmiaking en die waartoorig van onize lieeaiMjkimaisanig. Hij is heerlijk als OverWiranaar van de dood en het giraf. Hij heeft getriomfeerd over de iganse hellemacht aüs Sions Komnig. Hij was heerlijk toen Hij 'ten hemel voer om &Eacute;n 'te igaan lin het ibónnenste heiligdiom, Zijn 'kerk toiersitelllend in die 'gemieenschiap met God, ja in liet wederbiengen van de ikerk aan höt Goddelijk VadierihaKtw Hoe heerlijk zit Hij diaar aan dies Vaidieris ireohterihand, alwaar Hij lalitijd'leeft om voor ons te (bidden.

Maar Ohrustus ils niet aUeen die Heerlijkie, maar ook de Heerser, Die uiit hemt, diat lis uit Israël, aal zijn. Hij is naiet aMeen die heeoHijacheiid van Zijn Isiriaëa, miaar Hij is ook de Koning van Sion. Hij beschermt Zijn volk, en verlost Zijn ikeirk van ad haar vijanden, opdat zij niimmeirmeer vallen !5al lm de 'klauwen van de helse boze ©eesiten. Hem. is gegeven allle maöht in hemiel en op 'aarde tot troost van Zijn liieve volk. God die Vader liegdie het zaMgen van Zijn uitverkorenen dn de hiandfen van Christus, de iMlddieiaar Gods en der mensen. En dus zal CShrüstus door Zijn Geest due gegevenen des Vaders overwinnen, lopdat zij van hun izijde ook (hun zafliigheid ziïllen zoeken en vinden in Hem, en lin Zijn gezegende offerande, aan 'het fcrulis ©öbiracht.

Rotterdam-Z

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen