Rondom de debielen (slot)

De protolemiatiiek non'dom het onderwijs aan lonze detoielie ikindieren is groot. Te veel om op te somm'en: theoretische problemen, praktiscihe problemen, problemen van de opleiding van onderwijzersCessen), proiblemen van schoolorganfeatorische aard en niet het minst principiële proble- 'men. De scholen voor debielen zijn als paddestoelen uiit de grond verrezen en het 'aantal is al over de itweehonderd. Er is een ontwaken igekomen, men fe zich bewust geworden, dat er meer 'zorg voor 'de 'ZwakzÈnnigen mo-est zijn. En dat kunnen we toiej'Uichen. Maar dan wil'len we ook 'goede scholen. 'De vraag komt dan al gauw, wat 'dan wel goede scholen zijn. Goede scholen^ waar het 'onderwijs priinoipi'eel, doeltreffend en

vraOhjtdiragend miag zijn. Ditiomderwijs $t©lt ibijzoindieirie easen. Kledoie schiolen. voor bl.o. zijn mmdeir giescMfct. De optsimjale ondeirwijsiriesxiilitiaten berieiifct men — of beter: tean men bteireQiken — met 'die 'zesfclassiige sohocyl. De verh'ouidiinig van de aaiutiaillen jongens en meisjes leveait namelijk m, aeiilij'kihedien op. Die verla'oudiai'g toedraagt 5 : 3. Dart; - vpiiil izeggen, dat er op elke 5 deiMele j'Oinigens 3 debieile meisjes zijn.

Vooral de oudeire medsjes en jongens iielbben be- •hoiefltie aan apart omdeirwijs. Die zijn dus beawaarUjk in één lesilokaal ooadeir te brengen. Voor die gpoitieire 'kinderen is dus klassespditsmg gewensit. En dit breWgt zijn problemen miee voor de ikliassieibezseititajrug. De zeskiassige scliool is dan ideaal. Ons im'aaitsöh/aippelijk ibested wordt steeds getoompMcieeirder. De - vraag rijst: hoe aiüllen we vtoor anae debiele toinderen stnaiks nog een redelijke plaats - vin'den? Het 'onderwijs zal dus zoveel mogelijk dienen aan te sluiten. We 'kunnen luier beter, spreken voor de vorm'inig van deze kinderen. Gevoeit u nu de problemen voor de seliool?

De n'orm.'al'e debdiele' kindierien uit meelevende en 'begrijïwnde ouders, 'heibben nog 'de beste kansen voor opnamje on 'het 'miaatsöhappelijk leven. Ails de 'oudeirs 'geen begrip 'bonen, of onredelijke eisen aan de idag Heggen, dan faalt dit nog al eens. 'De nazorginsibanties sprongen idan wei in de bres en kuninen mee®bal nog wel wat 'bereffifcen, maar hiet wordt moeiUjifcer. Met de debiele kinderen uit de 'a-sodiale gezinnen Is hiet vaak nog moeilijifcer. Doe ouders zijn dikwijls zelf debiel. Als h'ier iniiet speciaal tgezorgd wordt, 'dan komen zulke 'kinderen m een liruriöhitinig terecM, soms worden het voogdijkSntderen.

Dan mogen we wel bedenken 'het grote voorreclDt èn voor ouders èn voor kinderen, als de Heere 'ons met 'Versitand begiftigde en wij hier in 'dit 'leven een plaats irn'ogen inniemen. Niet dat dit alles is. 'Maar hiet is 'groot. We m'oeten imm'ers onae kinderen 'opvoeden. Dat lis en blijft het onvervreemdbare reoht en 'de hoogste pMoht van de louders. 'En dan opvoeden in dit leven voor diit leven, m'aar met 'de grote toesbemmiinig voor de eeuwigheid. Dan kunnen we onze kinderen naiet zo maar zonder meer laan „een" school toebe- 'trouwen. Bn 'dit 'klemt 'nog te meer 'als ons Mnd debiel is.

OevoeOfb u 'de principiële proibliemen? Het is van groot belajnig wie 'hen opvoedt. Ooh, we kunnen oiiiet ailües In eigen han'd hebben, maar staan we er niaar? Zo zouden we lonae 'b.l.'0.-schioilen gaarne bevolkt zien met leerkrachten, die onderwezen zijn lin de 'granidsl'agen 'der Waarhedd. Onsae „Driestar" in 'Gouda kan naiet te veel on'derwijzers(essien) lafl'everen.

Natuurlijk, er mioet 'gewerkt - worden. Beroepsopiealding ils voor onze 'debiele 'kinderen van groot beüan'g. Van m'eetaf mioeten ze 'getraind worden. Arbeidslust en 'arbeidstempo imoeten opgevoerd worden. Maar verwaoht van 'die opvoeding en trainiinig niet •alles. Er zijn wel onverstandige ou'ders, idie 'wiHen, d'at de school hun ikind zover fcrijigt, idat ivan debilitelit niiets m'eer te bespeuren vaJit. Dat kan ni'et. We moeten zo'n kind accepteren als debiel. De meisjes zullen we trainen tol ihudslhau'deüj'k werk, later ze liefst 'gebruiken alls hulp in leigen 'huashouidinig.

'Geld verdienen •moet geen hoofdrol spelen. Dat lis veeliail (het igeval met de meisjes uit de orbeidersgezlnnien. Dan komen ze in een fabrüek terecht en Eijn 'dikwijls verloren. Soms op 17- - of 18-jiartige leeftijid 'getrou'wd m'et 'al de ellenfde 'van 'dien. Beter is 'het ze op te 'VOeden fin eigen gezin voor een 'toekomstige taak 'als moeder. Onae jongens zullen we mieestal nflet thuiïs kunnen hou- 'den. In overleg miet het, hoofd van de 'bil.o.-school en de niazorginstamtie zullen we de beste plaats voor hen moeten zoeken.

Bn, hebben ze een plaats lin ons Cbart, dan izjuden ze 'nii'et imiinider een plaats verkrijigen in onze igebeden, zowel am het ver^borgen ais in onze tafelgebeden. In 'dffit moeitevoil'le leven hebtoen ze meer steun nodig dan 'onze nonnjale fcin'dieren, maar voor beidien, ja ivoor ouders en kinderen, blijft Jezus' woord tot Martha van 'kracht: „0E5én dinig as nodig". Dat „probleem" gieeft oirtoeM aan de troon van Gods genade.

E.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen