Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Kruisdragende Christus I

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Kruisdragende Christus I

Een naar Gods raad opgelegd kruis

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij dan opgestaan zijnde, nam het het Kindeke en en Zijn moeder tot zich in de nacht, en vertrok naar Egypte; en was aldaar tot de dood dood van Herodes. Mattheüs 2 : 14-15a

In die ésagen, iddie acuatea: oms Idiggen, zijn wij luerinmerid aan heifc toetieteeniisviollie fedlt, idiait die miaagd Mariia iiaaa* leersbg'eiboren Zoon te Detlhiielhem baardie, Hem m djoeken wond en niedfiirtliegdie In de Icniibbe, omdiait voor iheniliiedien ©een plaate was in d)6 'henbeng. Wij zijn ©r lop igeiweizen, diait liet geen toeivail was, diait die Zoon van Oodi londieir zultee neidietóge, larmoediiige omstandiiigihieden op aardie ifewiaan. Van teit begon Zij^nier menswosrdtog tJot heit eünide Zijns levens 'op aarde wais Hij iin die 'volile 2Én vian ihiet woord „Kruisdragier", 'cm de zondien Zijns ivoiliks te ibo©ten, en ite Yerweirven „gaiven, mt üer mensien troost, opdat aelfs ihet wedeirhoirig kiroosit aHltijd ibdj 'de Heere eioxi wonen". Pauiias (roept er van uit: „Oij weet de genade van lonae Heere Jeiaiis 'CGtiirisibus, diait Hij om UWenrtwifl. lis iarm geworden, itierwijil Hij rijik was, opdat igij idoor Zijn atrmioede aou'dit irijk warden" (2 Kor. 8:9). Het toersbevianigeille 'iis ten voile een toruAsevangeMie, de Joden een ergiemiis en 'de Orieken een dwaasiiieiiid, maar (hiun, dSe gieiroepen zijn, bei'dlen Joden en Giri'efeen, ds (het een ikracihit 'Gods 'tot zaliigheid, Door de igenade dies Healiiigien Oeestes 'haalit tiet 'kruiisievanigeiiiie de onider zonide en vloek gebogienien op 'Udit grondleloze moddfea-, wa, arin d'etzai'lken 'Zicih. 'leren kennen, door ide reöMie kennis 'hunner veiriliaren staat. Het schrifitgiedieea'te, dat 'tlhans onze aandiacM vraagit, toonlt 'ons de fcruiiisdiragendle Chriisitius, vluohtenid naar, verblijvenid to en tieruigkeirend uit Egypte.

Toen de wijjaen uit tot oositen weer naaor liun eigen land veErtiroMcen waren, versdheen aan Jozef 'in een 'droom de engel des Heeren. Deze gaf Jozef opdiraciDt om met Miaria en !het Kanidielke Jezus naar iEgypte te vluchten, diaair heit 'leven van heit Kind bed> reaigd werd.. Herodes, als ©en ktod en iknecht van de satan, ziou traohten het Ktoid te 'doden. Hoewel 'niiem'anid 'in staaJt zou zijn het naar de bepaalde Taad en voorkennis Gods voorziiene 'lijiden wan die Müididieilaar Gods en der mensien te dioorkru'isen, toch wil 'de Heere, dat Jozef naar EJgypte 23ail igaan, opdat ook daardoor die 'Schrift KOU wonden vervuld: „üit Egypte heto Ik Mijn Zoon geroepen". 'De Z'oon des mensen werd 'in een stal geboren, omidat er voor Hem geen pQaats was m 'de 'herbeoig; thans moet die Zoon dies mensien, die geboren Koniing der Jodien, naar Egypte vluchten, 'omdat ©r voor Hem 'geen plaats is in het iJand d'Sr Joden. Het „geen plaaits voor Hem" lis van ibegin 'tot eind het ileed, dat idruppel voor diruppel de lijden'sibeteer van die Heere Jezus gevuld heeft. iHet begon lal to Bethlehem en het igtoig dioor tot lop GoiLgoithia's ikruin. Püatois oordeeilde dat ide wens d'er Jodien.: „"weg mjet 'Deize, laat Hij geOsmiisiigd wonden" 'zou geschieden. Er was voor Hean geen andieire pJiaais dan aan het 'kruis; er was voor Hem geen 'plaats to het 'land der 'levenden, omdat er 'to het hart van ide natuurlijke mens geen plaats is voor God, Zijn Zoon en Zijn rijk en tevens, omdat er geen landere weg is, waarüiangs God 'aan Zijn 'eer en zondaren 'aan "dezaliigiheiid kunnen kamen.

Geen plaats was ler nieer voor Aidam en Eva to de zaliiee gemeenschap Gods en to het heerlijke paradijs, toen zij moed- en 'vrijwitüMg het paid ider on'gehoorzaamh'etid betraden. De uütdrijving 'udt liet paradijs en ^het stellen van een engel aan de 'togamg van de hof, 'met een uitgetrokken zwaard, predük'ben een niet 'mis te verstane taal. Geen plaats is er to Gods igemeensdhap voor zulken, idlie 'to zon'de ontvangen en to ongerechtiigheiid gebaren zijn, daar Hij 'te reto 'van 'Ogen is, dat Hij het fcwiaad •zou kunnen laanschouwen. Geen plaats lis er to 'Gods zaJlige nabijheid voor zulken, diiie m'et igedachben, woorden en •werken, door zonden 'van bedrijf en nalatiighedid, Gods wet overtraden, .daar een ie'gelijfc vervloekt is, die niiet blijft to al ihetgeen geschreven is to het boek der wet om dat te doen.

Toch 'is het 'Gods 'welLbehagen, d'at itot roem van Zijn barmharüiighedd. mensen izouden delen to Zijn 'Vadergunst, en wonen to Zijn vaderlhuis, zonder 'dat diaardoor aan Zijn .gereöhtigheiid en heüügh'eiid zou worden tekort 'gedaan. Hoe bflijkt uiit Ohrastius' üj'deh de 'diiepte der iwijsheid en 'fcenniis iGods: voor Christus geen plaats, opdat voor 'zonidaren wèl plaats zou 'zijn. In het „igeen plaarts voor Ohrisitus" en „een plaats dioor Chrlsibus" iligt ide 'kern van het BvangeMe van Gods vrijie igenade opgesloten, üit diezse 'kern rijst het •vast 'gebouw van 's Heeren gunstbewijizen, naar Zijn gemaaikt 'bestek, 'op tot roem van Godis goedertdereniheên. Welk een liefderijk ibesitel en 'dat voor zuliken, die Gods vaderMefde hebben versmaad, ja met voeten heibben getreden, zoals dat 'to de gelijkenis van de verloren zoon zo 'treffend wordt uiitgabeeM. M 'het „geen pdaats voor Christus" en „een plaats dóór Ohristus" Mgt een bUjdie boodschap, een 'deur der hoop opgesloten voor „bultensbaanide mensen", die in een weg van smartelijfee ervarto'g, door ontdekkend 'genadeiicht, h-un idoor 'hun izonde van God gesohefiiden staat leenden kennen en ibetreurten, en tevens tot hun geestelijke nood leenden, dat ler vanuit hen geen mogelijikheid 'is lom weer „binnen te komen". God wil immers, dalt laan Zijm gertechtigheiid genoeg gedaan wordt. Toöh lis er idaartoe door Gods onpeiilibaTie genade, igoedlheiid en iMefde een weg, in en door Hem, Die Zilch vrijwMig ten offer igaf aan Gods igerectotSgheid. Niemand 'komt tot de Vader dajn door Hem, miaar door Heim is er dan ook de toegang door één Geest 'tot de Vader. „Komit herwaarts tot Mij, 'die vermoefiid en belast zij't", izo 'sprak de Heere Jezus, „en Ik 'aal u rust geven voor uw zielen". Het is de HeiMige Gee®t, Die bij aanvang en voortgang de bMndheid voor en 'afkeer ivan dUe weg moeten wegnemen, en de ziea vatbaar 'Voor en werfczaann met dSt Evangelie moet maken, om zó idoor 'Hem tet dfö' Vader te gaan, smekend om de vree. Ook diie genade verwierf ide Heere Jezus, Gans hulpelozen, tot Hem gevloden, zaa Hij 'ten Redder zijn. De Heere geve ons, voor het eerst of ibij vemieuiwtog, zó 'werkzaam te mogen zijn met het „geen plaats voor Chnistius" en „een plaats dioor iChiriistus", 'opdat zaüige troost imioige worden geput uit Christus' lijden, venoorzaaJfct door 'de vlucht maar Egypte, en de rust zou "worden gekend, waaruit Paulus sprak: „Wianit dioor Hem hebben - wij de toeganig idoor één Geest tot de Vader" (Ef. 2 : 18).

Scheveningen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 januari 1963

De Saambinder | 4 Pagina's

De Kruisdragende Christus I

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 januari 1963

De Saambinder | 4 Pagina's