Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een man met singuliere gaven 2

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een man met singuliere gaven 2

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In ons tweede artikel gaan wij iets schrijven uit de jeugdjaren van de eertijds zo bekende Ds. H. H. Middel. Zoals wij m ons vorige artikel zagen, was hij reeds op zesjarige leeftijd wees. Het is heel wat, te moeten ervaren „wees" te zijn. Er zijn voorbeelden, dat de verzorging voor wezen heel goed is, maar er zijn ook gevallen, die getuigen van grote ellende en wederwaardigheden. In het jaar 1808 werd in Oude Pekela in tegenwoordigheid van de kinderen het huisraad van hun ouders op een verkoping verkocht. Plotseling zag onze kleine Hendrik dat het kerkbijbeltje van zijn vader te koop werd aangeboden. Dit ontstelde hem zó erg, dat de zesjarige jongen boven de menigte van mensen uitriep, dat zijns vaders Bijbel niet verkocht mocht worden en dat hij deze wilde hebben. Het werd heel stil en niemand had de moed om een prijs te noemen. Daar kwam de notaris en zeide: „Lieve jongen, waarom moet jij juist dat boek hebben? " Onze kleine Hendrik antwoordde: „Mijn lieve vader heeft zo veel met mij uit dat boek gezongen en mij daar zo veel uit geleerd van de hemel, en nu wilde ik graag bij mijn vrome vader in de hemel zijn; en als ik dat boek niet heb, dan kan ik niet vroom worden!"

Maar de afslager op het boelhuis ging door om geld te maken voor het kerkbijbeltje. Ach, men wilde niet luisteren naar kinderpraat. Maar onze jeugdige vriend bleef roepen om het boek van zijn vader. Gelukkig, de mensen kregen medelijden en zijn wens werd vervuld. Wat dacht onze jeugdige vriend nu? Wel, dat hij nu zalig kon worden. Het is vanzelfsprekend een groot voorrecht wanneer wij een Bijbel mogen bezitten. Ook is het groot een bekeerde vader of moeder te hebben gehad, en hun Bijbel als erfstuk te mogen bezitten, maar dat is niet genoeg voor onze zaligheid. Wat is het een vrucht van de vrije Goddelijke genade wanneer het waarlijk ingeleefd wordt:

Heer', ai maak mij Uwe wegen door Uw Woord en Geest bekend.

Is dat uw beleving reeds geworden, lezer? Dat gaat vaak door het onmogelijke heen. Zo vroeg in zijn leven moest onze vriend dus reeds zijn vader en moeder missen. Hij kwam in huis bij een oom, en deze had een logement; dus kwam hij in een heel andere omgeving dan thuis. Daar werd niet meer gesproken over dood en eeuwigheid. Zijn oom bracht hem naar de kerk, maar daar hoorde hij de „algemene verzoening" prediken. Toch was zijn oom wel goed voor hem, maar zijn tante behandelde hem liefdeloos. Dan kan het zo erg zijn, weeskind te zijn. Zonder enige reden sloeg zij er op los en zij dreigde hem dood te slaan als hij het aan zijn oom durfde te vertellen. Het gevolg van deze mishandeling was dat hij dikwijls met blauwe plekken op zijn lichaam zijn weg moest gaan.

De mishandeling werd zó erg, dat hij zijn nood aan zijn grootvader klaagde, en deze zeide dat hij het de Heere moest vertellen. Dit deed onze vriend. Hij ging op een eenzame plaats, opende zijn Bijbel en bad dan op zijn knieën tot God, met de vinger op de Bijbel wijzende: „O Heere, de vromen hebben mij gezegd, zoals vroeger ook mijn vader, dat dit Uw beloften zijn; en nu weet Gij dat ik een wees ben, en dan moet Gij immers volgens Uw eigen belofte mijn Vader zijn! Heere, daar staat het!" Ja, hij hield zijn vinger bij de belofte, opdat de Heere het kon zien, en sprak met ernst: „De vromen hebben mij gezegd, dat Gij, o God, die beloften zult vervullen; en die mensen zullen toch niet liegen". Zo was hij in de eenzaamheid zuchtende tot God.

Mijn lezer, zijt gij zo ook wel eens in de eenzaamheid tot de Heere zuchtende? De jeugdige Middel vertelde al zijn leed aan de Heere. Zijn er nog jeugdige mensen onder de lezers, die tot de Heere roepen?

Zo werd de jeugdige Middel veel geslagen. Als dan zijn oom onverwachts binnen kwam, kwam er wel enige tijd verlichting, maar daarna werd het weer erger. Zo „droeg hij het juk in zijn jeugd". Zijn er nog jongens en meisjes, die dit lezen, waarmede het ook zo gesteld is? O, het mocht uitdrijven naar de Heere. Door de Goddelijke leiding kwam de jonge Middel wel eens bij Gods kinderen. Ook hierom dreigde zijn tante hem met slaag, want die „fijnen" werden in die dagen heel erg bespot. In onze dagen worden wy" geen „fynen" meer genoemd. Wij hebben nu een „goede naam" gekregen, en wie wil nog bij die „fijnen" horen? Het was voor onze Hendrik zo'n weldaad, Gods volk te horen spreken, al was hij dan nog slechts negen jaren oud. Hij begreep alles wel niet, maar voor dat volk had hij grote eerbied. Wonderlijke wegen ging de Heere. Reeds als kind was hij driemaal in het water gevallen, maar hij verdronk niet. De Heere hielp hem uit, hij moest nog bekeerd worden. Op zevenjarige leeftijd wierpen de schooljongens hem van een hoogte; een gevaarlijke hoofdwonde veroorzaakte een verzwering, zodat men dacht dat hij moest sterven. Doch de Heere spaarde hem. De Heere had andere wegen besloten, hij moest nog predikant worden en de Heere zou hem bekeren. Geen mensenkind zou het hoge besluit van God keren.

Sioux Center

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 september 1963

De Saambinder | 4 Pagina's

Een man met singuliere gaven 2

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 september 1963

De Saambinder | 4 Pagina's