Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE WEZENZONDAG

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE WEZENZONDAG

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eén onzer lezers vroeg of het wel juist is de zondag tussen Hemdvaartsdag en Pinksteren de wezenzondag te noemen, wat door velen wordt gedaan. Het antwoord op deze vraag kan eigenlijk „neen" en ook weer , , ja" zijn. Letten wij er eerst eens op wat onder „wezen" moet worden verstaan.

De , , Chr. Encyclopedie" zegt dat dit is: „een ouderloos kind ... In alle talen is aan dit woord, evenals aan weduwe, groot wee, bitterheid verbonden. In het Hebreeuws: de verlatene, die voorlichting en leiding behodt". Een ieder zal verstaan, dat in deze zin de zondag tussen Hemelvaartsdag en Pinksteren moeilijk te zien is.

Ook is het woord des Heeren: „Ik zal u geen wezen laten", wat Jezus sprak vóór Zijn kruisiging en ingaan in de dood, meer van toepassing op hun gestalte toen zij Jezus misten en al het vorige leven afgesneden werd, terwijl zij Hem als hun plaatsbekledende. Borg in de kracht van Zijn opstanding nog niet kenden, dan op deze tijd tussen Zijn ingaan in de heerlijkheid en de komst van de Heilige Geest.

Denk slechts er aan hoe de discipelen op de Olijfberg gesteld waren toen zij hun Heere en Zaligmaker zagen opvaren naar de hemel. Hoe zaligwaren zij daar gesteld. Geen gestalte van gemis, maar van zalige vereniging met Hem, Die van hen opvoer, vervulde hen geheel en al. Heel de aarde met alle rijkdom, eer, aanzien en wat ge ook maar bedenken kunt, had niet de minste waarde bij hen. Zij waren vol in Jezus en mochten door het geloof er iets van ervaren wat het betekende dat Jezus Zijn kerk inbracht met Zichzelf in de herstelde gemeenschap en heerlijkheid Gods.

Engelen waren nodig om ze weer op hun taak hier op aarde te wijzen, want voort leidde hun weg, nieuwe leringen en volzalige vervullingen met de Heilige Geest zouden ze straks ontvangen.

Zo vol zijn ze echter van Jezus, dat wij lezen: , , En zij aanbaden Hem en keerden weder naar Jeruzalem met grote blijdschap", Lukas 24 : 52. Onder dit leven des geloofs kan moeilijk het smartelijke leven van , , wezen" vergeleken worden. Ook bezwaarlijk onder het leven van hen in de tien dagen die tussen de opvaring des Heeren en de uitstorting des Heiligen Geest es waren. Wij lezen immers: , , Dezen allen waren eendrachtelijk volhardende in het bidden en smeken" enz.. Hand. 1 : 14.

En al zou die blijdschap, die ze hadden toen ze van de berg afkwamen, wat verminderd zijn, dan nog kan die gestalte moeilijk op echte „wezen" gelijken, te meer daar ze in het geloof werkzaam waren met bidden en smeken. Wanneer wij echter het woord , , wees" in oneigenlijke zin hierbij in acht nemen, wordt het wat anders. De discipelen hadden immers de voldoening door Christus aan het Goddelijk recht voor al hun zonden, en de verwerving van het onsterfelijke leven voor hen met Zijn opstanding ervaren, doch zouden meer ontvangen, namelijk de verzegeling daarvan in de verzoening en herstelde gemeenschap met een drieënig God door de Heilige Geest, doch Die in Zijn Persoon als de grote Verzegelaar nog niet was afgedaald. Joh. 7 : 39. Van Zijn gewisse komst daartoe had de Heere Jezus gesproken, hun bevelende: , , dat ze van Jeruzalem niet scheiden zouden, maar verwachten de belofte des Vaders, die gij, zeide Hij, van Mij gehoord hebt". En verder: „Gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal, en gij zult Mijn getuigen zijn"., Hand. 1 : 4 en 8. Welnu, die komst in Zijn Persoon en met die vervulling misten zij en daarom waren ze nu biddende en smekende in eendrachtige volharding.

Wil men nu deze gestalte zien getekend op de zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren, dan is daar geen bezwaar tegen, mits men dan het woord , , wezen" in oneigenlijke zin dus beschouwt.' Zulke „wezen" zijn echter gelukkig, want zij blijven geen , , wezen", al moeten ze , , tien dagen" wachten. Bemerk maar hoe vol ze worden door de vervulling met de Persoon des Heiligen Geestes op de Pinksterdag. Waren ze eerst in stilheid levende werkzaam in bidden en smeken, met die vervulling kunnen ze niet langer zwijgen. De Heere Jezus had Zelf gezegd: „Zo dezen zwijgen, de stenen haast roepen zullen", Lukas 19 : 40. Hoe gelukkig is het daarom door levendmakende ontdekking des Heiligen Geestes onszelf te leren kennen als , , wezen", zonder Vader, door onze diepe val en bondsbreuk, en het nodig te krijgen op grond van recht in de verzoende betrekking met God, Die we eerst vanwege de zonde als Rechter, doch door de toepassing van Christus en Zijn gerechtigheid weer als een verzoende Vader mogen leren kennen door de toepassende, verzekerende en verzegelende kracht des . Heiligen Geestes, te worden hersteld.

Rotterdam-W

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juli 1964

De Saambinder | 4 Pagina's

DE WEZENZONDAG

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juli 1964

De Saambinder | 4 Pagina's