Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK EN KERKRECHT 73

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK EN KERKRECHT 73

DE DORDTSE KERKORDE, Art. 21

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De kerkeraden zullen alom toezien, dat er goede schoolmeesters zijn, die niet alleen de kinderen leren lezen, schrijven, spraken en vrije kunsten, maar ook dezdven in de godzalighdd en in de Catechismus onderwijzen.

DE KERKELIJKE ZORG VOOR DE SCHOLEN.

Naar de historische betekenis wil dit artikd niet zeggen, dat de kerkeraden zdf schoolmeesters zullen aanstdlen, maar dat zij bij de Overhdd zouden aandringen dat er schoolmeesters zouden worden aangestdd aaii wie het onderwijs en de opvoeding der jeugd kan worden toebetrouwd. Bij de Reformatie in de 16e eeuw troffen de kerketaden bijna overal scholen aan die uitgingen van de overheid. Het waren overhddsscholen, die door de stedelijke en plaatsdijke magistraten gesticht waren en onder de roomse overheden stonden en de kerkerjaden hadden als zodanig over de school niets te zeggen.

De eerste scholen, zowd bij Israël als bij de Gridsen en de Romeinen, gingen uit van de ouders. In de Midddeeuwen was hd onderwijs hoofdzakdijk in de handen van de kerk, die zich van de scholen bediende om het volk te kerstenen. Kard de Grote bevorderde de oprichting van staats- en kerkdijke scholen. In de 13e en 14e eeuw • waren er in ons land hier en daar wat diakoniescholen, scholen in weeshuizen, maar overigens was het onderwijs bijna gehed afhankdijk van de overhdd. Van meet af aan echter was de Rdormatorische kerk overtuigd van het grote bdang van het onderwijs van de jeugd, maar zij sloot zich aan bij de bestaande toestand van de overhddsscholen. Van med ad aan werd er echter ook op de kerkdijke vergaderingen een Reformatorisch program opgesteld dat de kerkeraden al hun krachten moesten aanwenden om de plaatsdijke scholen, die onder roomse overheden stonden, te reformeren. Meer konden zij aanvankdijk nid doen, omdat hd grootste ded van HoUand toen nog in de macht van Spanje was. Later, na de vrijheid, bleek dat op vde plaatsen het

onderwijs, taigevolge van de wanorde en onrust gedurende het Reformatietiidperk, in een vervallen staat was gekomen.

De heren van stad en dorp stelden menigmaal géhed onbevoegd schoolmeesters aan, zoals koetsiers, palfreniers, kosters; ook nog wd onderwijzers die rooms gebleven waren, en soms ook personen van wie het leven veel te wensen overliet. Hiertegen protesteerden dekerkelijke vergaderingen, maar de synoden moesten deze zaak aan de classes overlaten omdat er geen generale overhad was wat betreft de regeling van het onderwijs. Alles werd plaatselijk en hoogstens provinciaal geregeld. Wd besloot de Synode van 's-Gravenhage 1586 zich tot Leycester te wenden om van hem een generale schoolorde te krijgen. Leycester toch was de gereformeerde rdigie gunstig gezind en zo bood de synode de grasif een concept van schoolorde aan, die dan ook door Leycester werd goedgekeurd, maar verder wdnig heeft uitgewerkt, omdat hij reeds in 1587 vertrok naar Engdand.

De Synode van Dordrecht 1618-1619 stippdde de richtlijnen, die reeds door' de kerk gef^ *- waren, duiddijk uit en voegde er vde nieuwe ' »unten aan toe. Sprak het Convent van W^ r ervan dat een schoolmeester goed moest km*-^.*! dingen om met zijn scholieren bij hd psalmgezang in de kerk Idding te kunnen geven tot bdere odening van hd zingen der psalmen, later werd de overhdd vermaand de onderwijzers een goede salariëring te geven, dat dezebekwaam en kundig moesten zijn om onderwijs aan de kinderen te kunnen geven, ook dat de overhdd mede zou werken dat de onderwijzers de bdijdenis des gdoofs zouden ondertekenen en zich aan de kerkdijke tucht zouden onderwerpen. De kerk was er van overtuigd, dat de schoolmeesters niet alleen de kinderen moesten onderwijzen in hd lezen, schrijven enz., maar ook in de leer der waarhdd: „Maar ook dezdven in de godzalighdden in den Catechismus te onderwijzen".

'sGravenhage

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juni 1965

De Saambinder | 4 Pagina's

KERK EN KERKRECHT 73

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juni 1965

De Saambinder | 4 Pagina's