Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN TROOST ENDE SPIEGEL DER SIECKEN en dergenen die in tijdens zijn, uit die Heilige Schrift bijeen geuoecht en naarstig ghecorrigeert 35.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN TROOST ENDE SPIEGEL DER SIECKEN en dergenen die in tijdens zijn, uit die Heilige Schrift bijeen geuoecht en naarstig ghecorrigeert 35.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tobias vervolgt: Want wij weten (zijn we althans gelovige christenen) dat indien deze onze aardse woonstad onzes lichaams verdorven wordt, dat wij van God een optimmering hebben van de nieuwe woonstad, die niet met handen gemaakt is, maar ons eeuwig bereid is in de hemel. Dat wij nu zuchten en kermen, vertwijfelen en omzien eer wij dit lichaam kwijt zijn, dat komt hiervan dat wij gaarne zien en begeren met die voor beschreven hemelse woonstad overkleed te zijn, zonder deze aardse woonstad en dit sterfelijk kleed des lichaams uit te trekken. Wij zouden deze sterfelijke ellendige madezak graag bij ons houden, omdat wij daar lang gezelschap mee gehouden hebben, opdat op die manier wat sterfelijk is, zónder de dood te lijden door het toekomende leven zou mogen verslonden worden. Maar neen, dat mag zo niet wezen. Het is geordineerd en de mens door God gezet eens te sterven, opdat wij door de scheiding van ziel en lichaam in de aarde achterlaten zullen wat wij van de aarde ontvangen hebben. En wel ons, dat God onze ellende aanziende Zich onzer heeft ontfermd en heeft onze dood door Zijn dood zalig gemaakt. Want Hij is de dood een dood geworden. Alzo dat de dood niets vervaarlijks en gruwelijks in zich heeft dan alleen: zijn momaangezicht heeft hij nog behouden, om de kinderen, die nog kinderlijk en onverstandig zijn in de kennis en geloof Gods, daarmee te verschrikken en te vervaren. Maar voor de gelovigen en verstandigen is hij zijn venijn en kracht al kwijt en wanneer ge de grijn of uitwendige schijn wegdoet, zult ge er geen dood meer in vinden. Treed vrij op de dood toe, spalk hem de kaken op, bezie wat hij in zijn huid meevoert, gij vindt er geen leven, geen kracht of macht in om u te bijten. Daag hem vrij uit om in de baan te komen en hij zal voor u weglopen. Trotseer de dood met al wat hem aanhangen mag, hij k£m u niet krenken noch een haarde aan u verpletten. Zeg vrij met Christus: o dood, waar is nu uw angel? O hel, waar is nu uw glorie? O, zegt Paulus, de dood is geheel verslonden in de victorie van Christus. Daarom is de dood in de Schrift meer een slaap genoemd dan een dood. Hier hebt ge een schoon voorbeeld: de metalen slang van Mozes scheen van buiten een figuur of gedaante van een slang te hebben, wanneer men hem van verre aanzag. Maar als men er bij kwam, vernam men wel dat het een dode slang was, dat hij geen venijn in zich had, dat hij niet bijten noch zijn venijn uitspuwen kon.

Zo gaat het met de dood ook, hij mag van buiten een afgrijselijk gezicht hebben, maar dat huppelen is hem helemaal door Christus benomen, want Hij heeft overwonnen hem, die het geweld des doods had, dat is de duivel, zoals ge nog wel horen zult

Lazarus. Het is een zeer geestelijke uitlegging, die ge mij hier gedaan hebt en ik geloof wel, dat het allemaal is zoals gij zegt en ik ben er ook wel mee voldaan. Maar nochtans merk ik, dat goede lieden, die zulk een geloof wel hebben, toch ook hun leden samen trekken, en zich ontzetten wegens de dood, alsof die dood nog enige macht over hen had.

Tob. Het is waar dat de weg, die ons tot het leven voert eng is en dat de poort des doods nauw is. Daarom kunnen wij in het lichamelijk overlijden de dood niet aandoen zonder persingen en benauwdheid; wat gaat dat de ziel, het leven en de zaligheid aan? Het lichaam moet dit toch ondergaan, het lichaam heeft anders niet te doen, het kan ook anders niet doen dan hochen, krochen, stenen, weenen, krimmelen en wrimmelen (d.i. kuchen, hoesten, steunen, wenen, kramp lijden en zuur zien). Laat de ezel de last maar dragen, het schaadt hem niet Daarom willen wij nochtans de dood niet vrezen. En kan hij anders niet doen dan wat krimpen en trekken over het lichaam brengen, dat is goed door te komen, dat is hem wel gegund, het is alles om een kwaad uurtje te doen. Laat het vlees het testament van Adam tot het laatste toe in zich waarnemen. Het is al zulk een aersslag (onvertaald gelaten, K) wd waard, toch z^ het na de dood mede verrijzen met de ziel in eeuwige glorie Wij bezitten thans niets dan geloof en hoop, waarin wij wandelen; deze hoop en verwachting des toekomenden levens zal ons de droefenissen en weeën van de dood wel doen overwinnen en haastig vergeten. Het is niet meer dan een vlooiebeet, die de ziel niet schaadt; de dood doet ons meer goed dan wij wel denken. Hij maakt aan de zonde een einde, hij verlost ons van veel ellendigheid en verdriet. Hij brengt ons bij God, zendt ons voort in het eeuwige leven.

Laat heidenen en turken vervaard zijn voor de dood, die geen geloof op het toekomend leven hebben, , , maar onze conversatie en gepeins is in de hemelen, want daar verwachten wij onze Heere Jezus Christus, Die ons verworpen lichaam vermaken zal, dat het gelijk worde aan Zijn verheerlijkt lichaam". Indien wij voor de sterving des lichaams deze hoop niet hadden, maar alleen in dit leven en niet verder op Christus hoopten, zo weiren wij de verworpensten van alle mensen (Sint Paulus, 1 Kor. 15). „Maar nu is Christus gestorven en wederom verrezen, opdat wij door Hem in een nieuw leven zouden verrijzen. De dood is de laatste vijand, die ons scheidt van het leven. Die moet ook eens in ons overwonnen worden. Christus is tevergeefs gestorven wanneer Hij het recht en geweld van de dood niet heeft weggedaan. Christus is van de dood niet opgestaan, als wij in de dood moeten blijven. En is Christus niet verrezen, zo is ons geloof van gener waarde, zo blijven wij in onze zonden verdoemd, zo is de Schrift gelogen, zo zijn ook de profeten en apostelen valse getuigen van God geweest; dat zij verre! Want Christus is gestorven en verrezen opdat Hij over levenden en doden heerschappij zou hebben. Zoals wij nu allen in Adam sterven, zullen wij in Christus levend gemaakt worden. Van welke levendmaking Christus ons het eerste bewijs gegeven heeft in Zichzelf. Daarom zegt de heilige Paulus zo, dat het zaak is, dat de Geest, Die Jezus opgewekt heeft van de dood, in u woont; diezelve Geest zal ook uw sterfelijk lichaam levend maken door de Geest Die daarbinnen woont

R.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 1965

De Saambinder | 4 Pagina's

EEN TROOST ENDE SPIEGEL DER SIECKEN en dergenen die in tijdens zijn, uit die Heilige Schrift bijeen geuoecht en naarstig ghecorrigeert 35.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 1965

De Saambinder | 4 Pagina's