Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Pinkstergemeenten 3

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Pinkstergemeenten 3

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige keer zagen wij hoe Paulus in 1 Cor. 12 spreekt over de Geestesgave (tongentaai, profetie enz.). Paulus wijst in dat hoofdstuk erop, dat de gdovigen in Corinthe te ved streefden naar het buitengewone, naar die bijzondere Geestesgaven en men het gewone en blijvende teved uit het oog verloor. Daarom dndigt hij in 1 Cor. 12 met de woorden: „Doch ijvert naar de beste "gaven; en ik wijs u een weg, die nog uitnemender is."

Paulus zegt hier dus, dat de gdovigen in Corinthe meer moeten streven naar de beste, de hoogste gaven. Dat is' de weg, die uitnemender is, zegt hij, of wd de weg, die verder omhoog voert.

En wdke zijn nu die hoogste gaven? Wd, daar gaat Paulus op wijzen in het volgende hoofdstuk^ 1 Cor. 13 en daar zullen wij zien, dat de hoogste en blijvende Geestesgaven zijn: Gdoof, hoop en liefde.

Wat de Piiücsterbeweging zo hed bdangrijk acht, namdijk de bijzondere Qeestesgaven van tongentaai, profetie etc, dat ziet de apostel hier duidelijk als iets van lagere orde, iets wat echt niet zo bdangrijk is. De hoogste Geestesgaven — de weg, die verder omhoog voert — zijn gdoof, hoop en liefde.

En dan gaat Paiüus in 1 Cor. 13 er ook duidelijk over spreken, dat de hoogste Geestesgaven ook aUeen blijvend zijn en dat al het andere voorbij gaat. Hij schrijft immers in 1 Cor. 13 : 8: , , Hetzij profetieën, zij zullen te niet gedaan worden; hetzij talen, zij zuUen ophouden; hetzij kennis, zij zal te niet gedaan worden." Met die talen bedodt de apostd hier de tongentaai. En met die kennis wordt hier niet de gewone kennis aangeduid, maar de , , gnosis", dat was ook een bijzondere Geestesgave, waardoor men bijzonder werd ingdeid in de heügehëimen Gods om deze te mogen weten en doorzien.

Hier zegt Paulus 'dus heel nadrukkdijk, dat al die bijzondere Geestesgaven zullen ophouden, zij zijn tijdelijk. Maar, schrijft hij in vs. 13: „En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie." Hier wordt dus heel duidelijk door Gods Woord ons gdeerd, dat alleen geloof. hoop en liefde de blijvende Geestesgaven aan de kerk zijn.

Al die andere Geestesgaven, waarop de Rnksterbeweging zulk een nadruk legt, gaan voorbij. Zij hebben slechts bijkomstige, tijddijke waarde. De kerk moet er dgm ook aan ontgroden. Want Paulus schrijft in VS 11: , , Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, was ik gezind als een kind, overlegde ik als een kind; maar wanneer ik een man geworden ben, zo heb ik te niet gedaan hetgeen eens kinds was." De bijzondere Geestesgaven, de charismata, behoren dus tot het kinderlijk stadium van de kerk, het stadium van de pas ontstane gemeente.

In het kinderlijk stadium, in het begin dus, had de gemeente deze bijzondere Geestesgaven nog nodig. De pas bekeerde kinderen konden deze gaven nog niet missen. Ze hadden hen nodig tot versterking van hun nog zwakke gdoof. Maar wanneer de kerk tot volwassenheid gaat komen, dan moeten ze afleggen, zegt Paulus, wat bij het kind-zijn behoort, dan moeten ze dus die bijzondere gaven kunnen missen.

De Corinthen waren ook nog niet ontgfodd aan het kinderlijke stadium en daarom adviseert Paulus de tongentaai daar niet_ te bdemmeren. Zij kunnen ze nog niet missen. Maar wat is de apostolische controle bij dit kinderlijk gestamel blijkbaar nog nodig! Paulus stelt dus heel uüdrukkdijk in 1 Cor. 13, dat die bijzondere Geestesgaven zullen verstommen in de tijd, dat gdoof, hoop en liefde er nog zullen zijn.

Dit heeft God ook duiddijk aan de kerk getoond. Na de dood van de apostelen en bij het wegvallen van hun controle erover, laat God de charismata Zelf ophouden. Want. steeds meer raakt de kanon van het Nieuwe Testament klaar en daarom, nu het meerdere kwam, namelijk het geschreven Woord van God, nu kan het mindere, de bijzondere Geestesgaven, wijken

Deze tekenen waren er alleen maar voor het begin, toen het geschreven Woord van God nog niet gereed was en de kerk in haar kinderlijk stadium, als jonge gemeente uit de heidenen, deze tekenen nog nodig had tot versterking van haar nog zwakke geloof.

Daarom, de Pinksterbeweging, die deze bijzondere Geestesgaven weer wil beoefenen, wil terug naar wat Paulus noemt: het kinderlijk stadium van de kerk. Maar wat toen kinderlijk was, is vandaag kinderachtig. Zou de Heere al die eeuwen door, ook in de dagen van de Reformatie en van geestelijke bloei. Zijn kerk dan eigenlijk bedrogen hebben, door haar de volle Geestesdoop te onthouden, terwijl Hij die nu in deze tijd uitgerekend aan de sekten zou schenken? De vraag stellen is haar beantwoorden.

Gouda

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1965

De Saambinder | 4 Pagina's

De Pinkstergemeenten 3

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1965

De Saambinder | 4 Pagina's