Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK EN KERKRECHT 83

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK EN KERKRECHT 83

DE DORDTSE KERKORDE, ARTIKEL 23c.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

en de bezoeking te doen, naardat de gelegenheid des tijds en der plaats, tot stichting van de gemeente, zo vóór als na het Nachtmaal kan lijden, om bijzonder de lidmaten der gemeente te vertroosten en te onderwijzen, en ook anderen tot de Christelijke Religie te vermanen.

HET HUISBEZOEK,

Het geestelijk opzicht over de leden van de gemeente geschiedt voornamelijk door middel van het huisbezoek. Het huisbezoek is de ambtelijke, vertrouwelijke, herderlijke zorg van de leden in hun huizen. Dit huisbezoek is gegrond op de Schrift, die ons leert dat Christus Zelf niet alleen voor gehele scharen heeft gepreekt, maar ook de gelovigen apart opzocht en onderwijs gaf. Denk aan het gesprek met de Samaritaanse vrouw, de vertroosting van de boetvaardige zondares (Luk. 7). De Heere zocht de wenende Maria op (Joh. 20) en herstelde de gevallen Petrus weer in zijn ambt. De apostelen kregen de opdracht om niet alleen het Evangelie te verkondigen in het algemeen, maar ook om in de huizen het Evangelie te prediken (Matth. 10 : 12) en de schapen apart te weiden (Joh. 21 : 15-17). Zij moesten in de huizen de ongeregelden vermanen, de kleinmoedigen vertroosten, de zwakken ondersteunen (1 Thess. 5 : 14). Zo sprak Filippus met de kamerling. Petrus met Cornelius, Paulus met Lydia.

Reeds in de vroegste tijden van het bestaan der Christelijke kerk vinden we sporen van het huisbezoek. Weduwen, wezen, armen en zieken moesten bezocht worden. Ook de , , gevallenen" moesten weer opgericht worden om hen weer terug te brengen in de christelijke gemeente. Onder de gevallenen (lapsi) verstond men diegenen, die van de ware godsdienst teruggevallen waren tot het heidendom, wat dan meestal gebeurde in de tijd van de hevige vervolgingen. Van het begin af aan oordeelde men, dat het algemeen bedienen van het Woord Gods niet genoegzaam was. Men stelde ook de bijzondere verzorging tot een verplichting van de herders en dienaars.

In de tijd van de middeleeuwen tot de Reformatie was de kerk geheel rooms geworden en was ook de pastorale verzorging essentieel (wezenlijk) van karakter veranderd. De nu roomse kerk stelde in plaats van het huisbezoek de biecht in. Te zeggen, dat het huisbezoek door , , de herders der gemeente" geheel niet meer plaats vond, is niet geheel juist. Wel werd toen ook door b.v. de Franciskanen en door vele pastoors en kapelaans aan pastorale verzorging door huisbezoek gedaan, maar deze persoonlijke gesprekken van de priester met de parochiaan droegen een meer uiterlijk en algemeen karakter. De echte zielszorg werd geoefend in de biecht; waar , , herder en schaap" elkaar ontmoetten. Dit grote onderscheid en verschil was er echter met de biecht gekomen, dat in de biecht als een sakrament, de priester de pastorale verzorging niet als herder maar als rechter doet. In de biecht was de pastorale verzorging rechtspraak geworden. In de biecht moet de biechteling zijn zonden belijden en de rechter-priester beoordeelt de maat der schuld, hij bepaalt de voldoening en hij spreekt de absolute vrijspraak uit. Op deze wijze verbindt Rome nog de zielen aan de kerk, en de priester is de onmisbare middelaar tussen Christus en de leken. De biecht draagt nog een geheel juridisch karakter, waar de biechtvader in naam van de kerk een vonnis voltrekt van vrijspreken (absolveren) of van absolutie weigeren of uitstellen. Het 4e Lateraans concilie v£m 1215 stelde de verplichte jaarlijkse oorbiecht vast voor de gehele roomse kerk.

De reformatoren, zelf in de roomse kerk geboren en groot gebracht, kregen met de biecht te maken, zij moesten in deze ook het bijbels standpunt bepalen. Zoals in de gehele liturgie zocht Luther het bestaande te zuiveren van het roomse en er een bijbels karakter aan te geven. Zo behield hij dan ook de biecht als kerkdijk gebruik in stand, maar hij bestreed in de biecht de rechterlijke uitspraak en de dwang tot de biecht. Luther legde het zwaartepunt in het ware berouw over de zonden en in het ware geloof, en die biecht was voor allen een hulp en troost tegen een schuldig geweten, niet een rechterlijke handeling.

Tegen Karlstadt, één van de leiders van de doperse richting te Wittenberg, die de biecht voor het Avondmaal geheel wilde afschaffen, , zei Luther: „Onze God is niet zo karig, dat Hij voor ons slechts één absolutie heeft om ons geweten te sterken. Ik ken de duivel. Had gij hem ook zo goed gekend als ik, gij zoudt de private biecht niet in de wind geslagen hebben". Toch was Luther zelf zeer getrouw in het bezoeken en vertroosten van zieken en stervenden, al was dit dan geen officeel huisbezoek. In het algemeen gesproken is in de Lutherse kerk het officiële huisbezoek dan ook voorts tot een kerkelijke gewoonte, geworden. In het algemeen gesproken heeft het Lutheranisme nooit goed het grote belang van het huisbezoek der gemeente ingezien. Dit werd ook in de hand gewerkt door het sterke accent te leggen, dat de prediking en de bediening van de sacramenten genoegzaam zijn voor de verzorging van de gemeente. Hier en daar heeft de Lutherse kerk het voorbeeld der gereformeerden nagevolgd, zoals b.v. in Zweden, wa£ir het huisbezoek wel ingang vond.

Een volgende keer iets over het gevoelen en het standpunt van Calvijn en de gereformeerden inzake het huisbezoek.

's-Gravenhage

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 december 1965

De Saambinder | 4 Pagina's

KERK EN KERKRECHT 83

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 december 1965

De Saambinder | 4 Pagina's