Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jozua de zoon van Nun 11

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jozua de zoon van Nun 11

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Terwijl de kinderen Israels te Gilgal gelegerd lagen, zo hielden zij het Pascha op den veertiende dag derzelve maand, in de avond, op de vlakke velden van Jericho. Bij de uittocht uit Egypte had de Heere het Pascha ingesteld, en dat niet alleen voor het volk, dat uit Egypte trok, maar ook voor de navolgende geslachten. Een mannelijk lam van een jaar oud zonder enig gebrek, moest voor elk gezin van de tiende tot de veertiende van de maand Nisan afgezonderd worden, en dan in de namiddag geslacht worden en staande gegeten, de lendenen omgord. Elke Israëliet moest het Paaslam eten, de onreinen uitgezonderd, terwijl in Egypte het bloed gestreken werd aan de bovendorpel en aan de zijposten der woningen, ten teken voor de slaande engel des verderfs, die voorbij trok. Behalve bij de uittocht, werd het nog eens gevierd in het tweede jaar van Israels verblijf in de woestijn. Num. 9 : 1-4. Daarna lezen wij er niet meer van, dan weer in Joz. 5 : 10.

Het Paaslam had een zeer bijzondere betekenis, vanwege de betrekking, die het had op Christus. Het Paaslam schaduwde Christus af. Die het volkomen Lam Gods was, en Die in manlijke kracht satans kop vermorzelde. Christus is van eeuwigheid afgezonderd. Gelijk Israël in Egypte veilig was achter het bloed des verbonds, zo worden de gegevenen des Vaders vrijgemaakt uit de staat der ellende door het bloed van Christus, Die Zichzelf aan het kruis geofferd heeft. De Heere Jezus stierf op Golgotha juist op tijd, toen het Paaslam werd geslacht, terwijl aan Hem geen been gebroken is, gelijk het voorschrift was, dat van het Paaslam geen been mocht gebroken worden. Bij het slachten van het Paaslam kwam de maaltijd van ongezuurde broden en bittere saus, hetwelk op de heiligmaking zag. Met de zuurdesem werd in het deeg een beginsel van bederf ingebracht om het deeg te doen rijzen. Maar die verderfwerkende zuurdesem moest Israël met Pasen in zijn koeken niet inbrengen, zeKs mochten zij die niet in hun woningen hebben. Deze ordinantie Gods was onderpand van en legde tevens de roeping op tot heiligmaking.

De bittere saus zag op het bitter lij den van Christus en op de bitterheid der zonde, die moest gedood worden. Het door God ingestelde Pascha was dus niet alleen een duidelijk teken van Christus en de verlossing door Zijn bloed, maar een sacrament dat die zaligheid in Christus verzegelde. Het was een teken en zegel van het genadeverbond, hetwelk Jozua en het gelovig Israël door het gebruik er van moesten inwilligen met verloochening van zichzelf en met afzien van alles buiten Hem, opdat alleen gesteund zou worden op de onverbrekelijke trouw van Jehova, de God des Verbonds.

En zij aten van het overjarige koren des lands, des anderen daags van het Pascha, ongezuurde' broden en verzengende aren juist op dezelfde dag. En het man of manna hield op des anderen daags, nadat zij van des lands overjarige koren gegeten hadden, en de kinderen Israels hadden geen man of manna meer, maar zij aten in hetzelfde jaar van de inkomst des lands. Wat zullen de Kanaanieten verwonderd en bang geworden zijn, toen zij de menigte Israëlieten zagen en wat zij toch deden. Het was zo vreemd, dat het krijgshaftig volk eerst een godsdienstige plechtigheid scheen waar te nemen. En waar naar Lev. 23 : 10, 11 op de morgen na de paassabbat de garf der eerstelingen voor het aangezicht des Heeren -moest bewogen worden, zodra zij in het land zouden gekomen zijn, hetwelk God hen geven zou, zo werden zij hiertoe voorzien van de vrucht des lands, die juist begon rijp te worden. Zodra hadden zij niet gegeten van het overjarig koren des lands, of het manna hield op. Dat was duidelijk, dat het manna niet door een of andere natuurlijke oorzaak, maar door Goddelijke wijsheid en goedheid hun gegeven was tot onderhoud des levens in een onvruchtbare en droge woestijn.

Het was er toen Israël het nodig had. Toen er ander goed voedsel was, hield het op. Welk een goedertieren en welddadig God had toch dat Israël. Hun brood was zeker en hun water gewis, gelijk de belofte is voor al het geestelijk zaad van Abraham door alle tijden. Indien er maar meer geloofsoefeningen mochten wezen, zij zouden zich er op verlaten en in verblijden.

Israël moest door het ophouden van het manna ook leren, dat geen buitengewone voorzienigheid te verwachten is als de meer gewone middelen aanwezig zijn. Als God met Israël naar Zijn recht en naar hun zonden gedaan had, zou het manna opgehouden hebben toen zij in hun opstand en vijandschap zeiden: „Onze ziel walgt van dit zeer lichte brood". Maar ondanks hun minachting voor die kostelijke gave Gods, liet de Heere het manna blijven, , en nu zij het niet meer nodig hadden hield het op.

De Heere handelde met Israël gelijk een wijze vader, die de behoeften van zijn kinderen kent. Het Woord en de inzettingen Gods zijn te achten als een geestelijk manna, waarom wel eens gezegd wordt: God onderhoudt Zijn volk met geestelijk manna in de woestijn dezer wereld, totdat zij mogen gekomen zijn in het hemelse Kanaan. De woestijnreis was voor Israël ten einde, en een nieuwe leiding Gods was begonnen.

Voorts geschiedde het, als Jozua bij Jericho was, nadat de feestdagen voorbij waren, en hij zich bezig hield met het plan Kanaan te veroveren, dat hij zijn ogen ophief en toezag, en ziet er stond een man tegenover hem, die een uitgetrokken zwaard in zijn hand had. En Jozua ging tot hem en zeide tot hem: „Zijt Gij voor ons, of van onze.

Werkendam

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 1966

De Saambinder | 4 Pagina's

Jozua de zoon van Nun 11

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 1966

De Saambinder | 4 Pagina's