Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK EN KERKRECHT 99

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK EN KERKRECHT 99

DE DORDTSE KERKORDE, artikel 25

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Der diakenen eigen ambt is, de aalmoezen en andere armengoederen naarstelijk te verzamelen en dezelve getrouw en vlijtig, naar de eis der behoeftigen, beide der ingezetenen en vreemden, met gemeen advies uit te delen, de benauwden te bezoeken en te vertroosten, en wel toe te zien, dat de aalmoezen niet misbruikt worden, waarvan zij rekening zullen doen in de kerkeraad, en ook (zo iemand daar bij wilzijn) voor de gemeente, tot zulken tijd als de kerkeraad het goed vinden zal.

Naast de gaven in de kollektezakjes, die in elke kerkdienst gegeven worden, zijn er de gaven die gegeven worden bij Doop en Avondmaal. Naar de aard en het karakter van de sacramenten zijn de gaven, die hierbij extra gedaan worden, dankgaven. Liefdegaven, die gegeven worden uit dankbaarheid voor de ontvangen weldaden van Gods barmhartigheid.

Gaven der liefde, die dan voor de armen der gemeente worden gegeven. Ook bij het houden van het Heilig Avondmaal is het geheel naar de gewoonte van de oude christelijke kerk, dat de offergave bestemd is voor dé diakoniekas. De kosten voor het Avondmaal behoren tot de eredienst en moeten daarom uit de kas van de kerk betaald worden.

Dr. Bouwman in Geref. Kerkrecht schrijft echter, dat men hier geen bindend voorschrift kan geven. „Elke kerk doet wat zij in de bijzondere omstandigheden het meest wenselijk oordeelt. De kerkeraad heeft de leiding der gemeente, en bepaalt welke kollekten er moeten gehouden worden, en welke de bestemming van elke kollekte is. De kerkeraad heeft dit aan de gemeente bekend te maken, opdat de leden der gemeente weten waarvoor zij geven. De kerkeraad heeft nid het recht om aan de gdden een andere bestemming te geven dan waarvoor zij gegeven zijn".

Naast de gewone kollekten voor de diakonie heeft de kerk vanouds ook wel naar andere middelen omgezien om de diakoniekas te steunen. Te Geneve gaven de diakenen tijdens het leven van Calvijn de preken van hem uit en verzamelden op deze wijze geld ten bate van de diakonie. Later gebeurde het in ons land, dat op sommige dorpen de diakenen lijkkleden verhuurden ten voordele van de armenzorg. Ook schenkingen en legaten kunnen aan de diakonie worden gedaan. Maar geweigerd moeten worden die gaven, waarbij de gemeente door hd aanvaarden ervan op één of andere wijze afhankelijk zou worden van de overheid, en de vrijheid en de zdfstandighdd van de kerk in het geding zouden komen. Niet alle middden zijn goed te keuren, en de kerk mag de gewoonten van de werdd niet navolgen om door middel van loterijen, liefdadigheidsvoorstellingen, baten verkregen uit de voetbaltoto enz., de diakoniekas te vullen. In de kerk moet liefde de drijfkracht zijn van het weldoen. Ook mag de kerk geen geld aannemen, dat door oneerlijke praktijken is verkregen. Zulke aanbiedingen moeten door de diakonie worden afgewezen, en de gever moet worden vermaand om het oneerlijk verkregen geld terug te geven. Toch kunnen er wel eens moeilijkheden opdoen. Zo kan b.v. iemand, die door een onkuis en zondig leven zijn geld verdiend heeft en nu tot waarachtige bekering is gekomen, het op verkeerde wijze verkregen geld nid meer teruggeven. Toch wü hij van dit , , gewdensgdd" af, door het aan-de diakonie te gevea Mag dit dan aanvaard worden?

Gerdormeerde schrijvers van vroeger (Voetius, Kodman) hebben het als geoorloofd beschouwd, dat geld voor de armenverzorging wordt aanvaard, wanneer teruggeven niet meer mogelijk is en de gever oprecht berouw heeft over zijn oneerlijke praktijken. Voetius heeft gezegd, dat men moet onderscheiden tussen de gevers en de kerk, die het geld ontvangt. Wanneer iemand iets op onrechtmatige wijze heeft verkregen, dan is hij verplicht het terug te geven en hij mag het niet weggeven aan een ander. Maar weet de diakonie er niet van, dan behodt zij niet eerst een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop de schenker het gdd hedt verkregen. Doch is de diakonie er mee bekend, dan mag zij het aangeboden gdd niet aannemen, want zij zou zich schuldig maken aan de zonde van de did.

In de prediking van Gods Woord mod ook er op gewezen worden, dat ieder met vlijt en ijver en met eerlijke middelen zijn brood en geld moet verdienen, dat men te midden der wereld in ambt en beroep als rechtschapen en goede christenen heeft te leven voor God en voor zijn naaste, dat de godzaligheid tot alle dingen niet is. En wanneer deze prediking vruchten draagt, zal het voor de kerk des Heeren een schone zaak blijven om door ruime milddadigheid de eer van Christus op de houden door aan de armen christelijke handreiking te doen (H.C. vr. 103).

's-Gravenhage

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 augustus 1966

De Saambinder | 4 Pagina's

KERK EN KERKRECHT 99

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 augustus 1966

De Saambinder | 4 Pagina's