Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een ongedachte verrassing 4

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een ongedachte verrassing 4

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

4.

o wanneer ik dit alles neerschrijf, dan zou ik met Ledeboer wel willen zeggen: Och, dat ik niets anders dan tranen ware, om God te bewonderen, om Zijn werk te bewonderen, om Zijn wegen te bewonderen, om een ogenblikje als boven het stof der aarde met David te zeggen: Met deze dienstmaagden, waarvan gij zeidet, met dezelve zal ik verheerlijkt worden. Dan is het geloof, dat door de liefde werkt in dadelijke oefening; dat geloof, dat aüe twijfel buitensluit, maar ook dat geloof in Christus, en in Zijn volbracht werk, dat hen er insluit door de onwederstandelijke en toepassende kracht des Heiligen Geestes. O wat is het dan een verwaardiging om met dat volk samen te mogen zijn en een kruimeltje mee te mogen eten van die overvloed, die God ze uit vrije genade heeft geschonken. En dat alles uit het vrije en soevereine van dat

lieve, ondoorgrondelijke, onbevattelijke van Zijn eeuwig welbehagen in Christus Jezus, door de Heilige Geest. Dan gevoelen wij iets in ons hart van wat wij lezen in 2 Kon. 7 van de melaatse mannen, die zeiden bij de wonderbare redding van Samaria: Wij doen niet recht, deze dag is een dag van goede boodschap, en wij zwijgen stil. Indien wij vertoeven tot de lichte morgen, zo zal ons de ongerechtigheid vinden, daarom, nu komt, laat ons gaan, en dit aan het huis des Konings boodschappen. O, als God ruimte geeft in Christus, dan is het waarlijk ruim. Dan zijn wij niet nauw in onze ingewanden, dan is hart verwijd en verblijd. Als Gij mijn hart verwijd zult hebben, zal ik het pad Uwer geboden lopen. Het moet altijd maar weer van boven komen. O, die innerlijke bewegingen van Gods barmhartigheid in Christus Jezus over Zijn ellendig en arm volk, wat zijn ze wonderlijk en groot. Dan zijn er ogenblikken: als dezen zwegen, de stenen zouden gaan spreken. Dan is het: Ik wenste, dat ik niet anders was dan tong, Die van deze Koning zong.

De Vader, de bewegende Oorzaak, de Zoon de verdienende Oorzaak, de Heilige Geest, de bewerkende en de toepassende Oorzaak der eeuwige zaligheid. Werkelijk, dan worden het wateren der zwemming. Wat een wonder, zoveel tijden, dat het zo droog en zo dor is, in een land dor en mat zonder water. Maar bij U is de Fontein des levens, en in Uw licht zien wij het licht. En dat alles zo ongedacht en zo onverwacht. Dat volk kan het niet verwachten, en durft het niet te verwachten. Doch de Heere doet het om Zijns Zelfs wil, verkwikkend hen ter goeder uur. Dat volk valt er buiten, opdat God alleen in alles aan Zijn eer zal komen. De Heere bereidt een maaltijd voor Zijn volk in de woestijn, en Hij sterkt Zijn erfenis als zij moede en mat is geworden. Wat zijn er tijden, dat die ziel zegt: O God, zal het nog wel eens "ooit veranderen, zal ik nog wel eens ooit blij worden en zijn, zal ik nog wel eens ooit geloof mogen beoefenen, zal ik U nog wel eens ooit lief mogen hebben als in de dagen van weleer? En zie, daar op het alleronverwachtst, daar komt de Heere zo verrassend, zo hartinnemend, zo hartvernederend, zo hartopwekkend en verblijdend. Neen, dan is Hij geen dorre woestijn, noch een land van uiterste donkerheid. En dan is het alles maar verwondering en aanbidding. Dan zegt de ziel: Heere, dat U nu mij daartoe wilde verwaardigen. Niet waardig, dat Gij ondermijn dak zoudt inkomen, en nu komt Gij met Uw zielzaligende en hartvervullende en allersgoedmakende tegenwoordigheid in de Zoon Uwer eeuwige liefde. Ik zal Mijn liefhebbers doen beërven wat bestendig is, en Ik zal al hun schatkamers vervullen. Ja, de kerk van de oude dag. zong er van: Uw komst is het, die mijn heil volmaakt. En (Ps. 73 : 13): Als ik dan U heb, o Heer' mijn Zou dan iets anders mijn God zijn, Zoud' ik ergens groot ofte kleene Een God hebben dan U allene?

Nu moet ik weer afbreken. Een ogenblik adem mogen halen. Na zoveel bange tegenspoed. Een ogenblikje mijn hart mogen luchten. O dat het was in Zijn lieve gunst, tot de eer van Zijn driemaal heilige Naam, tot de verhoging van Christus, en dat het nog wezen mag tot de opwekking van een neergebogen ziel. O, als het recht ligt, dan leven wij niet voor onszelf. We kunnen de genade niet mededelen, maat toch is de genade zo gunnend. Vaak zinken we zo diep weg, maar als God ons weer eens opricht uit de drek der zonde en der ellende, en onze voeten op een rotssteen stelt, dan is er de begeerte om God groot te maken. Hij is mijn Rotssteen, en in Hem is geen onrecht. De Heere mocht om Zijns Zelfs wil deze arme regels en woorden nog zegenen en bedauwen met Zijn Heilige Geest tot ontdekking, vernedering, beschaming, maar ook tot opwekking en bemoediging van dat volk, dat het geklank kent. Het is uit liefde geschreven uit het hart, tot het hart van dat naar God zoekend, zuchtend, verlangend, hongerend en dorstend, uitziend volk. Hier is het alles maar voor een ogenblik, maar straks zullen wij altijd bij de Heere zijn. Zo dan vertroost elkander met deze woorden. Efraïm: in de druk gewassen.

Grand-Rapids

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1967

De Saambinder | 4 Pagina's

Een ongedachte verrassing 4

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1967

De Saambinder | 4 Pagina's