Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wilhelmus à Brakel 8

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wilhelmus à Brakel 8

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. Brakel had voor de overheid ontzag, maar waar het Gods eer gold, deinsde hij niet voor haar terug. Zo kwam hij in 1688 met de vroedschap van Rotterdam in grote moeilijkheden. Hem werd de kansel verboden en het stadstraktement werd ingehouden. Het werd een groot konflikt tussen Ds. Brakel en de overheid. In onze gedachten zien wij hem 21 augustus 1688 voor de overheid verschijnen in de burgemeesterskamer te Rotterdam. Zijn voorstel is om de zaak te laten rusten. Maar de burgemeester wilde daar niets van weten. Verder verzocht Ds. Brakel, dat ze een afschrift wilden geven wat men van hem eiste.

De burgemeesters verzochten hem de komende zondag niet te preken. Maar die belofte kon Ds. Brakel niet doen. Maar de burgemeesters namen een kloek besluit. Eender predikanten. Ds. Greber, wordt geroepen, en hem wordt verzocht een kerkeraadsvergadering op te roepen om van deze medewerking te krijgen, dat Ds. Brakel niet op de preekstoel zou komen de volgende zondag. Er wordt een kerkeraadsvergadering gehouden, en het besluit genomen, dat Ds. Brakel de volgende zondag niet mag preken.

De praeses en een ouderling stelden Ds. Brakel hiermede in kennis. En hoewel deze het besluit niet kon goedkeuren, hij was te veel kerkelijk man om er niet in te berusten. Twee dagen later, 23 augustus, kwam de vroedschap weer bijeen. Burgemeester Boon deelde het gesprek met Ds. Brakel mee. Een besluit wordt genomen aangaande Ds. Brakel als volgt: „dat hij. Dominee Brakel, rondelijk soude hebben te erkennen de authoriteijt deser stadoverheyt, ende magistraet omtrent het beroep der predikanten, ende het recht van approbatie, ofte reprobatie in over eenstemming van de resoluntien van den Synode nationael, gehouden binnen Dordrecht 1618 ende 1619, ende kerckelijke orde aldaer vast gestelt, ende bij de Staten van den Lande goedgekeurd en bevestigd; dat hij zijn leedwezen te betuigen had over de preek van 25 juli, en dat hij voor het vervolg alle verpligte gehoorsaemheijt, achting ende aanzien had te beloven".

Maar op diezelfde dag vergaderde ook de kerkeraad. Ds. Greber geeft een rapport van de bijzondere tevredenheid van de burgemeesters wegens het besluit om Ds. Brakel de laatste zondag niet te laten preken. Er wordt besloten alles te doen dat men tot een minnelijke schikking kan komen. Maar de strijd bleef. Totdat er een verklaring werd opgesteld, mede ook door Brakel. Maar het einde was toch, dat Ds. Brakel zich onderwierp. Zo was dan 4 september 1688 de vrede weer gekomen, en scheen alle gevaar van twist geweken te zijn. Maar er kwam een brochure uit van Ds. Brakel, de bewuste predikatie over Ps. 2:6.

Onder het uitspreken was die preek door enkelen opgeschreven. Een zekere Dirck Wessels het zelfs genoemde preek drukken zonder goedkeuring van- Ds. Brakel. Aangezien ze de predikatie van Ds. Brakel niet juist hadden weergegeven, werd hij genoodzaakt tegen de laster om zelf de preek uit te geven. Zij droeg de titel: De Heere Jezus Christus Voor de Alleene ende Soeveraine Koninck Over syne Kercke Uytgeroepen. In zijn verhandeling gaf Ds. Brake! een verantwoording van het gebeurde, terwijl hij aantoonde, dat hij de vorige maand met de verzoening met de overheid zijn gevoelen niet wezenlijk verloochend had. Als gevolg, dat hij weer werd ontboden bij de overheid. Weer was onze geliefde Ds. Brakel in grote moeilijkheden. Maar daar kwam uitkomst. Er kwam een schrijven van Zijne Hoogheid de Prins van Oranje, gedateerd 23 oktober, inhoudende het verzoek de zaak van Ds. Brakel op te houden, totdat Zijne Hoogheid gelegenheid zou hebben om met de H.H. burgemeesters mondeling daarover te spreken. Dit verzoek was een bevel.

Het doet ons goed op te merken, dat niet enkel Prins Willem III, .maar ook de kerkeraad nu voor Brakel en tegen de vroedschap partij koos. Op 29 oktober 1688 vermelden de notulen, dat de broeders uit vrees voor nieuwe „beswaernisse van Ds. Brakel en gevolgelik van de Kerke" de voorzitter en de scriba verzochten de Commissarissen en de heer Pensionaris aan hun huizen te bezoeken.

Op voorstel van Ds. Doesburg werd er 17 mei 1690 weer een poging gedaan om tot vrede te komen. En daarvan lezen wij dat het tot een verzoening is gekomen.

T.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 augustus 1967

De Saambinder | 4 Pagina's

Wilhelmus à Brakel 8

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 augustus 1967

De Saambinder | 4 Pagina's