Kerknieuws

Beroepen, te Haarlem: G. A. Zijderveld van Middelburg; te St. Annaland: P. Blok van Dirksland; te Herkingen: G. Schipaanboord van Apeldoorn; te Enkhuizen (in kombinatie met Andijk): J. C. Weststrate van Meliskerke.

Bedankt voor Tholen, Vlissingen en Zoetermeer: J. C. Weststrate van Meliskerke.

DOVENDIENSTEN

D.V. op zaterdag 4 november a.s. zal te Goes (Beatrixlaan) des n.m. 3 uur een dovendienst gehouden worden, waarin zal voorgaan Ds. J. C. Weststrate, en op zaterdag 18 november as. te Gouda (Ronsseweg), des n.m. 3.15 uur, waarin zal voorgaan Ds. H. Rijksen. Aktie Dovenzorg, Het Kleine Loo 275, Den Haag

BEVESTIGING EN INTREDE VAN KAND. J. VAN VLIET TE AAGTEKERKE

Na een vakature van 13 jaar verkreeg de gemeente van Aagtekerke weer een eigen herder en leraar in de persoon van Kand. J. van Vliet uit s-Gravenhage. De laatste predikant die de gemeente diende, was ds. A. van Stuyyenberg, slechts van 7 oktober tot 15 december 1954, toen hij kwam te overlijden. Zowel in de bevestigingsdienst als bij de intrede was de kerk afgeladen vol; het tegenoverliggende schoolgebouw was ingericht om de belangstellenden, die niet in de kerk konden, op te vangen, waar zij door middel van luidsprekers het gehoorde konden beluisteren. Met de familie van ds. en mevr. Van Vliet waren vele predikanten aanwezig. O.m. ds. L. Rijksen, ds. C. Molenaar, ds. W. Hage, ds. A. Bregman, ds. J. Karens, ds. C. v. d. Poel, ds. J. C. Weststrate, ds. H. Rijksen, ds. A. Hoogerland, ds. C. de Ridder, ds. D. Hakkenberg en de consulent ds. (!. A. Zijderveld. Verder alle studenten, vrienden uit Den Haag, burgemeester en mevr. de Wolf, afgevaardigden van de kerken uit de classis Walcheren en meerdere kerkeraadsleden uit Zeeland en Zeeuws Vlaanderen. Ds. de Gier had tot bevestigingstekst Jes. 52: 7: , , Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten desgenen die het goede boodschapt, die de vrede doet horen, desgenen, die goede boodschap brengt van het goede, die heil doel horen, desgenen die tot Sion zegt: Uw God is Koning. Hoewel ds. de Gier er volslagen onbekend mede was had hij alzo dezelfde tekst, waarmede ds. L. Rijksen destijds ds. A. van Stuyvenberg te Aagtekerke bevestigde. Ds. K. de Gier gewaagde van het grote voorrecht dat de Heere de gemeente geschonken had, door op ongedachte wijze na 13 jaar de ledige plaats op de kansel te vervullen. Een blijde dag, -een vreugde door God de Heere toebereid. Die Zijn knechten zendt om het goede te boodschappen. Daarvan spreekt ook de tekst, waarvoor spr. tot thema had: „Een blijde boodschap voor Sion, met de volgende hoofdgedachten: 1. de bode, als brenger van deze boodschap; 2. de inhoud van de blijde boodschap en 3. de ontvanger van deze boodschap. Na de ontvouwing van dit tekstwoord ging ds. de Gier over tot de bevestiging. Op de gestelde vragen uit bet formulier klonk plechtig het antwoord van de jonge dienaar: Ja ik, van ganser harte. Aan de handoplegging namen deel met de bevestiger, ds. L. Rijksen, ds. J. C. Weststrate, ds. G. A. Zijderveld, en ouderling J. Melse. lUj het neerknielen zong de gemeente staande uit Ps. 132: Bekleed, o hoogste Majesteit, uw priesters met gerechtigheid, en daarna de zegenbede uit Ps. 134 : 3.

In de toespraak, die ds. de Gier daarna hield wees hij op de grote bemoeienissen Gods met ds. Van Vliet gehouden. Het was geen weg naar het vlees, maar de Heere heeft betoond de Getrouwe te zijn, Die zijn beloften waarmaakt. Spr. wenste hem toè dat de Heere hem in zijn bediening tot rijke zegen zal stellen. Ook tot mevr. Van Vliet sprak ds. de Gier hartelijke woorden als ook tot de wederzijdse familie. De kerkeraad wenste hij toe, datzij samen en met hun leraar in liefde en vrede het dienstwerk zouden verrichten en de gemeente, dat zij hem zouden dragen in het gebed. De slotzang was uit Ps. 69 : 14.

De intrede.

De voorzang was Ps. 123 : 1. Na votum en zegen werd gelezen .Jesaja 55. Dan volgde gebed en zingen van Ps. 27 : 3 en 7. Naar aanleiding van de woorden uit deze Psalm „de vrije gunst die eeuwig Hem bewoog", hield ds. Van Vliet een korte voorafspraak, waarin hij liet uitkomen, dat het ook vrije gunst is dat God Zijn knechten roept en zendt, en de lastbrief meegeeft, om te spreken over het werk van Christus, Die gekomen is tot zaliging van zondaren. Deze lastbrief wilde spr. nu ontvouwen en de herderstaf opnemen met het Schriftwoord uit 1 Cor. 2-: 2: „Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u, dan Jezus Christus en Die gekruisd". Het thema was: „De rechte prediking" en de hoofdgedachten: 1. door wie deze prediking wordt gebracht; 2. van wie daarin wordt getuigd en 3. tot wie deze prediking is gericht. Paulus, de grote kruisgezant, wijst op het enige fundament waarop de gemeente moet worden gebouwd. Hij was niet gezonden met wijsheid van woorden, want het heeft Gode behaagd, door de dwaasheid der prediking zalig te maken die geloven. Paulus was een geroepen apostel, - hij had zich die eer zelf niet aangemeten — en al zijn er nu geen apostelen meer, de Heere zendt uit vrije gunst nog Zijn knechten tot wie Hij wil en waar Hij wil. De boodschappers kunnen onderscheiden zijn, de boodschap blijft dezelfde, zij hebben te bouwen op dat zelfde fundament, Jezus Christus en Die gekruisd. In zijn 2e punt: „van wie hij getuigt" zei spr. dat in Paulus' prediking Jezus Christus altijd het middelpunt was. Wat hijzelf door genade had geleerd kon hij aan anderen prediken. En dan niet er over of er van, maar er uit. Niets anders dan te wijzen op - Jezus Christus, de van eeuwigheid Gezalfde, om de Zijnen in de tijd toe te brengen. Het is ook een scherp e prediking, omdat van alle eigengerechtigheid en eigenwillige godsdienst (zoals bij Paulus) moet worden afgebracht. Maar toch de enige ware boodschap, omdat de beledigde Partij zelf een middel heeft uitgedacht tot zaligheid van diepverloren zondaren. Het is een Evangelie niet naar, maar voor de mens. Kn die een welgevallen hebben gekregen in de straffen van hun ongerechtigheid, zullen niet anders zalig willen worden dan zo God het wil. Paulus werkte tegen en iedere zondaar werkt tegen, maar God overwint!

In het derde punt ontvouwde spr. dat de prediking allereerst was gericht tot de Corinthiërs, waar vele misstanden waren, waar het fundament werd aangetast. Het was om zo te zeggen een moeilijke gemeente. Spr. wilde daar geenszins Aagtekerke bij vergelijken, al zag hij zijn gemeente als een gemeente van mensen. Mensen zijn niet volmaakt, de prediker is niet volmaakt, maar de boodschap is wel volmaakt en een boodschap voor de kerk van alle eeuwen. , , Niets anders te weten onder u" zegt Paulus en zo had spr. ook hier de boodschap te brengen, n.l. hoe de mens volmaakt int Gods hand is voortgekomen, moed- en vrijwillig is afgevallen, maar ook op het eeuwige wonder, dat Jezus Christus door de prijs van Zijn dierbaar bloed een volkomen verlossing heeft teweeggebracht, waarvan de kerk moet uitroepen: „Beminnelijk Vorst, Uw schoonheid hoog te loven, gaat al het schoon der mensen ver te boven". Toespraken. Dan richtte ds. Van Vliet zich met een dankwoord tot zijn bevestiger, tot ds. Rijksen en dhr. Van Bochove voor de lessen op de Theol. School, tot ds. H. Rijksen en ds. A. Vergunst die hem de beginselen van de oude talen hadden bijgebracht, tot het curatorium, tot ds. Zijderveld als consulent. Hij begroette de afgevaardigden van de classis Middelburg en Part. Synode Zuid en vroeg een plaats in hun midden. Verder de afgevaardigden van de plaatselijke kerken, de studenten, het college van burgemeester en wethouders. Hij bracht kerkeraad en gemeente dank voor de wijze waarop hij en zijn vrouw waren ontvangen; met onderwijzers en schoolbestuur alsook met de catechisanten hoopte hij nader kennis te maken. Ook sprak hij tot zijn vader, schoonmoeder en verdere familie, kosteres en kosters, organist en politie en dankte voor alle medewerking. Ds.VanVliet eindigde met ootmoedige dank aan God, Die alle dingen had welgemaakt. Vervolgens werd ds. Van Vliet toegesproken door ds. Zijderveld uit Middelburg namens de classis en Part. Synode Zuid; door ds. L. Rijksen namens curatorium en docenten; door de heer Baayens namens de studenten, door ds. Hilderman van Domburg namens de plaatselijke kerken, door burgemeester De Wolf namens de burgerlijke Overheid en tenslotte door ouderling Melse namens kerkeraad en gemeente. De laatste wenste de leraar toe dat hij de kudde weiden zou met wetenschap en verstand, hen leidend in de grazige weiden van Gods Woord, en dat de Opperherder hem daarbij steunen en sterken zal. Zijn wens was dat er in de gemeente Aarons en Hurs zouden zijn, om hem in het gebed te dragen. Staande werd de jonge dienaar toegezongen Ps. 122 : 3. Na een dankwoord voor de vele goede wensen legde ds. Van Vliet voor het eerst de zegen op zijn gemeente. Het was voor de gemeente van Aagtekerke wel een zeer blijde dag.

M. Th. de W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen