Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK EN KERKRECHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK EN KERKRECHT

Dordtse Kerkorde, Artikel 61

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

VAN HET AVONDMAAL

Men zal niemand tot Avondmaal des Heeren toelaten, dan die naar de gewoonte der kerken, tot dewelke hij zich voegt, belijdenis der Gereformeerde Religie gedaan heeft, mitsgaders hebbende getuigenis van een vrome wandel, zonder welke ook degenen, die uit andere kerken komen, niet zullen toegelaten worden.

Belijdenis der Gereformeerde religie noodzakelijk (1)

In navolging van Calvijn oordeelden de gereformeerden van den beginne, dat de toegang tot het Avondmaal niet vrij was, dat het Avondmaal zelfs niet voor ieder gedoopte zonder meer open stond. Dat er gewaakt moest worden, dat niet ieder zonder meer toegelaten werd tot het Avondmaal. Op dit punt kwamen zij in^strijd met de remonstranten, die oordeelden, dat men het moest overlaten aan ieders konsciëntie om aan het Avondmaal al of niet deel te nemen. Maar een „open Avondmaal'-' voor iedereen die maar wilde, waren de gereformeerden op tegen. Ook in onze dagen wordt deze gedachte van een open Avondmaal steeds meer gehoord, zelfs kinderen wil men dan aan het Avondmaal toelaten. De gereformeerde vaderen . oordeelden echter, dat voor het deelnemen aan het Avondmaal men eerst gekomen moest zijn op een leeftijd, dat men bekwaam was om het gewicht en de belangrijkheid, de aard en het wezen van het Avondmaal te kunnen beoordelen. Kinderen kunnen dat nog niet voldoende en bovendien heeft de kerk de taak het Avondmaal heilig te houden, waarom een onderzoek naar leer en leven vooraf behoort te gaan. Luther ijverde zeer voor goed onderwijs aan de jeugd van de gemeente. Hij bevorderde het stichten van christelijke scholen en stelde meer dan één catechismus op tot gebruik- bij dit onderwijs. Na volbracht schoolonderwijs en bijzonder godsdienstonderwijs moesten op ongeveer 14-jarige leeftijd de jonge leden van de kerk de doopbelofte vernieuwen en na handoplegging werden zij gezegend. En deze plechtige handeling, confirmatie geheten, gaf toegang tot het Avondmaal. Calvijn schafte deze confirmatie af en stelde daarvoor in de plaats dat de belijdenis toegang verleende tot de tafel des Heeren. De voorbereiding voor die belijdenis geschiedde door het onderwijs vooral uit de catechismus, die Calvijn zelf opstelde. De ouders moesten zorgen, dat de kinderen de catechismus leerden, en dat zij op bepaalde tijden bij de predikant kwamen, opdat deze een onderzoek naar hun kennis zou instellen- en liet onderwijs zou aanvullen. Ook op school moesten de kinderen ijverig in de catechismus worden onderwezen. Ook werd elke zondagmiddag tot onderricht van de jeugd een catechismuspredikatie gehouden.

Het catechetisch onderwijs in ons land na de Reformatie liep langs deze calvinistische lijn. Reeds het Convent van Wezel (1568) bepaalde dat aan de kerkedienst ook „de gewoonte van catechiseren" verbonden zou worden „welke van de apostelen en hun leerlingen is overgeleverd". Voor de Waalse (Franse) kerken beval dit convent aan de catechismus van Calvijn en voor de Nederlandse kerken de Heidelbergse Catechismus. Voor de wijze van catechiseren gaf men de voortreffelijke bepaling: „Men zal met alle zorgvuldigheid de kinderen naar hun jaren niet alleen laten opzeggen en van buiten lerende syllaben (lettergrepen) en woorden van de catechismus, maar ook leren verstaan de zaak zelf, en niet alleen in hun memoriën (geheugens), maar ook in het binnenste van hun harten indrukken. Daarom zal men met alleen de jeugd de woorden afvragen, maar ook ondervragen over de materie zelf, klaar en ten volle uitgelegd door de catecheet, en voor alle dingen zal het nodig zijn in het uitleggen van de catechismus op het gemeenzaamst met hen te handelen en het onderzoek te richten naar het begrip der kinderen". Ook wees het Convent van Wezel er op, dat alle lidmaten der kerk hun kinderen ter catechisatie moesten sturen, „opdat de kinderen van der jeugd aan in de ware religie en godzaligheid onderwezen worden; die (Zulks weigeren zullen, zullen zonder twijfel onder de censuur der kerk vallen"."Ook de Dordtse Synode (1618-'19) wees er op, dat de ouders krachtens de bij de doop afgelegde belofte de roeping hebben om allereerst zelf hun kinderen te onderwijzen en voorts het catechetisch onderwijs naar vermogen te bevorderen. Dat „het ambt der ouders" thuis is om hun kinderen in de beginselen der christelijke religie te onderwijzen en met ernst en vlijt tot de vreze Gods en oprechte zaligheid te vermanen en om ze ook mee te nemen tot het gehoor van het Goddelijk Woord. Dat ook op de scholen, waar catechetisch onderricht door de predikanten werd gegeven, de ouders deze lessen door hun kinderen moesten laten bijwonen. De predikanten moesten in de predikaties hierop wijzen en de ouderlingen bij hun huisbezoek. Bij nalatigheid van de ouders „zullen deze ouders door deftige (d.i. ernstige) vermaningen der predikanten, en zo de zaak het vereist, door bestraffingen van de kerkeraad tot hun schuldige plicht gebracht worden". Ook over het catechetisch onderwijs van ouderen maakten de Dordtse vaderen enkele opmerkingen. Maar daarover een volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 september 1970

De Saambinder | 4 Pagina's

KERK EN KERKRECHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 september 1970

De Saambinder | 4 Pagina's