Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERLANGEN NAAR GODS WONINGEN 1

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERLANGEN NAAR GODS WONINGEN 1

Hoe lieflijk zijn Uw woningen, o Heere der heirscharen. Psalm 84: 2

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze psalm is door de godvruchtige zanger David gemaakt in bange omstandigheden; hij vluchtte namelijk voor zijn kind Absalom. De toon, die in deze psalm klinkt, is dezelfde als in Ps. 42 en 43: een innerlijk verlangen naar de Heere en Diens gemeenschap, het dorsten van David naar de levende God. In Ps. 27 getuigde de dichter: „Eén ding heb ik van de Heere begeerd en dat zal ik zoeken, dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des Heeren". David vertolkt wat er innerlijk in zijn hart leeft en daar verklaart hij tegelijkertijd mee het hart van al degenen die Hem vrezen. Psalm 84 is een lied, waarin vele toestanden en bevindingen des harten worden uitgesproken door hen, die als vrucht van de wedergeboorte die psalm zingen bij aanvang en bij voortgang.

De kleinste in de genade, de waarlijk bekommerde, maar ook de vergevorderde in de genade, kan nooit boven dat lied uitgroeien. In dagen van droefheid, in dagen van blijdschap was, is en blijft deze psalm de tolk waar al Gods kinderen bevindelijk kennis aan krijgen. Een oud-vader zegt' ergens: het is het lied der liefde en der wederliefde. Gij, die de Heere vreest, is het u nooit gebeurd, dat, toen u Gods huis binnenging, de organist dit lied speelde'' Hoe de snaren van uw ziel getroffen werden door die ontroerende blijdschap of die grote droefheid in al uw zielsverdriet:

Hoe lieflijk, hoe vol heilgenot
O Heer', der legerscharen God,
Zijn mij Uw huis en tempelzangen.

Dan zal dat zijn als een gewaterde hof, na een week van ellende en verdriet. Ja, wanneer de gemeente die^psalm zong en dat u moest stilzwijgen. Tranen van.... ja waarvan nu? Uit welke bron? De oorzaak van uw hartelijk schreien? Ook dat kunnen ze zelf niet verklaren, maar in het diepst van de ziel dat ene: O Heere, dat is het nu! Een baby kan niet praten, alleen maar huilen. Zo is het ook met dat volk en ook met David. Dorre tijden, geen klacht om te klagen, geen zucht om te zuchten en dan het ergste die grote afstand, die in de zielswaarneming zo is alsof de Heere in Amerika is. Die afstand, dat gemis, de smart over de zonden; en dan ineens dat lied! Hartversterkend en hartinnemend. Neen, dan kunnen ze het niet in bewoordingen, brengen, dan druipt hun oog tot Hem: „Heere, Gij weet alle dingen, Gij weet dat ik U liefheb".

Job 16 : 20: „Mijn vrienden zijn mijn bespotting, doch mijn oog druipt tot God".

Het tijdgeloof weet daar niet van; de tijdgelovige zingt en springt en is zeer blij, maar het heeft geen grond. Het zaligmakend geloof bezit geheel andere eigenschappen, die overduidelijk in deze tempelzang uitkomen. De keuze, de uitgangen van het hart en niet te vergeten de vrucht. Daarom terecht het, lied der liefde en der wederliefde tot God en Zijn heilige inzettingen. Wanneer David dat inleeft is de tempel, die na hem door Salomo gebouwd zal worden, er nog niet. Er staat nu een tent of tabernakel voor de ark des verbonds op 'Sion (2 Sam. 6 : 7). Deze tabernakel heeft in omvang en pracht niet onder gedaan voor de tabernakel, die de Israëlieten in de woestijn hadden meegevoerd en die in Silo stond.

In Ps. 63 en 68 noemt de dichter deze „woning" een heiligdom of heiligdommen des Heeren. Hoe liefelijk (en hatelijk voor de wereld) is voor de oprechten de plaats van de liefde Gods, waar de Heere Zich bijzonder wil openbaren. Waarom juist daar? Omdat de priesters en Levieten daar hun ambtelijk werk verrichten. Laten we dat nooit vergeten, David hield niet van „kerkje" spelen.

Daar trok zich al zijn lust en liefde heen. Voor Gods kind is er geen smartelijker zaak dan het niet kunnen optrekken naar Gods huis; voor hen geldt: hun thuisblijven was weinig! In het heiligdom waar 't volk vergaderd is.

Er - zijn bekeerde mensen, hooggerechtvaardigde mensen, maar ze blijven net zo makkelijk uit Gods huis, daar draaien ze hun hand niet voor om. Zet er gerust maar een heel groot vraagteken achter, omdat het vruchten des doods zijn; het is een zich vermaken in eigenwillige godsdienst en daar bevinden zich de beste beeldenbouwers, ze buigen het diepst voor hun eigen IK.

David is zo geheel anders, hij was met lichaam en ziel aan de dienst en inzettingen des Heeren verbonden. Zoiets te missen was hem de dood. Net als bij Hiskia, de latere koning van Juda (Jes. 38 : 16): „Heere, bij deze dingen leeft men en in dit alles is het leven van mijn geest". Het is de plaats waar de Heere woonde en Zich openbaarde en hun Zijn liefelijkheden toonde. De ware tempelganger zal zich verlustigen in de onderzoekingen der geestelijke en eeuwige dingen. Neen, het is niet de woning op zichzelf, die David verheft, maar de gemeenschap van de Heere der heirscharen, van Hem de God der vaderen Abraham, Izak en Jakob. Die getrouwe Verbondsgod, de Ik Zal Zijn Die Ik Zijn Zal; in het verleden, in het heden, en in de toekomst. Zeker, dit wordt bestreden, maar dat is zo'n slecht teken nog niet! Geen kroon zonder strijd, geen wonden zonder strijd en onrust om in Hem die ware rust te verkrijgen.

Rotterdam

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 november 1970

De Saambinder | 4 Pagina's

VERLANGEN NAAR GODS WONINGEN 1

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 november 1970

De Saambinder | 4 Pagina's