Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De profeet Elia

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De profeet Elia

Elia aan de beek Krith (1)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door de oordeelsaankondiging van Elia was Achab zo zeer geschrokken dat hij Elia liet vertrekken zonder een woord te zeggen, en zonder hem enig kwaad te doen. Al was hij een verdorven en verbasterde Israëliet, de verschijning van Elia was zo vol kracht en majesteit, dat hij sidderde van angst en vrees. De rechtvaardige Elia was moedig als een jonge leeuw, maar de goddeloze vorst gevoelde iets van de heilige ernst en onverschrokkenheid, staande tegenover een lafhartige slaaf van een heidense furie, gelijk Izébel was. Zijn ontsteltenis niet kunnende verbergen, was Izébel deelgenoot gemaakt van hetgeen de profeet gezegd had. Wellicht spotte en smaadde zij er mee, en verweet zij hem, dat hij die profeet had laten gaan. Maar al spoedig sloeg de hoon en spot om in een dodelijke haat en vijandschap, Achab bezwerende dat hij alsnog een vervolging moest instellen, om hem te doden en om die mond, die zo veel had durven zeggen, voor altijd tot zwijgen te brengen.

Achab, die geheel onder invloed van zijn afgodische vrouw stond, liet zich steeds meer in vijandschap tegen de man Gods gaan. Vooral toen bleek dat dauw en regen ook werkelijk achterwege bleef en het al droger en droger werd. Toen de zon van de hemel haar verzengende hitte deed vallen op de aarde, en de lucht al maar drukkender werd en het water verdween uit rivieren en bronnen, was het heel erg met de woedende vijandschap tegen God en Zijn knecht Elia, en de koning en de koningin werden nog voortdurend opgehitst door degenen, die hen aan het hof omringden. Alleen Obadja de hofmeester was van een geheel andere geest, hij was bezorgd over het lot van de profeten des Heeren, en peinsde over een mogelijkheid - om hen in de toenemende honger te voorzien van eten, zonder dat het bekend werd. Ook overdacht hij dat de toorn van de koning zo hevig worden zou, dat hij die profeten zou doden, en Obadja overwoog met opzien tot de God van Israël waar hij hen het beste verbergen kon in een of in meerdere spelonken, die er in het bergachtig gebied genoeg waren.

Toen planten en bomen smachtend naar water hun bladeren lieten hangen en het vee begon te loeien, omdat de weiden geen gras meer voortbrachten', begon niet alleen het koninklijk huls maar ook het volk verbaasd en opstandig te vragen: Waar is Elia de profeet, die deze ellende over ons heeft gebracht? Overal werd gezocht, maar nergens was hij te vinden. En dat wekte de woede der vijanden steeds meer op, zodat hij een kind des doods geweest zou zijn, als zij hem gevonden hadden. Dat was ook Elia ten volle bekend, want hij wist hoe groot de ontaarding van land en volk in het rijk van Efraïm was. Maar zijn God zou wegen banen, waarlangs zijn voet kon gaan, dat geloofde hij, ondanks de grote gebaren, die hem bedreigden, en in weerwil van de ongetwijfeld heftige bestrijdingen van de vorst der duisternis. En zijn God beschaamde hem niet in zijn geloofsvertrouwen. Naar Zijn wijsheid en trouw had God hem een schuilplaats bereid, waar hij eenzaam, doch gemeenzaam met de Heere geruime tijd mocht uitrusten van de grote spanning die hij had doorgemaakt. En die schuilplaats wees de Heere hem Zelf aan gelijk wij lezen in 1 Kon. 17 : 2-6: „Daarna ge­schiedde het woord des Heeren tot hem zeggende: Gaat weg van hier, en wendt u naar het oosten en verbergt u aan de beek Krith, die voor aan de Jordaan is. En het zal geschieden, dat gij uit de beek drinken zult: en Ik heb de raven geboden, dat zij u daar onderhouden zullen. Hij ging dan heen en deed naar het Woord des Heeren; want hij ging en woonde bij de beek Krith, die voor aan de Jordaan is. En de raven brachten hem des morgens brood en vlees; desgelijks brood en vlees des avonds; en hij dronk uit de beek."

Het Woord Gods was met kracht tot Elia gekomen en met openbaring van Zijn heerlijkheid en majesteit, hetzij door ingeving of door een gezicht, want de profeten werden oudtijds zieners genaamd. De Alwetende was op de hoogte van de moordplannen van Achab en Izébel. De beek Krith heette in de tijd van Jozua de beek Kana en haar uitgangen waren aan de zee. Joz. 16 : 8. Toen Elia wellicht beefde voor de gevolgen van zijn oordeelsaankondiging en niet wist, waar hij zich verbergen moest voor de toorn van de koning, gaf de Heere uitkomst. Wat was dat voor hem een aangename en vertroostende boodschap, vloeiende uit Gods liefde en Vaderlijke ontferming.

Juist ten tijde van benauwdheid was het voor Elia een zalige gewaarwording, dat hij in de rijke gunst met een belofte voor behoud des levens, want hij zou drinken uit de beek en de raven zouden hem brood en vlees bezorgen. Al getuigde heel de heilige geschiedenis van de wonderen des Allerhoogsten van het begin der schepping aan, zoals Elias leven geleid werd door een opeenvolging van Godswonderen, was aan geen andere profeten ooit ten deel gevallen. Zeker, de zondvloed getuigde van Gods rechtvaardigheid in het verderven van het ontaarde mensdom, en van Gods genade en trouw voor Noach en de zijnen. Het was een majesteitelijke Godsopenbaring, maar tevens een heilsopenbaring. Zo was ook de spraakverwarring bij de bouw van de toren te Babel een groot Godswonder, ten dienste en tot volvoering van Zijn heilsplan. En niet te vergeten de ondergang van Sodom en Gomorra en de andere plaatsen in de nabijheid, was ook een wonder Gods van grote openbaarheid, waarin Hij betoonde Zich niet altijd te laten bespotten door goddeloze en verharde zondaren. En toch werd de rechtvaardige Lot, die dagelijks zijn rechtvaardige ziel kwelde bij het horen en zien van de ongerechtigheid der gruwelijke mensen, uit de vuurbrand van Gods toorn gered. En de doorgang door de Rode Zee, was dat niet een openbaring van Gods macht en majesteit? Israël werd droogvoets daardoor geleid en de Egyptenaren verdronken.

Hoevele wonderen had God reeds gedaan van oude tijden af en evenwel verliet Israël, vooral het rijk der tien stammen die God, om zich te buigen voor stomme afgoden. Vandaar dat Elia geijverd had voor de eer van Jehova met schier ongeëvenaarde kracht, en daarom wilde de Heere Zich wederom in Zijn kracht en majesteit openbaren. In Zijn heilige toorn over de snode afgoderij en verlating van de Heere bracht Hij een vreselijke hongersnood over Efraïm, als gewoon gevolg van een langdurige droogte naar het woord van Zijn profeet Elia, maar ook wilde Hij Zijn knecht onderhouden op een zeer wonderbaarlijke wijze en dat maakte Hij aan Zijn in gevaar verkerende dienstknecht bekend, naar de trouw van Zijn onveranderlijk genadeverbond.

Werkendam

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 maart 1972

De Saambinder | 4 Pagina's

De profeet Elia

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 maart 1972

De Saambinder | 4 Pagina's