VOOR OUD EN NIEUW

Leer ons alzo onze dagen tellen.

Binnen enkele dagen zal ook het jaar 1972 weer achter ons liggen en geschiedenis zijn, zal, het jaar 1973 aanvangen en toekomst zijn. De oudere mensen zeggen het tegen de jongere: hoe ouder men wordt, hoe sneller de jaren voorbijgaan. En zo is het. Aan het begin lijkt een jaar lang en aan het einde is het kort. Ook Mozes, de man Gods, schrijft het ons: Wij brengen onze jaren door als een gedachte en wij vliegen daarheen.

De jaren van ons leven glijden weg en met het gezicht op de eeuwigheid is het menselijk leven broos en kort. Ook Mozes, die met zijn volk Israël in de woestijn leefde, zag het rondom zich heen. Israël dat gezondigd had, moest sterven in de woestijn. Maar Mozes bidt dat de Heere bij het volk, bij de ouders en de kinderen de ogen daarvoor wil openen, omdat de mens van nature geneigd is over alles heen te leven. Nodig is dat de Heere het hart en het verstand van de mens met Zijn genadelicht bestraalt. Mozes bidt om het juiste en goede tellen van de jaren.

In Ps. 90 beschrijft de man Gods de ontzaglijke afstand tussen God en de mens. Van God de Heere geldt het: Eer de bergen geboren waren, en Gij de aarde en de wereld voortgebracht had, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God. Van de mens geldt het: Gij doet de mens wederkeren tot verbrijzeling, en zegt: Keert weder, gij mensenkinderen. De vergankelijkheid van de mens wordt getekend met het beeld van de neerstromende regen die van Kanaans bergen komt en die alles meesleurt en meeneemt wat er in de weg staat. Zo is de stroom des tijds ook voor dé mens en het menselijk leven. Ook het andere beeld tekent de kortstondigheid van het leven nl. de oosterse zonnegloed doet het frisse gras van de morgen verteren en verzengen onder haar dodende stralen. En hoe zal het dan met de mens zijn? Want sterven is God ontmoeten als de Rechter van hemel en aarde, Die zal vonnissen over al de gedachten, woorden en daden van de mens. Daarom bidt Mozes om te leren op de juiste wijze -onze dagen te tellen, want op de mens rust, om zijn zonden de eeuwige toorn Gods en hij leeft onder de gramschap en grimmigheid Gods. Nodig is dit te leren zien en inleven: Gij stelt onze ongerechtigheden voor U, onze heimelijke zonden in het licht van Uw aanschijn.

De mens moet tegenwoordig veel leren, hij is ook veel geleerd in allerlei wetenschappen en levenskunsten. Maar het dagen tellen wordt veel over het hoofd gezien en het kan toch niet gemist worden. Tellen is eigenlijk het oefenen van een leerling in de eerste klas van de basisschool, het is nodig om te kunnen rekenen. En heeft ook Christus niet geleerd, dat wij als een kind moeten beginnen op de leerschool van goddelijke genade.? Dan moeten we eerst alle ingebeelde wijsheid, hoogheid, eigendunk, ingebeelde kennis verliezen, om recht te kunnen bidden: Leer ons onze dagen tellen. We tellen ook die dingen die waarde hebben om ze niet te verliezen.^Zo hebben de dagen en jaren van ons leven ook hun waardij. Het is de voorbereidingstijd voor de eeuwigheid, geen tijd om in de wereldse genietingen door te brengen. Het moeten de dagen der jaren zijn van het gasten vreemdelingschap op aarde, zoals de grijze Jakob zei tegen Farao in Egypte: De dagen der jaren mijner vreemdelingschappen zijn honderd en dertig jaren. Dagen tellen dat betekent het bedenken van de kortheid van het leven, alsmede ook het bedenken hoeveel dagen en jaren we in zonden en ongerechtigheden voor de Heere hebben doorgebracht. Daarom dan ook: Leer ons alzo onze dagen tellen. En dit alzo wijst op het voorafgaande: Want wij vergaan door Uw toorn; en door Uw grimmigheid worden wij verschrikt. Gij stelt onze ongerechtigheden voor U, onze heimelijke zonden in het licht van Uw aanschijn. Maar het wijst er ook op dat we op Gods goedertierenheid zullen letten, waardoor we een jaar zijn gespaard en gedragen, verzorgd en geholpen in alles dat nodig is voor het leven. Het wijst op noodzakelijke dankbaarheid voor al de ontvangen en genoten weldaden die de Heere heeft gegeven. Dankbaarheid die beoefend moet worden door de offeranden van een gebroken geest en een verslagen hart, die door de Heere niet veracht zullen worden. Dan kan het dagen tellen ook worden tot een blijdschap, dat het leven op aarde aftelt en de eeuwigheid nadert, zoals de bekeerde en godvruchtige dichter Jan Luyken (1649-1712) geschreven had op de zonnewijzer voor zijn huis: Elke dag telt af. Maar dan moet er wel genade van Christus verheerlijkt zijn en het geloofsoog op Hem en Zijn vergevend en reinigend bloed geslagen zijn. Hierom is het ook dan nodig om te bidden:

Dat wij een wijs hart bekomen.

Dit moet het doel zijn van het rechte tellen der jaren. Wijsheid is wat anders dan geleerdheid. Vele geleerde mensen zijn nog altijd niet wijs. En eenvoudige mensen, die niet zoveel geleerd hebben, kunnen wel wijs zijn. Wijsheid is dan ook meer een zaak van ontvangen gave dan van een verworvenheid; hoewel dan ook weer ten dele wat betreft het natuurlijke, burgerlijke en kerkelijke leven van de mens. Dan is een wijs hart inzicht en doorzicht hebben in de vele problemen rondom ons heen. Zo kan er door de algemene bedeling van de Heilige Gest zulk een wijs hart zijn. Maar hier bedoelt Mozes een wijs hart dat ontvangen wordt de bijzondere werking van de Heilige Geest. Om het rechte inzicht te ontvangen in de geestelijke zaken van Gods Koninkrijk is goddelijke en hemelse wijsheid nodig. Dit kan alleen Jezus Christus leren door Zijn Woord en. Geest. Deze genade van Christus geeft het rechte gezicht op en inzicht van Gods inzettingen en ordinantiën, op Gods rechten en Zijn eisen. Zulk een wijs hart leert des mensen ongerechtigheid zien en kennen in de spiegel"van Gods heilige wet, dan wordt de ware vreze des Heeren het nieuwe beginsel van ons denken en handelen. Dan is er ook een gedurig en dagelijks gebed: Heere, maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw paden, leid mij in Uw waarheid en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils; U verwacht ik de ganse dag. (Ps. 25). Zend Uw.licht en Uw waarheid , dat die mij leiden, dat zij mij brengen tot de berg van Uw heiligheid en tot Uw woningen (Ps. 43). Zulk. een wijs hart is op de leerschool van Christus om geoefend en geleerd te worden voor de eeuwigheid.

Laat Uw werk aan Uw knechten gezien worden en Uw heerlijkheid over hun kinderen.

Ook hierom bidt Mozes, als de man Gods. Een gebed dat voor het nieuwe jaar, dat zal aanvangen, niet gemist kan worden. Een nieuw jaar, dat is toekomst en onzekerheid. Toch ook de zekerheid dat God de Heere leeft, waarom het nodig is ons vertrouwen op Hem alleen te stellen en door Zijn hand zich te laten leiden; om hulp en heil alleen van Israels Gods te verwachten. Tegenover Gods macht en recht, Zijn heiligheid en rechtvaardigheid staat ook Zijn vriendelijk aangezicht. De Heere is genadig van geslacht tot geslacht, waarom Mozes dan ook bidt: De liefelijkheid van de Heere, van onze God, zij over ons.' Mozes staat op de grens van leven en dood. Ouderen zullen sterven en een nieuwe generatie zal geboren worden. Maar ouderen en jongeren hebben allen de troost van Gods genade nodig. Daarom bidt Mozes: ga met ons op de verdere levensreis en laat ons niet alleen gaan. En ondanks dat Mozes gesproken heeft over Israels zonde en de verbolgenheid Gods erover, is er toch bij hem een roepen om de genade van God in Christus. Mozes pleit niet op de verdienste van Israël, want die is er niet en die is er bij geen mens te vinden, werelds of kerkelijk, vrijzinnig of rechtzinnig. Daarom pleit Mozes alleen op goddelijke genade en op goddelijke trouw aan Israël nooit gekrenkt, dé trouw van Gods Verbond. Mozes begeert Gods macht en kracht, Gods genade ook over een ongestadig, opstandig, ondankbaar volk dat met vele lusten is bevangen.

Uw werk, Heere, laat dat voortgang hebben, zo bidt Mozes als de knecht Gods. Een gebed dat nodig is' voor 1973 in elk hart, in ieder huisgezin, in iedere kerk. Heere, verbrijzel niet naar Uw goddelijk recht, maar bewaar ons in Uw gunst. Dat Gij, Heere voortgaat met Israël te bewaren als een afgezonderd volk onder de heidenen, dat mag leven bij Uw liefdedienst rondom Uw Woord en altaar. Heere laat niet 16s, maar laat Uw genade tot openbaring komen bij ouderen en jongeren. En moge geheel Israël en ook de wereld Uw werk zien. Wil Uw Naam en Uw werk openbaren, dagelijks en in alles, in het v/erk onzer handen, in staat en maatschappij, in huisgezin, school en kerk.

Uw heerlijkheid. Laat Uw openbaring en Uw werk schitteren, laat Uw licht opgaan over onze kinderen, opdat in hun hart en leven de vreze des Heere moge blinken. God openbaart Zijn heerlijkheid in het bestraffen van de zonden en de ongerechtigheden in de wereld en in de kerk. Dit zal ook doorgaan in het nieuwe jaar en daarom is er van de wereld en de mens geen verwachting, daar alles aan de zonden gebonden en onder de zonden besloten ligt. Humanistische menselijke verwachting zal teleurstellen, het zal geen zegen en vrede brengen ook in het komende nieuwe jaar. Alleen bij God de Heere kan de zegen vandaan komen en laten we het dan ook van Hem alleen verwachten, de machtige God Jakobs, de almachtige God en Heere. Dan wil dat niet zeggen dat we alles krijgen zullen wat we willen en wensen. Dit is misschien ook beter van niet, daar de mens zelf niet weet wat goed voor hem is. Laat de Heere dit maar bepalen, Hij weet wat goed is en wat nuttig is voor ons tijdelijk en eeuwig heil. God de Heere kan ook afbreken om door de afbraak de doorbraak te.geven tot een gezegende nieuwe opbouw. En wie zo door Gods hand geleid wordt, is veilig en zeker geleid, opdat eennual Zijn eeuwig licht zal opgaan als er geen jaarwisseling en ook geen tijd meer zal zijn. In het houden van Gods geboden is grote loon.

's-Gravenhage-C

Ds. K. de Gier.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen