Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET DOEN GODS (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET DOEN GODS (2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

"lk weet, dat al wat God doet, dat zal in der eeuwigheid zijn, en er is niet toe te doen, noch is er af te doen; en God doet dat, opdat men vreze voor Zijn aangezicht." Prediker 3 : 14.

Toen Asaf in Gods heiligdommen mocht ingaan, is hij een groot beest bij God geworden. Maar o wonder van genade, de Heere heeft de rechterhand van dat grote beest gevat en Asaf kan nu ook zeggen met Salomo: Ik weet dat al wat God doet, dat zal in der eeuwigheid zijn. Ook de grijze Ethan was een man die wist, want hij heeft gezegd: „Uw goedertierenheid zal eeuwiglijk gebouwd worden". Door de dichter is dit aldus weergegeven: Ik weet, hoe 't vast gebouw van Uwe gunstbewijzen Naar Uw gemaakt bestek in eeuwigheid zal rijzen.

De Heere heeft een volk op aarde, dat leert God, God te laten. Zij hebben tijden in hun leven, dat ze blij zijn met de Godsregering. De oude mens met al zijn begeerlijkheden kan het God niet gewonnen geven. O, als zij het voor het zeggen hadden, dan zouden ze het anders doen. Ze zouden hier iets toe doen en daar iets af doen. Bij de oude mens kan God het maar niet goed doen; de oude mens wil niet wat God wil. Dit geldt niet alleen de voorkomende dagelijkse lotgevallen, maar ook t.a.v. de weg der zaligheid wil de mens niet wat God wil. En toch zal ook in dat opzicht Gods raad bestaan en zal Hij al Zijn welbehagen doen. Er is van eeuwigheid in God de wil om mensen te verlossen. Christus, de Zoon van God, Die met de Vader en de Heilige Geest waarachtig en eeuwig God is, stond in Gods raad. Het welbehagen des Heeren is door Zijn hand gelukkiglijk voortgegaan. Er is door de mens tot de zaligheid niets toe te doen, noch is er af te doen.

De engel Gabriel heeft de geboorte van de Zaligmaker aangekondigd door tegen Maria te zeggen: En zie, gij zult bevrucht worden en een zoon baren en zult Zijn naam heten Jezus. Deze zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden en God de Heere zal Hem de troon van Zijn vader David geven. De naam Jezus is de eigennaam van de Middelaar. Jezus betekent: Zaligmaker. Hij is alleen Zaligmaker en Hij is volkomen Zaligmaker. In Zijn naam moet gepredikt wonden bekering en vergeving der zonden. Voor Die naam moet plaats gemaakt worden in des zondaars hart. Het doen Gods in het zaligen van zondaren is eveneens alleen door het geloof te verstaan. Petrus zegt dan ook: U dan, die gelooft, is Hij dierbaar. In ons avondmaalsformulier lezen we: „Alzo zullen wij allen, die door het waarachtig geloof Christus ingelijfd zijn, door broederlijke liefde om Christus', onzes lieven Zaligmakers wil. Die ons tevoren zo uitnemend heeft liefgehad, allen tezamen één lichaam zijn, en zulks niet alleen met woorden, maar ook met de daad jegens elkander bewijzen".

O, Hij heeft tevoren uitnemend liefgehad. Hij heeft mensen liefgehad, die vijanden van Hem waren. Hij is op Gods tijd voor de goddelozen gestorven. Hij is voor ons gestorven toen we nog zondaars waren. Hij offerde Zich voor mensen die het niet met Hem eens waren, mensen die anders wilden dan Hij wilde. Zegt Petrus niet: Heere, wees U genadig, dit zal U geenszins geschieden? Wat wist Petrus, en wat weten wij van Gods heilig recht? Wat weten wij van de schuld, die in het oordeel Gods om straf roept ? Gods doen is rein, en Zijn vonnis is gans rechtvaardig. De ziel, die daar iets van leert, zal het de dichter nazingen: Zijn doen is enkel majesteit Aanbiddelijke heerlijkheid En Zijn gerechtigheid onendig.

De vraag rijst nu of de Heere ook een bepaald doel heeft met alles wat Hij doet. Salomo geeft ons een antwoord op die vraag. Hij zegt: En God doet dat, opdat men vreze voor Zijn aangezicht. Die vreze Gods houdt in de aanbidding van Zijn werk.

In zondag 46 is sprake van de kinderlijke vreze Gods. In vraag 120 wondt gevraagd: Waarom heeft ons Christus geboden God alzo aan te spreken: Onze Vader? En het antwoord luidt: Opdat Hij van stonde aan in het begin onzes gebeds, in ons de kinderlijke vrees en toevoorzicht tot God verwekke welke beide de grond onzes gebeds zijn, namelijk dat God onze Vader door Christus geworden is. De kinderlijke vreze Gods is een groot goed en wordt door God Zelf in de harten van Zijn volk verwekt. Tegenover de kinderlijke vrees staat lijnrecht de slaafse vrees. De grijze priester Zacharias zingt in zijn lofzang: „Dat wij verlost zijnde uit de hand onzer vijanden. Hem dienen zouden zonder vrees". Dat „zonder vrees" wil zeggen: zonder slaafse vrees. De kinderlijke vrees gaat gepaard met een kinderlijk „toevoorzicht", dat is een kinderlijk vertrouwen op God. En dat vertrouwen hebben we niet van onszelf, het is een daad van het zaligmakend geloof, en het geloof is een gave Gods.

De kinderlijke vrees en het vertrouwen brengt met zich mee de overgave des harten aan Hem, Die niets verkeerd doet. Die niets te veel doet, Die niets te weinig doet en Die Zich nooit vergist. O, welk een rust, welk een gemak geeft dat aan de ziel. Midden in de bewogenheid staat de Rots der eeuwen bij Wie geen verandering noch schaduw van omkering is. Hij staat boven het woeden der volken, Hij zit boven de watervloed, Hij zal het maken. Hij regeert, d.w.z. Hij heeft altijd geregeerd. Hij regeert ook nu en Hij zal tot in eeuwigheid regeren. De vijand zal het verliezen, al schijnt hij aan de winnende hand te zijn. De duivel weet dat hij een kleine tijd heeft. Hij gaat lom als een briesende leeuw zoekende wie hij zou mogen verslinden. Indien het mogelijk ware zou hij ook nog de uitverkorenen verleiden. Op de kruisheuvel Golgotha is de strijd beslecht. De handen van de meerdere Mozes zijn gewis gebleven totdat de zon onderging. De grote Jozua heeft Amelek gekrenkt door de scherpte des z^!V'aards. Satan heeft Hem de verzenen vermorzeld met een, giftige dodelijke beet. Hat" baatte hem niet. Christus heeft zijn kop vermorzeld, opdat Hij Zijn volk verlossen zou en dat Zijn volk Hem dienen zou zonder vrees. En God doet dat, opdat men vreze voor Zijn aangezicht. Salomo is er achter, hij weet het doel Gods. Dat doel is een verheven doel. Alle dingen moet dienen tot zaligheid van de kerk. Paulus schrijft: „En wij weten dat degenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk degenen, die naar Zijn voornemen geroepen zijn". Daartoe behoren ook de dingen Waarvan wij zouden zeggen: dat kan niet, dat is onmogelijk! Jakob zei tegen zijn zonen: Gij berooft mij van kinderen, Jozef is er niet, en Simeon is er niet; nu zult gij Benjamin wegnemen; al deze dingen zijn tegen mij! Het is achteraf gebleken, dat .al deze dingen niet tegen vader Jakob waren, maar dat al deze dingen medewerkten ten goede. Met opzet schrijven wij, dat Jakob dit achteraf zag. „Want alle kastijding als die tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid degenen, die door dezelve geoefend zijn", zo lezen we in Hebreeën 12 : 11.

De Heere lere ons vrezen voor Zijn aangezicht. Hij geve een stil berusten in Zijn beleid. Ook de schijnbaar kromme wegen werken voor Gods kinderen mee ten goede. Ook de hardste slagen moeten dienen tot hun zaligheid. Onze catechismus leert ons in zondag 1: Ja ook, dat mij alle ding tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van het eeuwige leven verzekert en Hem voortaan te leven van harte gewillig en bereid maakt. Zwijg de Heere en verbeid Hem; ontsteek u niet over degene wiens weg voorspoedig is. Wentel uw weg op de Heere en vertrouw op Hem, Hij zal het maken. Amen.

Scheveningen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 september 1973

De Saambinder | 6 Pagina's

HET DOEN GODS (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 september 1973

De Saambinder | 6 Pagina's