Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heerschappij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Heerschappij

Toelichting op de D.K.O. Artikel 84

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geen kerk zal over andere kerken, geen dienaar over ander dienaren, geen ouderling of diaken over andere ouderlingen of diakenen enige heerschappij voeren.

De artikelen 82-86 worden wel de slotartikelen van de D.K.O. genoemd. Ook dit art. 84 valt er onder. Het historisch merkwaardige is dat dit slotartikel in de kerkorde van Dordrecht 1618-19, in de eerste synode, die in 1571 te Emden gehouden werd, als eerste artikel daarin was opgenomen. In de herdenkingen die in 1973 gehouden zijn in verband met het feit dat het vier eeuwen geleden was dat deze eerste Geref. Synode gehouden werd, is op dit beginartikel nogal de aandacht gevestigd. De Geref. vaderen hebben doelbewust in het eerste artikel uit willen spreken dat zij van een rooms-pauselijke hiërarchie niet wilden weten. Maar ook hebben zij van meet af in de kerkorde uitgesproken dat zij geen independentische gemeenten wilden zijn die geheel los en naar hun eigen goeddunken zouden leven zonder binding aan classe en synode. Daarom was ook in dezelfde eerste synode van Emden opgenomen dat iedere gemeente zich te houden had aan de artikelen die met gemeen accoord gesteld waren, dit ten behoeve van de wettelijke en behoorlijke orde van de gemeenten.

In de gemeente van Christus is het Christus Zelf Die als de Koning en de Heere van Zijn gemeente alle zeggenschap toekomt. Christus is Degene Die als de enige Meester deze heerschappijvoering van Zijn Vader heeft ontvangen. Naar het Woord van God moet in de kerk alles heengeleid worden naar de onderwerping aan de heerschappij van de Koning Jezus Christus. Allen en alles hebben zich dan onvoorwaardelijk en volledig aan Zijn regering te onderwerpen. Ook heeft voor alles iedere ambtsdrager de taak er naar te streven om alles tot onderwerping te brengen aan de heerschappij van Christus. In de kerk van Christus mag .geen menselijke heerschappij zijn, maar alleen dienaars om Christus' wil. Ieder heeft zich dan ook te onthouden van alle eigen heerschappijvoering. Dit geldt voor een aparte gemeente, voor de ambtsdragers en voor de leden. 

De synode van Emden (1571) wilde aanstonds aan haar samenkomst het karakter geven van een Gereformeerde Synode. En voor degenen die bang waren dat de Synode zoiets van een rooms concilie zou worden, heeft men toen duidelijk uitgesproken dat het wel te doen was om op grond van eenheid in belijden een onderlinge band te vormen, maar dat men alle menselijke heerschappij en hiërarchie wilde verbannen. Later is dit artikel I in de volgende synode verplaatst naar het einde van de kerkorde, hoewel de redaktie bijna woordelijk dezelfde is gebleven.

De bedoeling van dit artikel was dan ook om te bepalen dat de ene gemeente niet over de andere, de ene ambtsdrager niet over de andere heersen mag. Alle gemeenten en alle ambtsdragers zijn gelijk. Zo ging dit artikel niet alleen in tegen de bisschoppelijke hiërarchie van de roomse kerk, maar ook tegen het superintendentschap dat de Gereformeerden in Duitsland en Engeland kenden. Dit superintendentschap, waarbij een predikant belast is met het opzicht over het kerkelijk leven 'va. een bepaald distrikt, werd door de Hollandse gemeenten afgewezen. De Geref. Kerk uit de Reformatie ontstaan aanvaardde op grond van de Nieuw-Testamentische gegevens dat iedere plaatselijke gemeente een openbaring is van het lichaam van Christus. In elke plaatselijke gemeente is het wezen van een zelfstandig geïnstitueerde gemeente aanwezig. Daarom zijn alle plaatselijke gemeenten in wezen gelijk en mag de ene niet over de andere heersen. En wat van de gemeenten geldt, geldt ook van de ambtsdragers. Geen predikant mag heersen over een andere predikant, geen ouderling over een andere ouderling, en geen diaken over de andere diaken. Alle ambtsdragers zijn in gelijkstelling naast elkaar, maar allen zijn ze ondergeschikt aan Christus. Ook in deze betekenis dat dit ook geldt voor iedere groep van ambtsdragers ten opzichte van elkaar. Want dan mogen ook de dienaren des Woords niet heersen over de ouderlingen en de diakenen, en de ouderlingen niet over de predikanten en de diakenen. ledere (groep van ambtsdragers heeft in het kerkelijk leven haar eigen toegewezen taak en deze taak moet niet heersend maar dienend volbracht worden. En elke aanmatiging van voorrang of een dominerende positie zowel tussen gemeenten onderling, als ambtsdragers onderling mag in de kerk van Christus niet gevonden worden.

Toch kan dit art. 84 geen pleidooi zijn voor independentische uitspraken dat dit ook geldt voor het gezag van classicale en synodale vergaderingen. Van independentische zijde is steeds naar voren gebracht dat classicale en synodale beslissingen afhankelijk moeten gemaakt worden van de daaropvolgende (goedkeuring door de afzonderlijke gemeenten. Dat men zich dan anders schuldig zou maken aan heerschappijvoering ten opzichte van de plaatselijke gemeente. Dit is echter onjuist, want één der principes van de Gereformeerden die ook in de kerkorde tot uitdrukking gebracht is, is dat het samenleven in een gemeenschap met andere gemeenten niet maar een vrijblijvende aangelegenheid is. Het is de wil van de Koning Christus dat Zijn gemeenten niet los van elkaar blijven leven, maar samen een éénheid moeten vormen, gelijk ieder Christus' belijder niet op zijn eentje mag blijven staan, maar schuldig is bij de zichtbare kerk te voegen om daar de gemeenschap der heiligen te beoefenen. Dan moeten er ook regels en een ordening zijn waaraan ieder zich moet onderwerpen. De plaatselijke gemeenten hebben zich vrijwillig tot heit kerkverband met dassen en synoden verbonden.

Dit om elkaar bij te staan en om samen besluiten te nemen die dienen tot het welzijn van de kerk. In dit opzicht heeft iedere plaatselijke gemeente dan ook vrijwillig afstand gedaan van haar vrijheid om alles zelf te regelen zonder rekening te houden met de andere gemeenten; Men heeft zich vrijwillig gevoegd bij de kerk met haar regels van orde en daaraan heeft men zich dan ook te houden. Dit is geheel naar de Schrift gelijk het apostelconvent te Jeruzalem duidelijk te kennen geeft. Vroeger, is hierover bij de toelichting op de artikelen breder en uitvoeriger geschreven. Er is een vrijheid van de plaatselijke gemeente die erkend en gehandhaafd moet worden, maar ze door eigen vrijwilligheid beperkt door de besluiten die op de meerdere vergaderingen worden gemaakt.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1973

De Saambinder | 4 Pagina's

Heerschappij

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1973

De Saambinder | 4 Pagina's