Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKHERVORMING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKHERVORMING

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

31 oktober ligt weer achter ons. De datum die ons elk jaar weer herinnert aan het feit van de kerkhervorming. Het aanslaan van de 95 stellingen door Maarten Luther op 31 oktober 1517 op de deur van de slotkapel te Wittenberg achten we het begin te zijn van het grote feit van de reformatie. Nooit kunnen we genoeg op de daden des Heeren''in die periode van de kerkgeschiedenis letten. God stond op over Zijn planting, die door menselijke tradities en de leugengeest der dwaling verword, en was. De Koning van de kerk bezocht Zijn notenhof, teneinde het licht van Zijn Woord weer helder te doen schijnen en opdat Zijn eer in het zaligen van zondaren uit genade alleen weer schitteren zou. De Heilige Geest als de zuiverende noordenwind en de vruchtbaarmakende zuidenwind doorwaaide de hof van de kerk.

Want bij alle herdenken van de kerkhervorming willen wij die gebeurtenis toch voor alles zien als een werk Gods. Hij waakt over Zijn kerk. Hij betoonde dat Zijn ogen de gemeente bewaken. Dat moge voor alles ons voor ogen staan, opdat we niet eindigen in het werk van mensen, maar opdat we ook in deze tijd van bijzonder grote verwarring het oog zouden mogen slaan op Hem, die gisteren en heden Dezelfde is en tot in der eeuwigheid. Ook nu hebben we geen verwachting van allerlei menselijk, en meestal onwaarachtig, eenheidsstreven. Zo is de reformatie ook niet geweest. Maar alleen van Hem, die als de grote Hogepriester over het huis Gods en als Sions Koning, de muren van Jeruzalem weer kan oprichten en Juda's steden herbouwen uit het stof. Tot die God der Reformatie moge onze bede opklimmen met David: Doe Sion wel, bouw die muren van Jeruzalem op.

Dat wil niet zeggen dat de Heere geen mensen gebruikt. Wij noemden de daad van Dr. Maarten Luther al op 31 oktober 1517. En wij mogen zeker niet vergeten Johannes Calvijn, Geneve's reformator, die met uitzonderlijke gaven van hoofd en hart was bedeeld, en wiens werk zo zeer de kerken van de lage landen heeft gestempeld. Andere namen zijn evenzeer aan dit werk verbonden. Heinrich Bullinger, Zwingli, Farel en zoveel anderen meer. De Heere verwekte al deze mannen en deed door him werk de kerk terugkeren uit de babylonische gevangenschap van Rome's kerk. Een van hen is wel in het bijzonder een voorbeeld van het feit dat de Heere mensen gebruikt: nl. Dr. Maarten Luther.

Al is het. dat wij 31 oktober beschouwen als een soort begin van de reformatie, toch betekent dat niet dat op die dag pas in het leven van Luther de reformatiegeest werkte. God bereidde deze man Zelf toe. Reeds in zijn jeugd werkte de Heere in hem. Hij zelf spreekt daarvan als hij vertelt van de tentatio treitiae, de aanvechtingen der droefenis; altijd was hij met de dingen der eeuwigheid bezet. Angsten voor de hel verscheurden zijn leven. In 1505 brengt een bijzonder voorval, een blikseminslag in een boom, hem tot de gelofte om monnik te worden. Die gelofte is niet anders dan een middel om de vertoornde God tevreden te stellen. Doch ook de gang naar een Augustijnerklooster zal hem de begeerde zielevrede niet schenken. Overal achtervolgt hem de majesteit Gods. Hij had een onbetaalde schuld. Hij had ook een verborgen kwaal. Het een, de schuld, zowel als het ander, de kwaal, heeft hij gepoogd kwijt te raken, door vasten, zelfkastijdingen, waken, lezen, studeren; maar hoe hij ook poogde zichzelf klein te krijgen, nooit komt hij uit deze cel, die donkerder is dan de cel van het Augustijnerklooster. Als ooit één mens in zijn leven gepoogd heeft zichzelf te verlossen, dan is dat Maarten Luther. Als ooit één mens geworsteld heeft om de vrede met God, dan is dat dezelfde Maarten Luther. Maar die mens heeft dan ook geleerd, dat uit de mens nooit meer iets komen kan dat de beledigde majesteit God tevreden stelt.

De leer van de kerk bood hem geen uitzicht. Hoe hoog hij de kerk achtte, die kerk stelde hem telkens teleur. Het leven van de hoge geestelijkheid te Rome verschrikte hem. Toch bleef hij geloven aan die kerk en aan haar weg tot de zaligheid. Met alle ernst wandelde hij het pad dat de kerk voorschreef ten ©inde toe. Zelfonderzoek, biecht, boete, mystiek, alle middelen nam hij te baat. Maar de angst om zijn schuld, de vrees voor Gods gerechtigheid week niet.

De Heere leidde hem echter op een pad waarin voor hem de uitkomst liggen zou. De Heere leidde hem naar het Woord, naar het weer verstaan van het evangelie van vrije genade. Want de bijbel had Luther reeds lang. De voorstelling als zou Luther de bijbel gevonden hebben in een bibliotheek, in een donkere hoek en onder het stof, is ten enenmale onjuist. Want de bijbel had hij wel, maar de bijbeltekst, het evangelie lag bedolven onder het stof van kerkelijke tradities, opvattingen van wijsgeren, dat wat de mens aan de Schrift had toegevoegd. Daardoor was voor Luther de enige weg der zaligheid verborgen. En wanneer wij schrijven dat de Heere hem naar het Woord leidde, dan is dat niet bedoeld als het vinden van het boek, maar wel als het verstaan van dat boek, de Bijbel, die hij reeds bezat. Het middel daartoe was de opdracht die hij van de vicaris-generaal van de Augustijnerorde, dr. Von Staupitz kreeg, om als hoogleraar aan de Wittenberger universiteit, bijbelse exegese te doceren. In dat hoge ambt was hij verplicht om de bijbeltekst te doorkruipen. Aanvankelijk was hij bij dat werk gebonden door de uitlegkundige methodieken die toen in gebruik waren.

Luther was echter te zeer met zijn hele persoon erbij betrokken om in deze dorre methodieken zijn vermaak te vinden. Het ging hem erom persoonlijk vrede met God te mogen hebben. En die God was vertoornd. Gerechtigheid werd vereist. En gerechtigheid had Luther niet. Daardoor spraken alle teksten waarin van gerechtigheid gewaagd werd, van de wrekende, verdoemende rechtvaardigheid Gods. Zelfs het evangelie, zo meende hij, openbaarde niets anders dan een God die rechtvaardigheid eist, en daar deze niet door hem opgebracht kan worden, moest ook dat evangelie hem veroordelen. Luther zelf schrijft later: „Ik haatte dat woord gerechtigheid. Ik zei tegen God: houdt Ge dan nooit op mij te plagen met Uw toorn? " Het is in het bijzonder de tekst uit Rom. 1:17, de rechtvaardige zal door zijn geloof leven, die hem bezig hield. In de diepste nood van zijn leven is hem, het is 1511 of 1512 geweest, het licht uit die tekst opgegaan: In het evangelie wordt de gerechtigheid Gods geopenbaard uit geloof tot geloof. Toen zag hij dat de rechtvaardige leeft, niet door zijn doen, maar door Gods schenkende gerechtigheid in Christus. Zo zegt Luther het: „Toen werd die tekst van Paulus mij tot een porta paradisi, tot de deur- van het paradijs".

In het gericht Gods, waar hij weerloos was, viel hem een rechtvaardiging ten deel, die niet van deze wereld is. Het gericht werd zijn heil en het kruis werd gezegend. Dat was dus 1511 of 1512. En dat wat God hem deed zien vervulde zijn hart, maar ook zijn mond. Hij kon daarvan niet zwijgen. In de collegezaal van, Wittenberg, op de kansel van de stadskerk, in het klooster waar hij sub-prior was, op alle plaatsen waar hij zijn moest sprak hij daarvan.

In de jaren 1512 tot 1517 heeft hij dit alles verwerkt. In die periode is zijn inzicht in de Schrift gegroeid en gerijpt. Nooit heeft Luther echter pogingen ondernomen om door middel van akties de kerk aan te vallen. Hij was getrouw bezig in zijn werk. Kundige schriftstudies en veel gebed is in zijn studeerkamer aan elk college dat hij gaf en aan elke preek die hij deed, voorafgegaan. Maar nooit een openlijke aktie. Zelfs de 95 stellingen aan de deur van de slotkapel was niet als demonstratie bedoeld. Het was een uitnodiging, naar de gewoonte van die tijd, tot een dispuut omtrent de aflaat. Het ging hem ook daarin om één ding: het hart van het evangelie. Nooit heeft Luther het vermoeden gehad, dat de slagen op de kapeldeur zouden klinken door heel Europa en het hof van de paus in beweging zouden zetten. Luther heeft de kerkreformatie niet op gang gebracht. God deed het. En Hij begon ermee toen Hij Luther onder de boom bij Stotterheim, niet door de bliksem maar door de vlam van Zijn liefdesgericht trof.

Het blanke, reine evangelie van genade alleen was maar niet gevonden als een wetenschappelijke vondst; het had in de ziel van deze man geschenen als een zonnestraal na een bange stikdonkere nacht. En daardoor kon hij er geen stof meer op dulden. De kerk werd uit het diensthuis vah wettische werken uitgeleid. Het evangelie werd op de kandelaar geplaatst.

Wij leven nu 356 jaar na die hamerslagen. En dat evangelie van genade wordt altijd weer verdonkerd. Altijd wordt gepoogd om God de eer te ontnemen dat Hij alleen om de verdienste van Christus, uit genade de goddeloze rechtvaardigt. Luther zelf heeft dat gezegd: Na mij zullen er weer komen die dat evangelie verdonkeren. En dat is gebeurd. Wij kunnen ons bij een herdenking van de hervorming niet op de borst slaan. Diepe ootmoed past ons. De kerk is verdeeld en verscheurd; het Woord wordt bedekt met menselijke zonden.-De bede moge wel weer opklimmen: Ontwaak noordenwind en kom gij zuidenwind en doorwaai deze hof opdat zijn specerijen uitvloeien. En in het bijzonder wel te beginnen met onszelf. Wat kennen wij van het evangelie dat de gerechtigheid van Christus predikt aan goddelozen? Wat is dat evangelie ons waard ?

Vlaardingen

Ds. D. Rietdijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1973

De Saambinder | 4 Pagina's

KERKHERVORMING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1973

De Saambinder | 4 Pagina's