Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rondom het gehoorzame kind (11)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rondom het gehoorzame kind (11)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij de profeet Maleachi, hoofdstuk 1 vers 6, lezen we: „Een zoon zal de vader eren, en een knecht zijn heer; ben Ik dan een Vader, waar is Mijn eer? En ben Ik een Heere, waar is Mijn vreze? " Zoals een kind zijn natuurlijke vader schuldig is te eren, hoeveel te meer zijn wij allen schuldig om God te eren en te vrezen. Bedachten we meer hoe diep schuldig wij allen staan. De kinderen tegenover hun ouders, wij als ouders tegenover de Heere. Daarom is het ook zo nodig dat wij als ouders ook telkenmale onze ongehoorzaamheid tegenover de Heere mogen zien. Dan zullen we ook de ongehoorzaamheid van onze kinderen in een ander licht bezien. Nu is het menigmaal dat we ons druk maken om ons woord en om onze eer. Ook als ouders dienen we ons in de allereerste plaats de eer van God voor ogen te hebben. Daarom juist moeten we van onze kinderen ook gehoorzaanheid eisen. Om Gods wil. Tot Zijn eer.

Wat constateren we nu veelal? Dat de gezinsopvoeding is gedevalueerd. Aanpassen is de leus. Maar dat betekent in feite toegeven, loslaten. Toegeven aan de verkeerde wil van onze kinderen; loslaten de eis van de gehoorzaamheid van het gebod Gods. Vandaar dat de „ouderwetse" juf en meester op de school het dan ook vandaag de dag niet gemakkelijk heeft. De vrije orde wordt gepropageerd. In een onderwijsblad las ik dezer dagen: „De exclusieve rol van de onderwijzer als de man voor de klas moet verdwijnen. De nieuwe onderwijzer moet samenwerken, moet begeleiden".

Het klinkt allemaal heel mooi... het kind staat centraal. Als het dan maar gaat om het eeuwig heil van dat kind. Maar helaas daar is geen oog voor. Een strenge gezinsopvoeding kan nu evenmin als vroeger gemist worden.

Gehoorzaamheid dient een eerste vereiste te zijn en te blijven. Dit stuit velen tegen de borst. Welk een voorrecht als onze kinderen nog weten te gehoorzamen, als ze echt afhankelijk mogen blijven. Gelukkig, ze zijn et nog. Kennelijk rust ook de zegen des Heeren op zulke gezinnen. Aan de andere kant is er veel ongehoorzaamheid te bespeuren. Ik denk nu ook even aan het veel besproken terrein van kleding en haardracht. We huiveren wel wat als we dit neerschrijven. Waar te beginnen? Waar te eindigen? Wat al artikelen hebben we hieromtrent al niet kunnen lezen in allerlei bladen. Ook in onze „Saambinder". Ik verwijs graag naar de stukjes van 26-7-1973: „Fatsoenlijk en eervol" en dat van 19-7-1973 „God heeft hen bekleed". Verder aan publikaties in het Reformatorisch Dagblad. Ook daar lazen we protesten tegen de korte kleding van meisjes en vrouwen en de lange haren van jongens en mannen. Ik noem slechts de bladen van 5-2-1973, 23-7-1973 en 6-12-1973. Tenslotte wil ik ook graag de aandacht vestigen op de brochure van de heer P. Kuyt, een uitgave t.b.v. „De Driestar": „Open brief met betrekking tot haardracht, kleding e.d.". Het is no. 4 uit de 26ste jaargang.

Onze vraag is nu: Wat werkt dit alles uit? We zijn geneigd om te zeggen: niets of bitter weinig. Wat schort eraan dat dit alles zo weinig ter harte wordt genomen? In Genesis 35 vers 2 lezen we: „Toen zeide Jacob tot zijn gezin, en tot allen die bij hem waren: Doet weg de vreemde goden, die in het midden van u zijn, en reinigt u, en verandert uw klederen". En even verder in vers 4 lezen we reeds: „Toen gaven zij Jacob al die vreemde goden ...". Hoevele ouders vermanen hun kinderen met tranen. Het zal gewis tegen hen getuigen. Toch moeten we in dit verband even wat zeggen, wat vragen. Waarom zien vele ouders de zonde in kleding en haardracht wel in hun opgroeiende grote jongens en meisjes, én niet in de kleintjes? Begrijpen die moeders niet als ze hun kleine kinderen zo jong nog zo kort kleden, dat ze later niet anders willen? Jong geleerd, oud gedaan.

Bekijk de schoolpleinen eens? Let eens op de kleding van de schoolgaande jeugd. Het zijn slechts enkelingen die nog netjes gekleed zijn. En die worden dan nog uitgelachen. O, welk een tijd beleven we. En laten we nu niet gaan uitwijden over de lengte van dit alles. Er bestaat toch zeker ook nog zo iets als een normbesef. Dat hebben de heidenen zelfs nog. Het is wel verschrikkelijk, maar die heidenen gaan ons in dit alles nog voor.

Vanuit ons zendingsgebied hoorde ik, dat naarmate de boodschap uit Gods Woord werd gebracht, naarmate worden ook de grasrokjes langer. De heidenen zijn ons ten voorbeeld, maar ook ter waarschuwing. In het blaadje van zendeling Van Woerden (Rhodesia-zending) vinden we dit bevestigd. Daarin lezen we hoe in twee gebieden in Rhodesia twee Chiefs het dragen van minikleding streng hebben verboden. Weet u waarom? Zij geven ons het antwoord: „Omdat deze kleding, afkomstig van Europeanen, heeft bijgedragen tot een toenemende losbandigheid onder de jonge mensen". Duidelijke taal, vindt u niet? We willen nog wat citeren; „Chief Chiota die meer dan 100 kralen onder zijn toezicht heeft, zegt: „Steeds meer meisjes worden moeder buiten een huwelijk. De mannen die aangewezen worden als verantwoordelijk te zijn, weigeren de meisjes te huwen; zij beweren dat zij niet de enige zijn die betrekking tot haar hadden".

De kleding die hu in het gebied van het opperhoofd Chiota is toegestaan voor de meisjes en de vrouwen moet knielengte hebben. Twee meisjes hebben voor overtreding in het toch dragen van mini-kleding elk een boete van ƒ 50, — gekregen. Dit bedrag is voor dit gebied een zeer zware straf". Heb ik te veel geschreven als ik betoogde dat de heidenen als voorbeeld kunnen dienen? De Heere geve nog een bukken en buigen voor Zijn gebod. Dat de waarschuwende stem niet mocht ontbreken. Gods Woord zij ons in alles ten richtsnoer. „Die oren heeft om te horen, die hore." Hiermee willen we deze artikelenserie dan weer besluiten.

Dordrecht

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 februari 1974

De Saambinder | 6 Pagina's

Rondom het gehoorzame kind (11)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 februari 1974

De Saambinder | 6 Pagina's