Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKELIJK LEVEN IN ZUID-AFRIKA

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJK LEVEN IN ZUID-AFRIKA

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Op 6 en 7 April 1652 het Jan van Riebeeck met drie skeepe in Tafelbaai geland om 'n ver-v versingstasie aan die Kaap te vestig. Met hom het ook die Christendom na die Suidpunt van Afrika gekom. Die kerk wat so aan die Kaap gevestig is, was die Kerk van Nederland soos dit deur die Kerkhervorming en daarna van die Roomse dwalings gesuiwer is. Die Kerk van die Kaap was dus na inhoud, na leer en diens op dieselfde lees geskoei as die Kerk in Nederland. Daarom het die Kerk hier dieselfde Bijbel, Belijdenisskrifte, Formuhere, Psalmboek en vorm van godsdiensoefening as die Nederlandse Kerk gehad ..." (Prof. Dr. A. D. Pont).

Tot zover wat de geschiedenis ons meldt over de geboorte van de Nederduitsch Hervormde Kerk in Zuid-Afrika. Direkt blijken de nauwe banden, die deze kerk in oorsprong en voortzetting met de Nederlandse Kerk heeft. Banden die er nóg zijn, maar helaas op breken staan. En dat wegens het droevige feit dat de Nederlandse Kerken (gelukkig niet allen) tot de betreurenswaardige stap zijn overgegaan, om terrorisme in Zuid-Afrika te steunen (Geref. 8501. 1974). Een besluit dat niet alleen op politieke inmenging met het binnenlandse beleid van een ander land duidt, maar tevens op een misverstand aangaande de koers van de Zuid-Afrikaanse regering wijst. Hoever heeft het Communisme al beslag gelegd op gedachtengang en oordeel van de Westerse wereld? Maar al kraken de banden met de Nederlandse Kerken dan ook, de karaktertrekken van Neêrlands Kerk worden nog steeds duidelijk weerspiegeld in de drie zusterkerken, die momenteel de drie voornaamste in Zuid-Afrika zijn. Wie meer wil weten over het ontstaan van deze drie kerken uit de Nederlands Hervormde Kerk, leze het hoofdstuk over de „Doppers" in het meesterlijk geschreven werk van de bekende H. Algra: „Het wonder van de 19-de eeuw".

Het is hartverwarmend te lezen, hoe de oude voortrekkers de Statenbijbel mét de kanttekeningen hebben doorploegd. Hoe de kinderen uit deze zelfde Bijbel hebben Ieren spellen. Hoe na de geliefde Statenbijbel de "outeure" (oudvaders, waarvan Hellenbroek, Brakel en Smytegelt met name genoemd) de bronnen waren, waar de ziel bij gelaafd werd.

Van 1652 tot 1900 was de ambtelijke taal van een groot deel van de Europese bevolking van Zuid-Afrika Nederlands. Uit deze taal groeide langzaam maar zeker het huidige Afrikaans, dat in 1925 tot ambtelijke taal van de staat erkend werd. De Calvinist-dichter, theoloog en volksman Totius, die een groot voorvechter van het Afrikaans was, heeft de drie zusterkerken een grote dienst bewezen. Uit zijn handen hebben ze de Afrikaanse Bijbel ontvangen. Dat dit een niet zo gemakkelijk werkje geweest is, wordt ons in het reeds eerder vermelde boek van Algra heel aardig verteld: "Een Bijbelvertaling heeft altijd een taalscheppend element. De woorden en zinnen krijgen een nieuwe en diepere inhoud, de taal wordt omgevormd. Bijbelvertaling is reformatie der taal. Soms was het ook voor Prof. Du Toit bijna onmogelijk. Dan had hij neergeschreven: Én Job het geantwoord en gesê ... Maar „Job het maar nie Afrikaans wil praat nie". Ook de behoefte aan een Afrikaanse berijming van de Psalmen werd voelbaar. En zo verschijnt in 1936 de Afrikaanse Psalmbundel. Ook deze is voor een groot deel van de hand van Totius. Hoe mooi wordt Gods wijsheid, heerlijkheid en almacht b.v. in psalm 8 beschreven:

Daar is geen land so ver of woes gelee
Geen strand, o HEER, of wilde water weë
Geen hemelsfeer in die oneindigheid
Of orals blink u Naam en majesteit.

Opmerkenswaardig is, dat deze berijming veel dichter bij de Bijbel staat, dan de Hollandse Psalmberijming van 1773. Ook de formulieren zijn uit het Nederlands in het Afrikaans vertaald. Alle drie de kerken zijn gefundeerd op de hele Heihge Schrift, zonder enige verdraaiing, en de drie formulieren van enigheid.

In de leer staan de drie zusterkerken, de Nederduitsch Gereformeerde Kerk, de Nederduitsch Hervormde Kerk en de Gereformeerde of Dopperkerk heel dicht bij elkaar. Kleine onderlinge verschillen, zoals het weren van gezangen uit de eredienst (Geref. Kerk), of wat meer aandacht schenken aan vorm en plechtigheid (N.G.-Kerk) lopen direct in het oog, maar zijn in feite maar bijzaken. Een diepgaand leerverschil is mij echter niet bekend. In alle drie de kerken wordt een sterk Calvinistisch-getinte, vóórwerpelijke prediking gebracht. Van invloed van onze 17de eeuwse oudvaders, voornamelijk wat de ónderwerpelijke en separerende prediking betreft, wordt weinig gemerkt.

Wél wordt het kerkvolk opgeroepen tot bekering; wél worden de volkszonden scherp en dringend aangewezen; zelfs wordt het „Gijlieden moet wederom geboren worden", niet verzwegen. Maar... tóch worden alle doopouders aangesproken als kinderen des verbonds; tóch neemt bijna het grootste gedeelte van de gemeente deel aan het Heilig Avondmaal; tóch denkt het doorsnee schoolkind: ik ben een schaapje van Christus' kudde ...

U vraagt nog: Waarom een Gereformeerde Gemeente in Zuid-Afrika (Randburg)? Het antwoord is hierboven al gegeven. En wat het lager onderwijs betreft moet ik als mijn persoonlijke mening zeggen: jammer dat we geen eigen school hebben! (Let wel: dit geldt niet voor alle scholen en evenmin voor het voortgezet onderwijs, dat zedelijk en godsdienstig op een veel hoger peil staat als het voortgezet onderwijs in Nederland).

Als kleine gemeente in Zuid-Arika heeft de Gereformeerde Gemeente niet te klagen over de houding die de Zuidafrikaanse kerken tegenover ons aannemen, want deze is gastvrij en vriendelijk! Ik denk aan het gratis lenen van een kerkzaal (nu een schoolzaal) om te vergaderen, enz.

Al heeft de Gereformeerde Gemeente Randburg als dochter-gemeente van het Nederlands Kerkverband van die naam, een eigen plaats gezocht, los van de drie Afrikaanse zusterkerken, dit wil niet zeggen, dat ze alles wat uit die kerken afkomstig is, afwijst. De kerkeraad van Randburg streeft naar een zo groot mogelijke mate van aansluiting bij de Afrikaans-kerkelijke goede gebruiken. Zo wordt niet alleen tijdens de dienst (jammer genoeg nog steeds leesdienst) uit de Afrikaanse Bijbel gelezen, maar de Afrikaanse psalmen worden, evenals in de landskerken, staande gezongen. Voorbeeldig is ook de grote eerbied die de Afrikaners ten toon spreiden: voor de kerkdienst wordt geen woord gesproken in de kerk zelf en tijdens de dienst wordt niet gesnoept! Opvallend is ook de deftige kleding: vrouwen en meisjes dragen allen een hoed. Het is zelfs in het verleden gebeurd, dat een immigrantengezin uit Nederland, zich in de Gereformeerde Kerk vestigde. De dochters kwamen zondags zonder hoed binnen in de kerk, waarop de predikantsvrouw de komende week in aller ijl passende hoeden verzamelde en die ter hand stelde, opdat dit aanstoot gevende euvel niet weer zou voorkomen. Ondanks de hitte, zijn alle mannen en jongens tot zelfs in het hartje van de zomer keurig in costuum gestoken en niet één mouwloos jurkje wekt ergernis. Deze goede gewoonten zijn navolgenswaardig en in deze tracht men zich zo veel mogelijk aan te passen.

Een laatste en veelomvattend facet, wat ik graag nog even zou willen belichten, is de dagelijkse levenswandel van de Zuid-Afrikaner. Elk volk heeft zijn eigen karakter, waarop ook het verleden en de omringende volken een stempel drukken. De Zuid-Afrikaner is een vriendelijk mens, die niet graag^'zeer' maakt. Dit heeft veelal het bekende "veel beloven en weinig geven. . ." tot gevolg. Zit de Bantoe vol leugen - je kunt eenvoudigweg niet van hun woord op aan - de Afrikaner zelf is evenmin een slaaf van zijn woord. Naast dit betreurenswaardige feit, moet tot grote eer van dit volk gezegd worden, dat bordjes met: Spreekt virijmoedig over God maar misbruikt Zijn naam niet, hier voor het Afrikaans sprekende deel van de bevolking over het algemeen gesproken niet nodig zijn.

De Afrikaner is "vroom" in zijn woordgebruik en schaamt zich niet om Gods leiding te eren. Als volk - ik denk aan de biddag die tijdens de grote droogte in januari 1973 door de regering uitgeschreven werd - maar ook individueel. Ik denk aan het jonge doktertje, dat zijn patiënten voorhoudt: „Ek gee wel medisyne, maar die Heer moet die genesing gee!"

Dat ook hier veel kaf onder het koren zit, dat zulke dingen zo voor in de mond kunnen gaan liggen, dat het niet echt meer is, doet toch aan het goede dat er in schuilt niet af! Die Mij eren zal Ik eren, zo zegt de Bijbel, maar die Mij versmaden zullen licht geacht worden.

Z.-Afr.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 1974

De Saambinder | 8 Pagina's

KERKELIJK LEVEN IN ZUID-AFRIKA

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 1974

De Saambinder | 8 Pagina's