Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT ANDERE BLADEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT ANDERE BLADEN

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Reformatie Stemmen nr. 13, -uitgave Vereniging „Gijsbertus Voetius" stond een Kort overzicht der psalmberijmingen, waarvan ik weer verkort het volgende overneem:

In 1517 begint in Europa de Kerkhervorming. Luther en Calvijn willen de Gemeente in de openbare eredienst laten zingen, dus moet er een Psalmberijming komen.

1524: Er komen gezangenboekjes van de pers, o.a. Luthers berijming van Psalm 130.

1537: 16 januari - verzoek van Calvijn om in Geneve het zingen der Psalmen in te voeren.

1539: Calvijn - nu verbannen uit die stad - vertoeft in Straatsburg. Hij geeft de eerste Franse Psalmboekjes op hele en halve noten uit. 13 Psalmen waren berijmd door Clement Marot. Calvijn berijmde Psalm 25, 36, 46, 91, 113, 138.

1541: Calvijn weer in Geneve terug. Marot gaat verder met het berijmen der Psalmen.

1544: Marot sterft. Beza gaat berijmen, Louis Bourgeois maakt de zangwijzen. 1562: De volledige psalmberijming is klaar. Dit noemt men het Hugenotenpsalter. Marot berijmde 47 Psalmen. Beza berijmde 103 psalmen. 'Beiden hadden hun zeer gelukkige en hun minder gelukkig geïnspireerde ogenblikken. (Prof. V. d. Leeuw).

1562-1598: De Geneefse Gemeente gebruikt deze berijming, ze is in alle Gereformeerde kerken van Europa de grondslag van het nationale Psalmboek.

Voor 1540 kende men geen Nederlandse Psalmberijming. In dat jaar de eerste Nederlandse berijming, de „Souterliedekens". Ze verschenen in Antwerpen, Souter — Salter = Psalter = Psalm. Souterliedboek bevatte- ook berijmde Schriftgedeelten. De dichter was Jonkheer Willem V. Zuylen v. Nyevelt.

De melodie was aan wereldse liederen ontleend. Daarom zong de kerk ze niet en koos men later - in 1566 - voor Datheen.

1551-1566: JanUtenhove, ouderling der Vluchtelingengemeente te Londen, levert een Psalmberijming.

1571: De Londense kerk kiest toch voor Datheen.

1568: Kerkelijke vergaderingen in Wezel en Dordrecht kiezen voor de berijmnig van Datheen.

1565: Lucas de Heere berijmt enkele Psalmen, maar besluit in 1566, als Datheen verschijnt, niet verder te gaan.

1566: Petrus Dathenus komt met zijn Psalmberijming klaar. Hij werkte er anderhalf jaar aan. „Als een ontijdige geboorte af gedrongen". Datheen leefde van 1531-1588.

1580: Marnix van Sint Aldegonde heeft zijn Psalmberijming klaar. („Dit is geschied, eensdeels zijnde in ballingschap, eensdeels in de gevangenis onder, de handen der vijanden, eensdeels ook onder vele andere bekommernissen".) Marnix werd in 1540 geboren, werd in 1561 Calvinist, ging in 1566 in ballingschap en schreef in 1569 zijn berucht werk De Bijenkorf, In 1598 overleed hij.

1581: Marnix' Psalmberijming beoordeeld op de Synode te Middelburg. Boekverkopers protesteren. Men zit met een grote voorraad van , de Psalmen van Datheen.

1586: De Haagse Synode aanvaardt Marnix' berijming „sonder nochtans de vorige Psalmen Datheni precieselijk te verwerpen". Marnix raakt in 1585 en navolgende jaren, door de val van Antwerpen het vertrouwen bij ons volk kwijt, maar gaat door met het verbeteren van

zijn berijming. Het Haagse besluit is nooit uitgevoerd. Men blijft Datheen zingen.

1591: Een zeer verbeterde uitgave van Marnix' berijming komt van de pers.

1640: Jacobus Revius komt met zijn Psalmberijming. „De verbeterde Datheen, zoals alleen een geboren kunstenaar die kan vervaardigen". Revius leefde van 1586-1658 en was van 1614- 1641 predikant te Deventer. Door de Dordtse Synode werd hij aangesteld als revisor (herziener) van het Oude Testament.

1773: Nieuwe berijming. 1937: Zuid-Afrikaanse berijming van Totius.

In de Psalmen ziet men alle heiligen in het hart. Het is een kleine Bijbel en een kort begrip van beide testamenten. (Luther).

We kunnen geen betere noch meer geschikte gezangen vinden dan de Psalmen Davids, welke de Heilige Geest voorgelezen en Zelf gemaakt heeft. Als we deze zingen zijn we zeker dat God ons de woorden in de mond legt, even alsof Hij Zelf binnen ons zong om Zijn eer te verheffen. (Calvijn).

En de lezers zullen, als ik mij niet vergis, merken, dat wanneer ik de verborgen gevoelens zowel van David als van de anderen uitleg, ik niets anders spreek dan van hetgeen ik persoonlijk heb ondervonden. (Calvijn).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 november 1976

De Saambinder | 8 Pagina's

UIT ANDERE BLADEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 november 1976

De Saambinder | 8 Pagina's