Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Rapport van de adviescommissie inzake de gewijzigde echtscheidingswetgeving en huwelijken van gescheidenen (3)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De toepassing van de kerkelijke tucht bij een ongeoorloofde echtscheiding.

Een angeoorloofde echtscheidinig is een echtscheiding, idie niet gefundieerd is op Gods Woord. Reeds is ©r op gewezen, dat een echtsohei'diing, die door de rechter uitgesproken is, een echitsdhedding kan zijn düe naar de Heilige Schrift ongeoorloofd is en door de kerk als niet-itoelaatbaar moet worden beschouwd. Wie de burgerlijke wetgeving gebruikt om een scheiding aan te gaan op ^andere gronden dan Gods Woord toelaat, bhjft naar goddelijk recht söhuldig staan aan echtbrenk. Voor de kejk geldt, dat hier gezondigd is en derha)lve is het de roeping van de kerkeraad betrokkene(n) hiervan te overtuigen opdat dieze zich schuldig zal/zullen gevoelen.

Aian de kerk is de taak om haar leden, die zich vrijwillig aan haar hebben verbonden en beloofd hebben, ingeval zij zidh in leer of leven kwamen te misgaan, zidh laan de kerkelijke tucht te oniderwerpen, dan oök dienovereenkomstig te behandelen. Dit houdt in de toepassing van dfe kerkelijke tucht.

Op de vraag hoelang en op welke wijze dfe oensuur op deze leden van kracht moet blijven, kan worden opgemerkt dat de kerkelijke tucbt in de eerste plaats medisch is, dte moet werken om de zondiaar terug te brengen van zijn zondige weg. Zij vra& gt naiar oprecht berouw, naar schuldgevoel en een boetvaardige terugkeer tot de Heere en Zijn inzettingen. Hoe de kerkelijke censuur in een concreet geval moet funotioneren, moet naar de aard van de kerkelijke tucht van geval tot geval worden bezien. Het is in de pratotijk evenwel zo dat, hoe oprecht de boetvaardigheid ook kan zijn, het niet altijd mogelijk is het vorige kwaad ongedaan te maken.

Wanneer gebleken is dat de eis tot terugkeer naar de vorige echtgeno(o)t(e) niet meer gesteld kan worden, heeft het handhaven van de censuur geen goede zin. Dan kan ook na voldoende lange tijd, waarin de oprechtheid van het berouw getoetst kan worden, tot opheffing van de censuur wordién oveTgegaan.

In het algemeen kan hiertoe geen andere voorwaarde gesteld worden dan openbare schuldbei üderiis. HierriH kiinnien dan degenen, die onder ide kerkelijke oensuur gestaan hebben, weer in hun volle rechten als lidma(a)t(e) hersteld worden.

Betreft het biiitenikerkelijke personen, die zidh voor het eersit toegang vragen tot de gemeenschap der kerk, dan moet met hen gehandeld worden als hierboven beschreven Met dien verstande echter, dat de schuldbelijdenis kan gedaan worden voor de kerkeraad.

Kerkelijke huwelijksbevestiging van gescheidenen.

De voorwaarde voor een huwelijl^bevestiging door de kerk moet zijn, dat het een „huwelijk is in de Heere" (2 Oor. 6 : 14 en 15). Deze woorden betekenen dat er een basis moet zijn voor een Ohristelijike huwelijksigemeenschap en voor het opvoeden van kinderen bij Schrift en belijdenis. Het bovengenoemde geldt ook voor hot aangaan van een tweede huwelijk. Alleen wanneer een huweHjk ontbonden is overeenkomstig hetgeen de Heilige Schrift leert, kan dan ook een kerkelijke huwelijksbevestiging plaatsvinden.

Wanneer na een, volgens de Heilige Schrift ongeoorloofde, scheiding de overheid een nieuw huwelijk toestaat, moet de kerk dit als een zondige daad veroordelen en kan deze daaraan op geen enkele wijze haar medewerking verlenen, zolang de echtgeno(o)t(e) niet hertrouwd is en geen aanwijsbaar feit van echtbreuk heeft gepleegd.

Tot nader verduidelijking hierover het volgende:

— De Generale Synode te Utrecht in 1956 heeft uitgesproken, dat degenen die een tweede huwelijk kerkelijk wensen te laten bevestigen, zelf het bewijs moeten leveren van de schriftuurlijke toelaatbaarheid, dus dat een vorig huwelijk op schriftuurlijke gronden ontbonden is. Inidiien deze bewijzen ondeugdelijk zijn en het huwelijk toch gesloten wordt voor dte overheid', zal de kerkelijke bevestiging niet mogen geschieden; tevens zal er dan een Icerfcreohtelijke behandeling op moeten volgen.

Indien er edhter oprecht schuldbelijdenis wordt uitgesproken, zal de kerkeüjke tucht een einde nemen. Men dient namelijk onderscheid te maken tussen tde daad der zonde en de gevolgen der zonide, die onafwendbaar zijn. Dan geldt ook hier dat de tucht geen vergelding is vo'or gepleegd cmrecM, hetgeen zij nooit mag zijn.

De praktische toepassing voor het kerkelijke leven van heden is dan deze: Wanneer iemand, die zelf geheel vrij is om te huwen, een an^der trouwt die op ongeoorloofde wijze is gescheiden, dan doet deze een zondige daad, ook als de overheid een nieuw huwelijk toestaat.

De kerk mag hieraan op geen enkele wijze baar medewerking verlenen, maar moet dit huwelijk als een zondige daad voor God veroordelen en moet dan de betrokkenen kerkelijk behandelen. Wanneer echter het huwelijk wordt aangegaan met iemand, die geoorloofd is gescheiden, maar waarvan de vorige echtgeno(o)t(e) is hertrouwd of gestorven, kan men dit aangaan van een nieuw huwelijk niet als een zondige daad aanmerken, omdat degene, die ongeoorloofd is gescheiden, aan zijn/haar vorige echtgeno(o)t(e) niet meer verbonden is.

Slotopmerkingen.

De gewijzigde wetgeving 'op (het gebied van de echtscheiding maakt het de gehuwden veel gemakkelijker om tot een scheiding te komen. Het gevaar is groot dat dit een oorzaak is, ook in onze Gemeenten, dat men ruimer en gemakkelijker gaat denken over de echtscheiding. De kerkeraad zal daarom ook in dit opzicht bijzonder acht moeten slaan óp de kudde. In de prediking, catechese en op huisbezoek kan het nuttig zijn om jonge mensen te waarschuwen voor huwelijken waarbij de kiem van de moeiÜj'kheden reeds vóór hef aangaan van de echtverbdntenis aanwezig is.

Overeenkomstig de vermaning van de apostel Paulus moet altijd afgeraden worden een juk aan te gaan met een ongelovige. Allereerst omdat dit ernstige geesteUjke schade kan veroorzaken, maar vaak ook omdat dit achteraf leidt tot grote moeUijfcheden in het gezin, o.a. bij het dopen en de uit de doopbelofte voortvloeiende verplichting om de kinderen in de christelijke leer te onderwijzen en op te voeden

Eveneens past een ennstige maax liefdevolle waarsohuwinig voor huwelijkeo dde duidfelijk gesloten wonden met bij-oogmerfcen als rijkdom, eer, med'elijdlen met göbpekkigen, hulp bij emigratie uit lanidein die men alleen voor een wettig huwelijk verMen mag. Er zal steeds op gewezen moeten wordien dat rechte huwelijken gesloten worden uit Mefde jegens elkaar, in gehoorzaamheid aan Gods gebod en zidh in blijvende trouw openbaren.

De toenemende sieoulaiisatie en diaarmede ook het vervagen van de kerkelijke grenzen, vormen een extra bedlreigiiig van het huweHjk als een inistellinig Gods. Het aangaan van een huwelijk, waarin verschil is in kerkelijke gezindte van man en vrouw, kan ook gemakkelijk een oorzaak woidien van spanningen en moeilijkhedten. Daarom moet er steeds op gewezen wordten dat ook onze jongeren hun levensgezel moeten zoeken uit die kringen, waar eerbied is voor God en Zijn Woond en voor de leer die naar de Godizahgheid is. Gods Woord leent ons dat om hoererij en oarednheid, hartstodht e, d'. Gods toom komt over de kindefren der ongehoorzaamheid (Col. 3 : 5-7.

Laten wij als gemeeniten biiddfen en waken dat wij ook op het terrein van het huwelijk niet in verzoeking komen en laten wij Ihierbij onze jonge mensen niiet vergefceni. Onmisbaar voor een goed huwelijk is de vrije toestemming van de aanstaande echtgenoten. Niemand kan igedwonigen liefhebben en wanneer de liefde de harten niet samenbindt, ban er van ©en goed huwelijtoleven geen sprake zijn en leidt dfe samenwoning van man en vrouw spoedig tot zonde en veel huwelijksellende. Aan afgedwongen huwelijken, mag de kerk niet meeweiiken. Verder zegt het huweh|ksfonnulier, dat naar het bevel Gods en naar de christelijke ordening het huwelijk verbonden wordt „met weten en wil hunner oudfeirs of voogden en vrienden".

Ook kan het voorkomen dat ouders zonder wettige redenen een huwelijk trachten tegen te houdten en, zo het huweUjk toch voltrokken wordt, proberen een kerkelijke huwelijksbevestiging te beletten. In dit geval heeft Voetius gezegd, moet de kerkeraad een eigen onderzoek inistöUen en dan naar bevind van zaken handelen.

Bij de kerkelijke behandeling van huwelijkskwesties is het, evenals met alle andere zonden die in de gemeente plaatshebben, beslist geboden om de regel van Mattheüs 18 strikt in acht te nemen. Huwelijksmoeilijkheden moeten binnen zo beperkt mogelijke kring blijven. Worden deze huwelijksmoeilijkheden aan één of enkele leden van de kerkeraad bekend, dan behoren deze broeders ze eerst te behandelen. Berst als deze pogingen vruchteloos zijn of deze moeilijkheden duidelijk naar buiten openbaar komen, is het de plicht van de gehele kerkeraad er zich mede bezig te houden. Het verdient aanbeveling dat de bezoekende broeders, zelfs als die gehele kerkeraad er nog niet in gekend is, van afgelegde bezoeken niet alleen de data, maar zo mogelijk ook de hoofdzaken van 'het besprokene aantekenen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1978

De Saambinder | 8 Pagina's

Rapport van de adviescommissie inzake de gewijzigde echtscheidingswetgeving en huwelijken van gescheidenen  (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1978

De Saambinder | 8 Pagina's