Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik zal U hartelijk liefhebben

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik zal U hartelijk liefhebben

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

Hij zeide dan: Ik zal U hartelijk liefhebben, Heere, mijn Sterkte. Psalm 18 : 2.

Deze 18e Psalm is een danklied, waarin David, zoals ook het opschrift zegt, de Heere dankt, omdat Hij hem gered heeft uit de hand van al zijn vijanden, en uit de hand van Saul. Naar alle waarschijnlijkheid is dit zelfs Davids laatste Psahn geweest. Als David aan het einde van zijn leven gekomen is, en hij, na alle oorlogen, die hij heeft gevoerd, tenslotte rustig in zijn paleis in Jeruzalem woont, overdenkt hij zijn voorbijgegane leven. Hij heeft het niet gemakkelijk gehad. Zijn hele leven lang heeft hij moeten strijden. Dat begon al met de Filistijnse reus Goliath. Later aan het hof komt de jaloezie van Saul openbaar, waarvoor hij vluchten moet. En als hij eenmaal aan de regering gekomen is en Israël tot bloei heeft gebracht, komen de naburige vorsten en volken op hem af. En wat te denken van zijn eigen zoon Absalom, die een opstand tegen hem ontketende.

Ontelbare keren is hij in doodsgevaar geweest. En toch heeft hij altijd weer de overwinning behaald. Het zou naar de mens gesproken geen wonder geweest zijn, als David, zijn leven overziende, een zegelied gezongen had, waarin hij zich beroemde 'Op zijn grote daden. Toch heeft David het door Gods genade anders mogen doen. David zingt een loflied op Gods grote daden. Hij weet maar al te goed dat hij zijn vijanden niet in eigen kracht heeft verslagen.

In de woorden van onze tekst zien we meteen wat het geheim is van Davids kracht: Hij zeide dan: Ik zal U hartelijk üefhebben, Heere, mijn Sterkte! Door genade heeft hij de Heere lief. De Heere is de Bron van zijn kracht. Hij weet en gelooft dat het de Heere is. Die hem heeft bevrijd.

Als David hier zegt, dat hij de Heere zal liefhebben, slaat dat niet op de toekomst. Met hetzelfde recht mogen we vertalen: hartelijk heb ik U lief.

David had de Heere immers al lief in zijn vroege jeugd, toen hij de schapen van zijn vader Isaï hoedde. Van die liefde heeft hij ook vaak gezongen, al spelend op zijn harp. De dienst van God was voor hem waarlijk een Uefdedienst geworden. Niet dat dit bij David een aangeboren eigenschap was. Zijn hartelijke liefde tot God was wederliefde, omdat God hem eerst heeft liefgehad.

En die liefde tot God is hem zijn hele leven bijgebleven. Zijn zonden' waarin hij gevallen is, hebben die liefde tc-jh niet uit zijn hart kunnen wegbannen. Integendeel, zijn liefde tot God is door de jaren heen juist vaster en inniger geworden. En als hij dan op zijn oude dag zijn leven overziet en hij vergewist zich ervan Wie de Heere voor hem geweest is, dan kan hij niet anders zeggen: hartelijk heb ik U lief, Heere, mijn Sterkte!

Wat een innige liefdesve^daringf En deze verklaring leggen al Gods - kinderen af, van de kleinste tot de grootste. Niet alleen de beginnelingen, maar ook de verder gevorderden. En hoe meer we geoefend zijn in het geloof, des te inniger en hartelijker hebben we de Heere Hef.

De liefde tot God is een van de duidelijkste kenmerken van genade. Het is eigenlijk de spil, waar alles om draait in de praktijk van het geloofsleven. De liefde is ook de vervulling van de wet. En de liefde vergaat nimmermeer. Profetieën zullen teniet gedaan worden. Talen zullen ophouden. Kennis zal teniet gedaan worden, maar de liefde blijft. Lezer, hebt u dé Heere lief? Weet u van die tijd in uw leven, toen er een betrekking op God gevallen is, een liefdesbetrekking? Weet u het nog, toen de Heere Zijn üefde in uw hart uitstortte? Hebt u de Heere toen niet hartelijk liefgekregen? Is uw harde hart toen niet recht grondig verbroken? Die tijd zullen we toch nooit meer vergeten, toen we veroordeeld over de wereld gingen. Toen de smart van de zonde ons hart doorsneed. Toen we ons wegschaamden vanwege onze schuld. En toen we, ondanks ons bedreven kwaad tegen een goeddoend God, wel eens uitriepen: O God, ik ben het niet waard dat U nog naar me omziet, ik heb de dood dubbel en dwars verdiend, mijn hele leven ligt verzondigd, en toch. . . heb ik U Hef! Hoe komt dat? Dat komt door die uitgestorte liefde in ons hart. Die noopt onherroepeHjk tot wederliefde. We hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Wat is dat een goede tijd in je leven, de tijd van die eerste liefde. Dan vloeien de liefdestranen soms zomaar over je wangen. Dan begin je soms zomaar onder je werk, of als je uit de kerk naar huis loopt te zingen: God heb ik lief, want die getrouwe Heer' hoort mijne stem, mijn smekingen en mijn klagen. Of als je de eenzaamheid hebt opgezocht, en je legt even je bijbeltje terzijde om uit de grond van je hart met David te zeggen: Ik zal U hartelijk liefhebben, Heere, mijn Sterkte! En hoe meer ons geloof geoefend wordt, des te inniger wordt onze liefde tot God. Als we iets mogen zien van de dierbaarheid van Christus, zoals Hij in de gestalte van het evangelie tot ons komt in Zijn zondaarsliefde en in de algenoegzaamheid van Zijn werk, dan ontvlamt er in onze ziel zo'n hartelijke liefde tot Hem, dat we Hem nog ijveriger gaan zoeken.

En wie door het geloof zijn schuldige hand mag leren leggen op dat enige ware Offerlam, Dat de zonde der wereld heeft weggedragen, die leert het de bruid in het Hooglied nazeggen: Mijn liefste is blank en rood, Hij draagt de banier boven tienduizend. Ja, alles wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Zulk Een is mijn Liefste, zulk een is mijn Vriend, gij dochters van Jeruzalem. Vele wateren zouden deze liefde niet kunnen uitblussen. Al gaf iemand het goed van zijn huis voor deze liefde, men zou hem ten enenmale verachten.

Ik zal U hartelijk liefhebben, Heere, mijn Sterkte! Het voorwerp van déze liefde is de HEERE, dat is Jehova, de drieënige Verbondsgod. Dat is de Vader, niet alleen vanwege Zijn trekkende liefde, maar ook omdat Hij om Zijns Zoons Christus' wil onze God en onze Vader zijn wil. Het voorwerp van deze liefde is ook de Zoon, Die ons kocht met Zijn bloed. Het is ook de Heilige Geest, Die Ons bevindelijk leert - de dingen, die ons van God geschonken zijn. Dan mag een arme zondaar, ziende op die trouwe Verbondsgod het wel eens uitroepen: O, lieve Vader, lieve Zoon en lieve Heilige Geest, ik zal U hartelijk liefhebben. Ziet u het staan? HarteHjk! Die liefde is een zaak van het hart. Die liefde tot God komt ook in de vruchten naar buiten openbaar. Als we God liefhebben, kunnen anderen dat aan ons zien. Als er in ons leven alleen maar stinkende vruchten zijn, zoals haat en nijd, afgunst, leugen en bedrog of geldgierigheid, dan mogen we ons toch wel afvragen of we de Heere werkelijk oprecht Hefhebben. Indien iemand zegt: ik heb God lief; en haat zijn broeder, die is een leugenaar. De

liefde tot God komt altijd openbaar in de liefde tot de naaste. Ik zal U hartelijk liefhebben, Heere, mijn Sterkte! Lezer, op deze liefde komt het uiteindelijk aan. Ik weet wel, daar horen de hoop en het geloof ook bij, dat zullen we de volgende keer zien, maar de liefde is het voornaamste deel van de godzaligheid.

Wat zou u antwoorden, als de Heere u eens vroeg wat Hij aan Petrus vroeg bij de Zee van Tiberias? Hebt gij Mij lief? Zou u daar nee op zeggen? Kent u daar helemaal niets van, van die liefdestranen tot God? Toen u zag op al uw zonden, waardoor u Gods gramschap hebt verdiend, is uw geloofsoog toen nooit eens gericht op de Heere Jezus, hangend aan het kruis, als die Goede Herder, Die Zijn léven stelde voor Zijn schapen? Hebt u dat Woord van God nooit liefgekregen en is uw schuldige -ziel nooit verlost, toen de persoon van de Heere Jezus begon te blinken door de traliën van Zijn Woord? Laat uw zonden u er toch niet van weerhouden om met David te verkla^ ren: ik zal U hartelijk liefhebben, Heere, mijn Sterkte!

Hier in dit leven zal onze liefde tot God altijd onvolkomen blijven. We komen er wel achter, dat er nog zoveel andere dingen zijn, die we onze liefde waardig schatten. Onze liefde is altijd onvolmaakt. Maar er is er Een geweest, Wiens liefde wel volmaakt was. En daarin is Hij ook Borg voor al de Zijnen. Onze gedachten gaan uit naar die geheel enige Knecht des Heeren, van Wie David in deze Psalm een type is, speciaal in zijn hier bezongen levensloop: door de strijd en benauwing gaat het tot heerlijkheid en grootheid. Deze 18e Psalm is een Messiaanse Psalm.

Zoals David in de kracht des Heeren de overwinning behaalde op al zijn vijanden, zo heeft Christus in een veel diepere zin de overwinning op Zijn vijanden behaald. Hij heeft satans kop vermorzeld en de overwinning behaald over hel, dood en graf.

Hij zeide dan: Ik zal U hartelijk liefhebben, Heere, Mijn Sterkte! Uit liefde tot het recht en de deugden Zijns Vaders, is Christus naar 'deze vervloekte wereld gekomen om te lijden en' te strijden en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen^ Zo lief had Hij het Woord en de Wet Zijns Vaders, dat Hij reeds

in de stilte van de eeuwigheid sprak: Zie Ik kom, in de rol des boeks is van Mij geschreven. Ik heb lust, o Mijn God, om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden Mijns ingewands. Als er ooit Een geweest is. Die Zijn Vader hartelijk heeft liefgehad, dan was het wel die Man van smarten. Uit liefde tot het welbehagen van Zijn Vader heeft Hij Zijn Kerk verlost. Die Kerk, die uit dat welbehagen is voortgekomen. En door die liefde gedreven, heeft Hij de beker van Zijn lijden tot de laatste druppel toe leeggedronken.

Daarvoor is Hij zelfs afgedaald tot in de diepten van de dood. Zo krijgen ook de verzen 5 tot 7 in deze Psalm hun diepere betekenis. Banden des doods hadden Mij omvangen, en beken belials verschrikten Mij. Daar zien we Hem hangen aan het vloekhout der schande, als de dood Hem aangrijpt en de satan met zijn stierenheir zich rondom het kruis verzamelt, ja als alle hellemachten op de been zijn om Sions Borg te benauwen. Banden der hel omringden Mij, strikken des doods bejegenden Mij. Daar hangt Hij tot een spot en smaad van mensen. Daar hangt Hij in plaats van de Zijnen. Daar hadden Gods uitverkorenen moeten hangen, maar nu heeft Jezus daar gehangen. En daarom kunnen u en ik nog met God verzoend worden. Om deze overtredingen is Hij verwond en om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld.

Zo lief had Christus Zijn Vader en Zijn volk, dat Hij daarvoor die duistere nacht van Golgotha inging. Als Mij bange was, riep Ik de Heere aan, en riep tgi Mijn God (vs. 7a). Hier horen wij het vierde kruiswoord op de achtergrond klinken: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?

Maar daar op die vervloekte kruisheuvel heeft Christus ook de overwinning behaald op al Zijn vijanden. Daar heeft Hij het recht Gods verheerlijkt en de zaligheid voor Zijn Kerk aangebracht. En na Goede Vrijdag werd het Pasen. Hij zond van de hoogte, Hij nam Mij, Hij trok Mij op uit grote wateren (vs. 17). En Hij voerde Mij uit in de ruimte, Hij rukte Mij uit, want Hij had lust aan Mij (vs. 20). God heeft Zijn Zoon opgewekt tot rechtvaardigheid.

Deze 18e Psalm getuigt van Christus, als we er maar oog voor hebben. Leest u de verzen 21-25 nog maar eens na. Door Gods kracht heeft Christus Zijn verzoeningswerk volbracht.

Daarom kan Hij zeggen: Ik zal U hartelijk Uefhebben, Heere, Mijn Sterkte! Dat betekent: Mijn sterke Helper, de Bron van Mijn kracht. In Zijn verlossingswerk heeft Christus in alles volkomen gesteund op Zijn God en Vader. In een veel diepere zin dan David kon Hij zeggen: De Heere is Mijn Steenrots, en Mijn Burg, en Mijn Uithelper; Mijn God, Mijn Rots, op Welke Ik betrouw; Mijn Schild, en de Hoorn Mijns heils. Mijn Hoog Vertrek (vs. 3).

Lezer, zou u die God niet liefhebben, Die met een uitgewerkte zaligheid gereed staat, voor een ieder, die in Hem gelooft? Hij roept u nog tot Zijn heil. Daar is de gekruiste Christus een bewijs van. „Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem. Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad, en Zijn Zoon gezonden heeft tot een verzoening voor onze zonden".

Irian Jaya.

. Ds. C. G. Vreugdenhil.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 1978

De Saambinder | 8 Pagina's

Ik zal U hartelijk liefhebben

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 1978

De Saambinder | 8 Pagina's