Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De theologe van Nienhuis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De theologe van Nienhuis

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(3)

Moorrees heeft tijdens zijn academiejaren in Utrecht met aangenaamheid teruggedacht aan zijn verblijf en omgang in „Noordhoom", aan „het afgetrokken^en van het gewoel der wereld verwijderd leven in dat eenvoudig graafschap".

Eenmaal predikant te de Vuursche was het 4e beroep dat op hem werd uitgebracht, van de gemeente te Nienhuis, de plaais waar Geesje Pamans woonde. De jonge predikant voelde zich wel aangetrokken tot de hem bekende gemeente; maar wegens de ernstige toestand van zijn vader, meende hij vrijheid te hebben tot afwijzing van dit aanbod. Uit het vorenstaande blijkt niet alleen de on­ vergetelijke indruk die hij van die plaats meedroeg door zijn vriendschapsband met de eenvoudige Bentheimse, maar ook anderzijds is er in Nienhuis vertrouwen in de persoon Moorrees.

Vermoedelijk hebben de predikanten en de. opper-kerkeraad in het beroepingswerk zich laten adviseren door de ook bij hen geziene christin. Zij was niet zomaar een kerkhd zonder meer! Bijzonder werd ik hiervan overtuigd bij het inzien van twee door haar geschreven boeken. Het eerste boek dat ik in handen kreeg was een exemplaar uit de eerste druk van „Gods genade verheerlijkt" enz. en uitgegeven in 1775 bij H, Bokma te Leeuwarden. Dit 817 blz. tellende werk verkreeg zelfs een approbatie (goedkeuring) van de opperkerkeraad te en van de classis Bentheim. De predikanten E. A. Cappenberg en R. C. Staverman hebben het „echt verhaal van geestelijke bevindingen", zoals de titel luidt, een „voorberigt" meegegeven en m.i. tevens voor een indeling in hoofdstukken en paragrafen gezorgd.

Enige tijd later wist ik genoemd werk in bruikleen te bemachtigen, maar kwam toen tot de ontdekking dat het behoorde tot de editie welke door de zorg van Ds. A. P. A. du Cloux in 1855 werd uitgegeven.

De voorrede van de onder ons welbekende „de Kloek" geeft nog wat meer bijzonderheden over de schrijfster. Hij heeft vooraf informaties ingewonnen en daartoe „twee godzalige dienstknechten des Heeren" geraadpleegd. Het zijn de toen reeds geëmeriteerde predikanten J. van Velzen te Hoogeveen en B. Moorrees te Wijk bij Heusden.

Ds. van Velzen deelt mede dat hij Geesje Pamans voor \het eerst in 1803 heeft ontmoet. Geesje sprak tot hem: „De weg naar de hemel is en blijft voor al Gods kinderen een ontdekkingsweg tot het einde". Van Velzen weet evenals Moorrees van het onderricht dat ze wist te gven. (In dit verband denk ik nog aan „oude Dika" of wed. Egbertsen-van de Riet in Rijssen, waar Ds. Kersten zijn leerlingen naar toe stuurde voor „praktisch" onderwijs). De laatste ontmoeting die van Velzen met deze rijk begenadigde vrouw mocht hebben was op zondag 16 juli 1809 te Uelsen toen hij daar als student het Woord bediende n.a.v. Hebr. 13 : 8. Na afloop van de kerkdienst moest zij eerst wat rusten voordat zij kon spreken. Temidden van een gezelschap sprak zij daarna zeer blij en opgewekt. Voor van Velzen was het zeer bemoedigend toen zij hem met het oog op zijn „aanstaande betrekking als dienaar van zulk een Heer een hartelijke zegebede toesprak".

Van Velzen schrijft aan du Cloux: Nog acht ik mij aan haar zeer verplicht en zie het gaarne dat men aan haar en aan haar werk, (zij heeft ook nog een stukje uitgegeven over Psalm 23), blijft gedenken, en daarvan gebruik maken. Zij mag wel gelijk u het noemde „wederom leven", ik voeg er bij, „spreken nadat zij gestorven is".

Van Velzen, die als een vader in Christus mocht zijn, geeft uitgebreider dan wij hier kunnen geven, een zeer goed getuigenis van Geesje Pamans. Over haar heengaan wordt nog door hem verteld, dat zij in volle ruimte mocht afreizen. Als ze vermaand werd zich wat te ontzien, antwoordde ze: „Zolang ik nog mijn mond gebruiken kan, zal ik nog tot lof van mijnen dierbaren Heer en Koning spreken". In het begin van januari 1821 stierf zij. Van Velzen meent op 83 of 84 jarige leeftijd, terwijl Moorrees haar meer dan 90 gaf. Op haar begrafenis was „een verbazend grote menigte" aanwezig. Ds. Sikkens, destijds predikant te Neuenhaus, sprak daarbij over Psalm 73 : 26.

Moorrees heeft ook du CIbux uitvoerig ingelicht. De tochten van 2 uur over de heide staan hem nog helder voor de geest. Vooral in dagen van strijd en aanvechting bracht hij een bezoek aan de arme vrouw die in een „zijdekamertje" bij een godvrezende broeder onderdak had gevonden.

De reeds bejaarde predikant schrijft: „Zij hoorde onder die weinigen, die, de eerste liefde, en dat met gedurige toeneming behouden had; het scheen dat het eigen ik bij haar reeds gestorven was, ofschoon zij zelf het tegendeel beweerde. Ik vroeg haar eens of zij de kracht, der verdorvenheid nog ondervond, waarop zij antwoordde: „O ja!, maar de liefde van Christus verbrandt de zonde!"

Ik ben 73 jaren oud, maar dit verklaar ik plechtig, nimmer heb ik weer een Geesje Pamans ontmoet", aldus Moorrees in zijn schrijven aan du Cloux.

GODS GENADE VERHEERLIJKT

of ECHT VERHAAL VAN GEESTELIJKE BEVINDINGEN ENZ.

tot eer van God en stichting van den evenmensch, uitgegeven naar Bentheimsche kerke-orde, door

GEESJEN PAMANS,

in leven lidmate der Gereformeerde Kerke te Nienhuis in het Graafschap Bentheim. op nieuw uitgegeven en met eene voorrede - voorzien door

Ds. A. P. A. du Cloux,

Predikant te Oldenbroek

TE ARNHEM, BU J. W. SWAAN, 1855.

Wij ondergeteekenden hebben üit bijzonderen last van den hoog loffelijken Bentheimschen Opper-kerkeraad, en de Wei-Eerwaarde classis, met behoorlijke opmerkzaamheid onderzocht het boek, genoemd: Echt verhaal van Geestelijke Bevindingen door Geesjen Pamans, lidmate onzer Hervormde kerk te Nienhuis, en verklaren daarin niets gevonden te hebben, hetwelk tegen de Genade-leer en den Weg van Gods H. Woord, uitgedrukt in al de formulieren van eenigheid onzer Hervormde kerk, en in het bijzonder tegen de in ons graafschap, in den jare 1613, plegtig aangenomen 12 artikelen, zoude strijdig zijn. Wij hopen derhalve dat hetzelve gedrukt en uitgegeven worde. De Heer, wiens oneindige goedheid hier zoo zeer van zijne dienstmaagd geroemd wordt, zij haar met zijne genade verder nabij, en zegene dit haar werk ter eer van zijnen naam en tot stichting zijner gemeente!

Gegeven den 24 Maart 1775. In naam des hoog lof f. Opper-kerkeraads: B. E. van Niel, Predik, te Wilzum, als Assessor des hoogl. Opperkerkeraads. In naam van de Wel-Eerw. Classis: Henr. Striok, V. d. m. Nordhomensis. Joh. Gerh. Schultz, Ecclesiae Veldhusanae Pastor.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 1979

De Saambinder | 8 Pagina's

De theologe van Nienhuis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 1979

De Saambinder | 8 Pagina's