Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jeugd ... en ... nood

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jeugd ... en ... nood

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(5)

In het vorige artikel beloofde ik u enige voorlichting te geven omtrent het probleem „alcoholisme" tot heil van uzelf en anderen, ja, vooral tot heil van onze jeugd op wie de drankduivel het in het bijzonder voorzien heeft. Wanneer (blijkens berichten in het Reformatorisch Dagblad) de wijnhandelaren, die toch van de verkoop van alcoholische dranken moeten leven, zich bezorgd maken over de toename van het gebruik van „geest-rijk" vocht, hoe veel te meer moeten wij dan bezorgd zijn en alles doen en laten wat de bestrijding van het alcoholisme van ons vordert. De alcohoUst verkeert in een cirkel. Meestal is een alcoholist iemand die zijn psychische onvolwassenheid verdringt en verdrinkt. Hij/ zij verwerkte en verwerkt problemen niet op een volwassen wijze. De alcohol is voor een psychisch onvolwa'ssene (die overigens op allerlei terreinen zeer succesvol kan zijn en een zeer volwassen indruk kan maken) een middel om zijn/haar problemen, zijn/haar onzekerheid, minderwaardigheidsgevQelens te verdringen in plaats van ze „aan te pakken". Verdrongen problemen, zelfs die op het terrein van het godsdienstige leven, komen echter vroeg of laat weer boven. Voor velen is de alcohol dan „het middel om zich te „bevrijden" van datgene wat bedrukt, benauwt. Dat die bevrijding-maar schijn is en dat het zich bedrinken de problemen slechts groter maken ervaart men al spoedig. En dan maar weer drinken ... en dan maar meer drinken ... al of niet daartoe door anderen aangemoedigd zijnde. Een spreekwoord zegt: het is geen man die niet roken kan. Met een variatie daarop zou het spreekwoord kunnen luiden: het is geen man dit niet drinken kan. Het spreekwoord kon beter luiden: het is geen man, die het... niet laten kan.

Het kunnen laten wijst op volwassenheid, niet het omgekeerde. Vooral voor jonge psychisch onvolwassen mensen is de verleiding erg groot om (natuurlijk maar voor één keer, zo neemt men zich voor) de alcohol te hulp te roepen in perioden van onzekerheid, angstigheid, moedeloosheid en eenzaamheid. Dat men daardoor in een cirkel terechtkomt waaruit men zonder de genade en hulp van God en mensen niet meer uitkomt, hebben tallozen ervaren. Hoe langer men aan de alcohol verslaafd is, hoe moeilijker het zal zijn de cirkel te openen voor de alcoholist tot zijn/haar bevrijding uit de slavernij. Gaarne zou ik u tot in de bijzonderheden in deze artikelen willen informeren omtrent de aanpak van het alcoholisme. Dat zou echter teveel plaatsruimte vergen. Bovendien is het zo, dat wie tot in bijzonderheden geïnformeerd wil zijn omtrent het probleem „alcoholisme" en omtrent de vraag hoe de alcoholist het best te helpen is, daarvoor terecht kan bij die instellingen die op dit terrein gespeciaHseerd zijn. Ik denk daarbij aan de consultatiebureaus voor alcoholisme. Op elke gemeentesecretarie kan men inlichtingen bekomen waar die in de eigen omgeving te vinden zijn. Ook de zgn. S.O.S. diensten, die 24 uur per dag hulp verlenen aan mensen in nood, geven graag voorlichting. Hier en daar functioneren interkerkelijke S.O.S. diensten waaraan ook personen uit onze gemeenten meedoen. Die zijn vanzelfsprekend te prefereren boven de „neutrale" S.O.S. diensten vanwege de bijbelse benadering van de problematiek. Tenslot-. te wil ik nog wijzen op de dienstverlening van de A.A. (Anonieme AlcohoUsten). Deze organisatie van ex-verslaafden beleggen regelmatig bijeenkomsten en bezoeken ook aan huis orri een helpende hand te bied, en aan > alcoholisten en degenen, die vanwege het alcoholisme van anderen lijden. Eén van die A.A. mensen zei eens tot mij met tranen in zijn ogen: „Dominee, ik sta dag en nacht klaar voor de verslaafden aan de alcohol om ze te helpen... als men mijn hulp maar inroept". Het kan lang duren voordat om hulp gevraagd wordt. Men probeert het zo graag zelf, zonder hulp van buitenaf, op te lossen. Men schaamt zich zo om hulp in te roepen. Men gevoelt het als een nederlaag om hulp te vragen erudaarom blijft men maar zelf „dokteren", met het gevolg dat velen langzaam maar zeker steeds dieper in het moeras van ellende wegzakken.

Wat is het toch jaminer dat men zich niet schaamt om voor lichamelijke noden de hulp van dokter e.d. in te roepen en dat wij ons weL schamen om de hulp van anderen in te roepen voor noden, die een psychische achtergrond en voedingsbodem hebben. Het alcoholisme is ook een ziekte. De alcoholist is ook een „zieke". Hij/zij verwerkt zijn/haar problemen op een ziekelijke wijze. Het alcoholisme is óók een zaak van zonde. Het is een zaak van afgoderij. Men zoekt zijn hulp bij de alcohol in plaats van bij God. Daarmee doet men èn de Heere èn zichzelf tekort. Het alcoholisme is tevens in strijd met het 6e gebod. Men brengt zichzelf en anderen nodeloos in gevaar en ellende. Is de alcoho- Hst een groter zondaar dan andere mensen?

Neen, hoewel in de H. Schrift het zich bedrinken op vele plaatsen wordt veroordeeld en bestraft en er zeer ernstige waarschuwingen voorkomen in Gods Woord voor de dronkaards vanwege hetgeen zij zichzelf en anderen berokkenen, toch is er geen enkele reden voor om zich onbarmhartig op te stellen ten opzichte van de alcoholisten. Het alcoholisme verdient onze verachting en bestrijding, niet de alcohohst. Meerdere malen hebben mensen, die niet tot onze gemeenten behoren, er tegenover mij hun verbazing over uitgesproken dat velen in onze kringen zo bijzonder tolerant zijn ten aanzien van drinkgewoonten, die de toets der H. Schrift niet kimnen doorstaan.

Wanneer wij het nauw met de Bijbel willen n^men, hetgeen alle mensen betaamt, moeten wij ook in deze noch onszelf, noch anderen in verzoeking brengen, vooral wanneer wij we-

ten dat wijzelf of anderen niet tegen het gebruik van alcohol kunnen. Dat geldt voor meer mensen dan wij denken en erkennen willen. De grens tussen het gebruikmaken van iets en het misbruiken van iets — wat het dan ook is — is zo spoedig overschreden.

De alcoholist is geen groter zondaar dan hij of zij die iets anders gebruikt dat hij of zij niet hebben mag omdat het slecht voor hem of haar is. Daaraan maakten en maken wij ons allen schuldig. Laat ons daarom niet boven alcoholisten staan, maar naast hen gaan staan, ja, onder hen gaan staan, omdat ook wij, zij het dan misschien op ander gebied, ook aten van de verboden vruchten. Laat ons onder biddend opzien tot de Heere niet alleen de zonde belijden maar ze ook bestrijden. In het. laatste zal toch uit moeten komen of de zonde ons werkelijk „de dood" is geworden.

Het zijn juist onze zgn. „boezemzonden' die ook zelfs Gods kinderen zoveel problenien bezorgen en . .. waaraan wij zo licht toegeven.

Men vroeg eens aan een bekeerde man, die tot grote smart van hemzelf en andéren telkens weer terugviel in het kwaad van drankmisbruik, of hem dat niet smartte en of hij niet bad om verzoening van en bewaring voor het kwaad. Als antwoord trok hij met betraande ogen zijn broekspijpen omhoog. Zijn knieën waren met een dikke eeltlaag bedekt vanwege het kruipen in het stof...!! Een andere bekeerde man, die van een ernstige verslaving aan de alcohol door Gods genade en hulp verlost was en jarenlang geen druppel alcQhol geproefd had, vertelde mij het volgende.

Op een keer (ikmejen dat hij toen nogal hoge gedachten over zichzelf had wat betreft het laten staan van alcohol) kwam hij langs de gelegenheid waar hij zich eertijds placht te bedrinken. Een onweerstaanbare begeerte naar een glas jenever kreeg de overhand over hem.

Hij belandde in de kroeg en bestelde een glas. Hij wist in welk een gevaarlijke situktie hij gekomen was... en toch kon hij het niet opbrengen om weg te vluchten. Hij bad: ...Heere help!! De kelner bracht hem het bestelde, hij dronk het op en. . . het smaakte hem heerlijk. Hij bestelde een tweede glas. Onhoorbaar voor de kelner bad hij: „Oh God, help mij . .. ik kan geen weerstand bieden . .. ik ga te gronde". De kelner^ schonk hem uit dezelfde fles het tweede glas' in ... hij dronk het op en... het smaakte zo afschuwelijk, dat het hemj^as alsof hij het gemeenste vergif gedronken had. De man zei: „Dank' U Heere" en zonder nog een druppel te'nuttigen verliet hij de plaats die voor hem en voor zoveel anderen het voorportaal was tot onuitsprekelijke ellende. Door een wonder Gods werd hij uit de strik verlost en had hij zijn les geleerd om niet hooggevoelende te zijn, maar nederig van hart en biddend waakzaam te zijn om niet terug te vallen in het kwaad, waaruit de Heere hem zo genadig verloste.

Wij mogen alcohoüsten niet verachten. Wie meent te staan, zie toe dat hij niet valle... Welgelukzalig is hij die geduriglijk vreest voor de zonde en die zoveel mogelijk de gelegenheid tot bevrediging van boezemzonden mijdt. De Heere weet wat maaksel wij zijn, gedachtig zijnde dat wij stof zijn, ja meer... dat wij onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd zijn tot alle kwaad. Hij zond Zijn Zoon tot een Zaligmaker van zondaren in de wereld. Wie wij ook waren en zijn... Hij kan en wil ons zalig maken, redden, bevrijden, verblijden. Gans hulpelozen, tot Hem gevloden, zal Hij ten Redder zijn!!

Slikkerveer.

Ds. A. Elshout.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juni 1979

De Saambinder | 8 Pagina's

Jeugd ... en ... nood

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juni 1979

De Saambinder | 8 Pagina's