Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Commentaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Commentaar

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nogmaals de V.B.O.K. Mijn „Commentaar" over de grondslag van de V.B.O.K. is aanleiding geweest voor een gesprek met enikele werkers van deze vereniging. Nu had ik reeds voor het schrijven van het „Conunentaar" contact gehad met hun kantoor en hun statuten doorgenomen.

In een gesprek met deze medewerkers is echter gebleken dat alhoewel de statuten niets vermelden van een bijbels uitgangspunt, zij toch wel vanuit een bijbelse achtergrond willen werken. Verder meenden zij ook een gegronde reden te hebben voor hun „op papier" niet-christelijk zijn.

Ik blijf wat dit betreft wel van mening met hen verschillen.

Wij mogen ons het Evangelie van Christus nooit schamen en dit kunnen we ook op de christelijke hulpverlening toepassen. Laten we ons maar niet schamen, dat we dit vanuit een ohrisitelijk beginsel doen. Nu waren de medewerkers van het V.B.O.K. het daar wel met mij over eens, maar meenden toch gronden te hebben om dit niét in hun statuten te zetten. '

Ook wilden zij dit graag aan de lezers van de „Saambinder" uiteenzetten. Dit dóen zij dan in het hieronder volgende stuk. Wij spreken de wens uit dat de christelijke barmhartigheid ons met ontferming mag vervullen jegens zoveel leed in deze door de zonde ontwrichte wereld en wensen de werkers van het V.B.O.K. Gods zegen toe op al hun arbeid.

D.

C. H.

Naar aanleiding van het artikel „conunentaar" in de Saambinder van 26 maart jl. mochten wij, als medewerkers van de Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK), een gesprek hebben met de schrijver van het genoemde artikel, ds. C. Harinck. Dit gesprek hebben wij als zeer positief en ondersteunend ervaren. Temeer omdat het artikel ons persoonlijk voor de vraag had ge­ steld: Mogen wij, als mensen van de gereformeerde gezindte, werken bimien een instelling/vereniging voor hulpverlening, die niet expliciet de Bijbel als uitgangspunt voor haar werken in de statuten, heeft verwerkt. Er is in dit gesprek ondermeer gesproken over de doelstelling van onze Vereniging: Het te allen tijde bescherming bieden aan het ongeboren kind.

Iedereen die de Bijbel als Gods Woord erkent, kan deze doelstelling onderschrijven. De wijze waarop deze doelstelling wordt verwezenlijkt is natuurlijk een zeer belangrijke zaak.

Een hulpverlenende instantie zoals de VBOK heeft in haar werk steeds meer te maken met de praktijken van een ontkerstende maatschappij. Steeds duidelijker wordt merkbaar dat zeker in geval van het overwegen van een abortus, de drempel naar een christelijke instantie voor hulpverlening te hoog is geworden. Om onze doelstelling te gunnen verwezenlijken (het gaat om zaken betreffende leven of dood) is het helaas onmogelijk bet woord christelijk in de naam te verwerken. Zou de VBOK dit wel doen, dan zal een groot aantal kliënten onze deur voorbijgaan. Dit houdt in dat zij in handen valt van instellingen die wél abortus provocatus als hulpverlening zien, of dat zij zich toch direkt wendt tot de abortusklinieken.

Een vaak gestelde vraag is: Als de VBOK niet de naam van christeUjk kan voeren, is het dan toch niet beter om wel in de statuten vast te leggen dat zij werkt vanuit Bijbelse nonnen? Indien een instelling „christelijk" niet in haar naam kan dragen, is het niet eerlijk omdat wel in de statuten op te nemen. Daarom heeft de VBOK (dus haar leden) gekozen voor een interlevensbeschouwelijke grondslag.

Temeer daar wij er voor moeten oppassen dat het „tegen abortus zijn" exclusief is voor christenen.

Gods geboden gelden voor alle mensen, dus iedereen behoort de bescherming van het ongeboren fcmd als norm te handhaven.

Aan de hand van enkele voorbeelden zullen we trachten duidelijk te maken waarom de doelstelling zo is omschreven: — Veel kliënten stellen als eerste vraag: Jullie zijn toch niet een christelijke instelling? Nee, wij zijn een algemene vereniging. „Oh, gelukkig".

Uit latere gesprekken blijkt dan dat dit slaat op het feit dat ze bang zijn voor een aanval op hun zondig gedrag.

— een school nodigde voor haar „projekt sexualiteit" achtereenvolgens uit: de NSVH, de COC, de VBOK en tot slot twee publieke vrouwen om voorlichting te geven. Op onze vraag waarom drie voorstanders en slechts één tegenstander antwoordde men: omdat de VBOK de enige niet christelijke instelling is op dit gebied. Christelijke instellingen kujinen we hier niet gebruiken.

— We hebben de gelegenheid gehad om aan een groep Rooie Vrouwen voorlichting te geven op grond van het feit dat men beslist geen christelijke motieven wilde aanhoren, maar wel bereid was te luisteren naar maatschappelijke en medische argumenten tegen abortus provocatus.

— Omdat de VBOK geen christelijke instelling is, zullen we binnenkort de gelegenheid krijgen om in gesprek te treden met het personeel van een bekende „abortuskliniek".

Uiteraard is het voor onze medewerkers erg belangrijk dat zij dit werk doen vanuit een christelijke grondslag. Juist omdat onze kliënten vaak behoefte hebben aan pastorale hulp. Dan wordt getracht contact tot stand te brengen tussen de kliënt en de predikant/ouderling. Is dat besMst niet mogelijk dan zal de maatschappelijk werkster/vrijwilligster zelf deze taak op zich moeten kunnen nemen. Opmerkelijk is ook dat de kliënt die in het eerst weigerde om naar een christelijke instantie te gaan, later wel vraagt om pastorale begeleiding.

Nog even willen we terugkomen op genoemd artikel van twee weken geleden. Er zijn in Nederland zo'n tachtigtal werkgroepen en de meeste van deze beginnen de vergadering met schriftlezing en gebed. Wij willen tot slot ds. Harinck en de redactie van de Saambinder dankzeggen voor het feit dat wij in de gelegenheid werden gesteld dit naar voren te brengen. Wij hopen dat dit mag bijdragen aan de voortzetting van ons belangrijke werk, maar bovenal dat ons werk zal worden gedragen door uw gebed.

B. J. Zijl (voorlichtingsfunctionaris) M. H. Sonnenberg (maatschappelijk werkster)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1981

De Saambinder | 8 Pagina's

Commentaar

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1981

De Saambinder | 8 Pagina's