Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het huiselijk gebed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het huiselijk gebed

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat is eigenlijk het huiselijk gebed? Dat is het gebed, "dat gebeden wordt tijdens de huisgodsdienstoejening.

Terwijl ik dit neerschrijf, besef ik dat velen van onze jongens en meisjes eigenlijk niet meer weten wat hieronder wordt verstaan. Van de huisgodsdienst komt immers in zoveel gezinnen niets meer terecht. Och ja, vóór het eten zijn we „even stil". Na het eten lezen wij (eenmaal, tweemaal, driemaal? ) een „stukje". Dan is er weer even stilte. En daar hebt u dan onze huisgodsdienst O, wat is onze godsdienst dan een dun vernisje geworden. Wat zijn er veel gezinnen, - waar nooit, nooit eens in goede zin over een preek gesproken wordt.

Wat zijn er veel ouders, die geestelijk voor hun kinderen volslagen vreemden zijn. Wat gaat er dan een doodsgeur van onze godsdienst uit. Wat zijn de gezinnen zeldzaam geworden, waarin vader nog een priester in huis is.

O neen, dat betekent niet dat vader de hele dag maar preken moet. Dat betekent ook niet, dat hij geen oor en hart moet hebben voor de aardse noden van zijn kinderen. En nog veel minder wil ik hiermee zeggen, dat, als vader nu maar hardop bidden gaat en met zijn kinderen over de dingen der eeuwigheid spreken gaat, alles dan in orde is. O neen.

Wat wij boven alles nodig hebben, is, dat Gods dierbare Geest onze huisgezinnen gaat doorwaaien en onze harten gaat vernieuwen. Als dat gemist wordt, zal er van onze godsdienstige verrichtingen geen geur en geen smaak uitgaan. En tóch moeten wij blijven benadrukken, dat elke vader de dure roeping en plicht heeft, priester in zijn gezin te zijn. Waar zelfs de vorm gemist wordt, zal er tenslotte niets anders overblijven van pure wereldgelijkvormigheid. Wie enigszins bekend is met de geschriften van Willem Teellinck, zal wel begrijpen wat ik met huisgodsdienst bedoel. Teellinck verkeerde in 2djn jeugd enige tijd in Engeland en kwam daar in nauw contact met de puriteinen. Wat in die omgang met de puriteinen de meeste indruk op hem maakte, was hun huiselijk leven.

Hij bemerkte, dat de puriteinen nooit zouden verzuimen de dag te beginnen met een grondig .onderzoek van een hoofdstuk uit Gods Woord. Zelfs de dienstboden mochten dat niet verzuimen.

Zij kregen er van hun vrouwen ook de tijd voor. 's Middags kwam het gezin aan tafel bijeen; vóór men ging eten, werd er een gedeelte uit de Schrift gelezen en ging ieder op de knieën. Aan tafel werd over het gelezene gesproken. De avondmaaltijd verliep op dezelfde wijze, en werd besloten met het zingen van een psalm. Elke dag werd geëindigd met een gaan in het

verborgene voor Gods aangezicht. Op zaterdagavond catechiseerde de huisvader zijn kinderen én zijn personeel. Met zingen en spreken over de dingen van Gods Koninkrijk bracht men die avond verder door.

Op zondagmorgen zou men niet naar de kerk gaan, of de vader moest in de kring van zijn gezin zijn knieën hebben gebogen om Gods zegen af te smeken over de gang naar Gods huis. Die dag werd verder geheel doorgebracht met gesprekken over het in de kerk gehoorde, met zingen en met persoonhjke overdenkingen. Wanneer wij al die dingen lezen, krijgen wij een indruk van de schraalheid van de „huisgodsdienst" van onze tijd. Zeker, ook in Teellinoks tijd is er wel kaf onder dat koren geweest, ook in Engeland. Maar dat mogen wij toch niet als excuus gebruiken om onze armoe te bedekken.

Nu wil ik niet zeggen, dat wij dat leven van die puriteinen, waarvan Teellinck zo onder de indruk was, daarom maar na moeten gaan doen. Wij krijgen dan zo spoedig een godsdienst zonder God en zonder de Heilige Geest. Aan de andere kant: wat zijn we arm, als wij zelfs de vórtn kwijtraken. En wéér wil ik zeggen: wij hebben Gods Heilige Geest zo nodig, opdat Hij onze woningen en onze harten en onze gezinnen doorwaaien mocht met Zijn levenwekkende kracht.

Wat is nu precies de roeping van de vader in het gezin op godsdienstig gebied? Een paar dingen wil ik noemen.

Hij moet ervoor zorgen, dat het gezin een ordelijk samenkomen kent op geregelde tijden. Natuurlijk speelt het beroep v.an vader hier wel een rol. Soms brengt zijn werk het helaas mee, dat hij op ongeregelde tijden thuiskomt. Dan moet de moeder zijn taak trachten over te nemen. Een verkeerde en heilloze gewoonte is het om op ongeregelde tijden te eten. Jan eet dan om zeven uur. Els om half acht, vader en moeder om acht uur. Piet neemt wat tot zich om kwart over negen. U voelt wel, wat er dan van een huisgodsdienst terechtkomt. Dan moet de vader ervoor zorgen, dat aan tafel héél de Heilige Schrift gelösen wordt. Dat

behoeft niet persé te betekenen van Genesis tot Openbaring en dan weer van voren aan. Natuurlijk mag dat wel, maar het mag ook anders. Zelf volg ik de gewoonte om 's morgens, 's middags en 's avonds telkens uit een ander bijbelboek te lezen, bijv. 's morgens uit de Psalmen, 's middags uit Jesaja en 's avonds uit Handelingen. Maar men moet er wel voor zorgen, dat de hele Bijbel doorgelezen wordt. Ook de „moeilijke" gedeelten!

Wat een kostelijke gewoonte toch van die puriteinen, dat de huisvader in alle eenvoudigheid trachtte met moeder en met de kinderen nog eens iets te bespreken van het gelezene! Onze gewoonte, de kinderen „het laatste woord" te laten herhalen, steekt daar wel wat schraal bij af....

Menige vader zal misschien, dit lezende, zeggen: och, Gods Woord verklaren? Dat laat ik graag aan de dominee over. Dat kan ik niet! U hebt het anders wél beloofd, bij de doop van uw kinderen! Éérst onderwijzen, en dan doen en helpen onderwijzen. Er zijn zoveel kostelijke en praktikale Schriftverklaringen te verkrijgen in onze tijd. Denk alleen maar aan die van Dachsel. Is de"zaak niet gewichtig genoeg om er onder biddend opzien tot de Heere eens wat moeite voor te doen?

En dan - wordt er nog wel eens gezongen in huis? Ja, ik vrees van wel. Ik vrees, dat er heel wat gezinnen zijn, waar de radio al vroeg aangaat. De deunen van de wereld zijn er goed bekend. Wat een zwak vernisje is toch onze godsdienst! Maar wordt er nog wel eens gezongen bij het orgel? Dat zingen bij het orgel, waarmee de wereld o zo graag spot, maar dat toch zo samen kan binden en zo'n onuitwisbare in-' druk kan maken in het hart van onze kinderen? Daarvoor te zorgen, behoort óók bij vaders taak.

. Maar ook het huiselijk gebed zelf. Smytegelt bestraft in één van zijn preken al die ouders, die 's avonds vóór het slapen gaan elk „in een hoek kruipen en zacht iets voor zich uit murmelen". Daar verwaarloost vader zijn taak! Izak bad de Heere zeer in de tegenwoordigheid van zijn huisvrouw!

Nu raken wij wel een teer punt aan, het punt van het gebed. Och, velen hebben met het „hardop bidden" niet de minste moeite. Zij •doen dat wel even. Even? Soms tamelijk lang. Maar het is te vrezen dat er geen indrukken zijn van eigen verdoemelijldieid en van de hoogheid en majesteit Gods. Zulk bidden is een stank voor Gods aangezicht, een getier in Zijn heilige oren.

Wel, dan maar stil wat prevelen aan tafel? Dan 's avonds op de knieën ieder maar wat „zachtjes" bidden? Dat is ook de weg niet! Uw plicht is en blijft, priester in uw gezin te zijn. Dat te moeten en dat niet te kimnen, brenge ons maar aan de voeten van die God, Die gesproken heeft tot hem die wijsheid ontbreekt, dat hij ze van Hem begere, en Hij zal mild geven en niet verwijten. Maar weet u wat wij dan nodig hebben voor het rechte huiselijke gebed? Iets te kennen van dat rechte persoonlijke gebed voor Gods aangezicht.

gebed en het geloof van het gebed. Drie zaken, die wij van nature missen, maar die de Heere De Geest van het gebed, de genade van hei Denk aan Izak, die het beide kende, aan Zijn nooddruftigen geven wil.

Lere Hij ons bidden, eerst en vóór alle dingen persoonlijk, voor onze onsterfelijke ziel, maar dan zo nodig ook huiselijk of ambtelijk.

ds. A. Moerkerken, Nieuw-Beijerland Uit: „Kompas", gemeenteblad van en voor de Geref. Gemeente te Rotterdam-Zuid.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 mei 1981

De Saambinder | 8 Pagina's

Het huiselijk gebed

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 mei 1981

De Saambinder | 8 Pagina's