Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag van de begrafenis van Ds. C. Hegeman

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag van de begrafenis van Ds. C. Hegeman

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op zaterdag 2 mei 1981 vond de begrafenis plaats van ds. C. Hegeman van Ermelo, die zo plotseling vóór de aanvang van de rouwdienst van zijn vriend en mede-arbeider in Gods Koninkrijk, ds. Mieras, kwam te overlijden. De rouwdienst die voorafging aan de begrafenis van deze getrouwe Godsgezant, werd gehouden in de ruim 1200 zitplaatsen tellende nieuwe Hervormde kerk te Ermelo, welke nagenoeg geheel gevuld was.

Onder de aanwezigen waren niet alleen vele predikanten, afgevaardigden van kerkeraden en anderen uit de Gereformeerden Gemeenten, maar ook predikanten enz. uit de Oud-Gereformeerde Gemeente, Christelijke Gereformeerde Kerken en de Nederlandse Hervormde Kerk. Ds. L. Vogelaar van Elspeet, die de rouwdienst leidde, verzocht te zingen Ps. 89 : 19, na het zingen las hij Openbaringen 22.

Na het gebed sprak ds. Vogelaar, mevrouw Hegeman, de kinderen en verdere familie hartelijk toe, daarbij de wens uitsprekend dat de Heere haar en hen mocht ondersteunenen in het smartvolle verlies. Ook hier is weer gebleken dat het leven niet meer dan een handbreed gesteld is, een maat die een ieder bij zich draagt. Onze broeder is in de HEERE gestorven, omdat hij in de HEERE was, die ook hem begiftigd had met een droefheid naar God die een onberouwelijke bekering tot zaligheid werkt.

Vervolgens stond ds. Vogelaar stil bij het eerste gedeelte van het vijfde vers van het voorgelezen Schriftgedeelte: En aldaar zal geen nacht zijn.

Ook in het leven van onze broeder is het vaak nacht geweest en ook hij heeft ervaren dat de dagen der duisternis vele zijn. Van nature verkeren wij allen in de nacht van onwetendheid; dat gold ook voor de overledene. Maar door Gods soevereine genade mocht ook hij de keuze van Mozes doen en dat als vrucht van het feit dat het voor Jezus nacht is geworden, waarin Hij moest uitroepen: „Mijn God, Mijn God, v/aarom hebt öij Mij verlaten? ". Daarom en daarom alleen is het licht over ds. Hegeman opgegaan en werd hem geschonken verstand met Goddelijk licht bestraald. Ook heeft de overledene kennis gekregen van de nacht waarin het voor hem verloren was; waarin God in Zijn recht stond en hij in zijn schuld; waarin hij met de Kerk van de oude dag beleefde en beleed, dat Gods oordeel rechtvaardig is en Zijn vonnis op de allerbeste wetten berust. Maar ook heeft hij in die nacht mogen ervaren, dat het God behaagde Zijn Zoon in hem te openbaren en dat hem verklaard werd Wie het Licht der wereld was.

In zijn leven heeft ds. Hegeman ook geleerd dat vele de tegenspoed des rechtvaardigen zijn, maar ook: dat uit die alle hem de HEERE redt. Nu mag hij aldaar zijn waar geen nacht meer is; waar Gods dienstknechten de HEERE eeuwig dienen.

Ook heeft de overledenen de weg van de Koning moeten en mogen gaan: Ik heb vele bestrijders, o Allerhoogste. Maar ook in de nachten van vele verlatingen, bedruktheid, zonden en smart mocht hij leren roemen in verdrukkingen en heeft hij Gods deugden die hij lief had gekregen, mogen verkondigen. Hij heeft nu met het volk dat in de hemel is, vergeving van zonden ontvangen en geen last meer van ijdele bedoelingen en hoogmoed. Hij mag nu daar zijn waar Luther en Calvijn voor eeuwig vrienden zijn.

Vervolgingen zijn ook zijn deel geweest, want dat is het deel vooral van degenen die Gods Woord mogen verkondigen naar de zin en de mening des Geestes; zij hebben Mij gehaat en zullen ook u haten; zij hebben Mij vervolgd en zullen ook u vervolgen. In deze weg komt evenwel God aan Zijn eer en Gods volk krijgt er vermaak in dat het de /voetstappen van de Koning mag drukken. Zalig zijt gij als u de mensen smaden en vervolgen en liegende alle kwaad tegen u spreken om Mijnentwil. De verbreking van Gods Kerk smartte hem en ziende op de voortgaande verharding in de zonden, zeide Hij met David: Tranen beken vlieten van mijn ogen, omdat zij Uw wet niet onderhouden.

Aan het eind vroeg ds. Vogelaar een ieder van de aanwezigen af, hoe het met hen stond. Wij allen moeten door God tot God bekeerd worden, zoals onze overleden ambtsbroeder het zo vaak uitdrukte. Wij hebben allen het ontdekkend licht van Gods Geest nodig. Dat dan die noorden- en zuidenwind des Geestes nog eens mocht waaien. Laat Uw werk, o HEERE, aan Uw knechten gezien worden en Uw heerlijkheid over hun kinderen.

Na het dankgebed werd ter afsluiting van het Nederlandse gedeelte van de rouwdienst gezongen Ps. 68 : 2. Vervolgens ging ds. C. Hegeman jr., die zendeling is in Costa Rica, voor in een Engelstalige dienst. Het Schriftgedeelte, dat de zoon van ds. Hegeman voor zijn overdenking koos, was Psalm 22 : 26. In zijn eerste gedachte stond hij stil bij, de aanhef van zijn tekst: Van U.. . Immers, God gaf reden om te prijzen. Hij gaf immers Zijn Zoon en geloof om in Hem te geloven.

Vervolgens verklaarde hij de woorden „zal mijn lof zijn". Immers, het moet een persoonlijke zaak worden, gelijk als bij David, en als het dat wordt, dan roept een ieder gelovige uit met de dichter van Psalm 150: „Alles wat adem heeft love den HEERE". De vrije genade, waaraan ook zijn vader deel had gekregen, moest de overledene dan ook verkondigen in het midden der gemeenten Paterson Center Toronto, Genemuiden, Tholen, Veenendaal en Ermelo.

En hij heeft dat gedaan niet alleen in zijn preken, catechetisch onderwijs enz., maar ook op school, thuis, ja in voor- en tegenspoed, ja ook in zijn lijden. Zijn vader had ook geen eng begrip van „de gemeente": hij geloofde één heilige, algemene, Christelijke Kerk. In welk kerkverband die zich ook maar openbaarde, was hij bereid, als de gelegenheid daar was, om haar te dienen; hij beoefende de gemeenschap der heiligen! In de laatste brief aan de spreker schreef hij nog dat hij — zo God het wilde — het verlangen had om ook in Costa Rica de Kerk van Christus, hoe klein ook, te bezoeken en te zien, maar God heeft hem nu die grote Kerk laten zien.

Tenslotte werd de persoonlijke vraag gesteld: „is deze tekst (Ps. 22 : 26) ook uw tekst? " De 2.000 aanwezigen op de begraafplaats werden als eerste toegesproken door ds. L. Blok, die zei dat ook ten aanzien van het overlijden van ds. Hegeman bewaarheid was geworden: „Mijne gedachten zijn niet Uwe gedachten en Mijne wegen zijn niet Uwe wegen". Spreker haalde nog ds. J. v. d. Poel uit Ede aan. Deze had n.l. zojuist nog gezegd, dat ds. Hegeman naar de begrafenis van zijn vriend en broeder in de bediening was gegaan en dat de overledene de dag van die begrafenis „een feestdag" achtte, maar dat hij niet kon bevroeden - dat op die dag ook voor hem die eeuwige feestdag zou aanbreken.

Zonder ds. Hegeman een kroon op het hoofd te willen zetten was het de lust van ds. Hegeman om bezig te zijn in de dienst des Heeren en heeft hij, ondanks zijn zwakke gezondheid, zijn beste krachten daaraan mogen geven. Nu is evenwel zijn dienstwerk anders geworden: hij mag God dienen nacht en dag in Zijn tempel. Het is enkel vrije soevereine genade om in die vrije genade te mogen eindigen, in die vrije gunst die eeuwig God bewoog. Ds. Blok wenste mevrouw Hegeman toe, dat bestendigd mocht blijven dat zij meer mocht zien op het geluk dat haar man nu deelachtig was geworden dan op het verlies. Hij wenste ook de kin-

deren toe wat hun overleden vader twintig jaar geleden aan het graf van zijn vader, ds. M. Blok, hem toegevoegd had: „De God van

uw vader leeft". Ds. Blok wenste de gemeente van Ermelo toe dat de Heere mocht geven dat het woord dat in haar midden door de overledene gesproken was, tot zegen mocht zijn geweest of geworden. Vervolgens sprak ouderling Beens uit Genemuiden als vriend van ds. Hegeman. Hij haalde aan de woorden van vader Jacob, die hij op zijn sterfbed aan Jozef toevoegde.

Ook van ds. Hegeman kon gezegd worden wat van Jozef werd gezegd: de schutters hebben hem wel bitterheid aangedaan en beschoten en hem gehaat. De beide handen der armen van ds. Hegeman waren van zichzelf ook slap; ook hij had van zichzelf geen moed, geen kracht, ja geen boog. Maar door de genade Gods is zijn boog in stijvigheid gebleven en zijn de armen zijner handen door de handen van de machtige Jakobs gesterkt. Van zijn vijanden geldt, evenals van Jozefs broederen, dat zij het wel ten kwade hadden gedacht, maar God had het ten goede gedacht.

God had ook de overleden broeder opgezocht in zijn eeuwige liefde en wat God liefheeft, heeft hij tot het einde lief. Ja, God heeft hem lief met een eeuwige liefde. Ouderling Beens memoreerde wat de gemeente van Ermelo voor ds. Hegeman is geweest. Ermelo, waar de HEERE voor Zijn knecht nog een plaats had beschikt voor de laatste jaren van zijn leven. Ook ouderling Beens haalde aan dat ds. Hegeman eigenlijk een evangelist was: op allerlei plaatsen, het gaf niet waar, was hij bereid om het evangelie van vrije genade te verkondigen, als Gods eer er maar door bevorderd mocht worden. Hij wenste mevrouw Hegeman en kinderen, alsmede de verdere familie en de gemeente Ermelo Gods ondersteuning toe. De derde spreker, ds. G. A. Zijderveld, sprak behalve als vriend ook namens de Amerikaanse gemeenten. Hij wenste de weduwe, kinderen en verdere familie toe dat God met hen mocht zijn en troosten.

De Heere heeft ds. Hegeman gebruikt bij de vergadering van Zijn kerk. De spreker benadrukte dat in het leven van de overledene tot openbaring is gekomen dat hij lid was van de heilige, algemene. Christelijke Kerk: hij vroeg nooit naar kerken, maar naar de Kerk des Heeren. Als vriend en metgezel van allen die des HEEREN Naam ootmoedig vrezen, is hij ons ontvallen.

Maar nu zal hij ons niet missen, want hij mag altijd bij de Koning zijn. Hij mag nu zijn Koning groot maken. Zullen wij dat ook mogen doen? Zijn wij bereid? De Heere roept nog! Bedenk dat het vreselijk zal zijn te vallen in de handen van de levende God! Voor de overledene is het nu in vervulling gegaan: dat aldaar geen nacht meer zal zijn.

Als vierde spreker bracht ouderling A. Rozendaal van de gemeente van Ermelo naar voren dat „wij treuren, maar niet als degenen die geen hoop hebben." Onze voorganger heeft zijn wens verkregen. Hij mag nu delen in die enige troost waarvan in vraag en antwoord 1 de Heidelberger Catechismus spreekt en die hij ons heeft voorgehouden als noodzakelijk te kennen. Spreker houdt de gemeente voor te bidden voor de weduwe en haar kinderen en wenst haar toe dat zij over de droefheid heen mag kijken op de vreugde, waarin haar man en hun vader nu ten volle mag delen.

Tenslotte bedankte de oudste zoon, de heer drs. J. Hegeman voor de blijken van medeleven. Inzonderheid werd de kerkeraad van de gemeente van Ermelo dankgezegd voor de aan zijn vader bewezen liefde, alsmede voor de ondersteuning en bijstand die is verleend aan de familie na het overlijden en bij de begrafenis van zijn vader.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1981

De Saambinder | 8 Pagina's

Verslag van de begrafenis van Ds. C. Hegeman

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1981

De Saambinder | 8 Pagina's