Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Commentaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Commentaar

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen het rapport over de aard van het schriftgezag getiteld: „God met ons" van de Gereformeerde Kerken in Nederland verscheen, is door Velen en ook door ons gezegd, dat het veel meer gevolgen zou hebben dan een anders aankijken tegen de Bijbel dan de voorgaande geslachten gedaan hebben.

Er is toen gezegd, dat het een gehele omkeer in normen zou teweegbrengen. Wat volgens de Heilige Schrift altijd als zonde werd aangewezen, zou door deze nieuwe benadering van de Schrift geheel omver geworpen worden.

Een eerste aanzet tot dit omverwerpen van de bijbelse normen werd al in het rapport gegeven in het spreken over echtscheiding. Er werd in dit rapport gezegd: „Onze situatie is echter noch die van Mozes, noch die van Christus of Paulus; en daarom hebben - hun nornien slechts beperkte betekenis voor onze tijd" (blz. 95).

Wannneer men dan ook in dit licht het verbod voor echtscheiding bekijkt, komt men in het rapport van de Gereformeerde Kerken tot de conclusie, dat echtscheiding geoorloofd is als er van een functioneren van het huwelijk in vrede en liefde geen sprake meer is;

Men zegt, dat echtscheiding mogelijk moet zijn in gevallen waar „het voortzetten van een huwelijk zou leiden tot een zó onhoudbare situatie, dat de verhouding tussen de echtgenoten in geen enkel opzicht , meer lijkt op het beeld dat Paulus van het christelijk huwelijk geeft" (blz. 95). Zo moeten wij Paulus' spreken over het huwelijk in Efeze 5 verstaan. Deze verdraaiing van de woorden van Paulus over het huwelijk, heeft geleid tot een verdraaiing van andere normen en geboden, die de Bijbel ons geeft.

Zoals gevreesd werd is dit rapport een oorzaak van snelle afloop als der wateren.

Op een droevig voorbeeld daarvan willen we onze lezers ter waarschuwing en lering wijzen. Onder de titel: „Homofiele liefde doet naaste geen cent kwaad", verscheen er een verslag in de Provinciale Zeeuwse Courant over een bijeenkomst, die gehouden werd om zich te bezinnen over de pastorale benadering van de homofiel.

Een gedeelte van dit verslag geven wij u hieronder weer. ,

Goes - De homofiele liefde kan, bezien in het licht van de bijbel, zonder meer volwaardig bestaan. Dat geldt overigens niet voor iedere liefde. Zo sluit de bijbel bijvoorbeeld de overspelige liefde uit. De homofiele liefde doet de naaste echter geen cent kwaad, integendeel. In vreselijk veel gevallen doet homofilie zelfs goed. Tot deze gevolgtrekkingen kwam prof dr. G. T. Rothuizen, hoogleraar aan de theologische hogeschool van de Gereformeerde Kerken in Kampen, donderdag tijdens een studiemiddag in de Goese Oosterkerk.

Rothuizen sprak op uitnodiging van de centrale werkgroep voor homofilie in Zeeland (CWHZ) over de rol van de bijbelse gegevens bij de benadering van de homofiele mens. In het algemeen merkte hij daarover op: „Enerzijds wordt de bijbel klakkeloos gehanteerd. Dat gebeurt voornamelijk door tegenstanders van homofilie. Anderzijds smelt men alle woorden van de bijbel om tot het ene woord liefde. Dat is heel dikwijls het geval bij voorstanders van homofilie". De hoogleraar, lid van de Gereformeerde Kerken in Nederland, herinnerde eraan dat bij de gereformeerden de bijbel - en datgene wat erin voorgeschreven staat - altijd een grote rol speelt. Vanuit dat gegeven verklaarde hij de lage tolerantiescore bij gereformeerden ten aanzien van homofilie. „Dat komt door hun bijbelgetrouwheid", al­

dus Rothuizen. In dit kader zei hij voorts: „De bijbel heeft een onheilspellende rol gespeeld in de manier waarop de kerk heeft neergekeken op minderheden". De hoogleraar onderstreepte dat wie de bijbel klakkeloos napraat, om moeilijkheden vraagt.

Prof dr. Rothuizen kwam overigens tot de gevolgtrekking dat de bijbel als zodanig homofilie verbiedt, ook als de geschiedenis van Sodom buiten beschouwing gelaten wordt. Hij meende dat teksten in zowel het oude testament (Leviticus) als het nieuwe testament (brief van Paulus aan de Romeinen) op dit stuk van zaken niet mis te verstane harde taal uitademen. Onder verwijzing naar verschillende deskundigen concludeerde Rothuizen dat de mens niet voor alle eeuwigheid aan datgene wat er in het oude testament staat, vastzit. „En de apostel Paulus heeft wellicht nee gezegd, maar wij weten het tegenwoordig beter dan de apostel Paulus", zei hij. De hoogleraar wees erop dat de apostel Paulus destijds een beroep deed op de cultuur van zijn dagen om homofilie af te kunnen wijzen. „Daardoor gaf hij ons een alibi en hebben wij de vrijheid om homofilie te beoordelen op basis van de cultuur van onze tijd", betoogde prof dr. Rothuizen.

Is het na lezing van < lit verslag niet ontstellend om te vernemen dat een hoogleraar van de theologische hogeschool van de Gereformeerde Kerken durft zeggen: „maar wij weten het tegenwoordig beter dan de apostel Paulus." Paulus zou slechts een standpunt ten opzichte van homofilie hebben ingenomen, dat paste bij de tijd waarin hij leefde.

In onze tijd past het standpunt van Paulus niet meer, dus nemen wij een ander standpunt in. Wat Paulus dan gedaan zou hebben, zou zelfs een alibi zijn om ook nu onze normen aan te passen aan de tijd en cultuur waarin wij leven. Deze gedachte van Prof Rothuizen is een uitvloeisel van het moderne spreken over de aard van het schriftgezag, dat door de Synode van de Gereformeerde Kerken is ingevoerd door het rapport „God met ons".

Met de opvattingen die het rapport aanreikt, kan men alles in de Bijbel wel tijdgebonden en cultuurgebonden noemen.

In wat Prof Rothuizen doet, vinden we een consequente hantering van wat het rapport over de aard van het schriftgezag van de Gereformeerde Kerk zegt op blz. 49: „De uitleg van de Bijbel is nooit los te maken van de toepassing van de bijbelse boodschap in eigen leven eji wereld."

Dit betekent dat in de praktijk de rnens zelf vaststelt wat hij voor vandaag nog in de Bijbel bruikbaar acht of niet.

Maar de apostel spitst zijn normen niet toe op plaatselijke toestanden alleen, maar geeft verordeningen vooral de gemeenten.

Duidelijk blijkt dit als hij aan de gemeente Corinthe schrijft. Paulus doet dan goed uitkomen dat al de verordeningen die hij schrijft, voor al dé gemeenten zijn, en zegt in de aanhef van de brief: „met allen, die de Naam van onze Heere Jezus Christus aanroepen in alle plaats, beide hun en onzen Heere." (1 Cor. 1 : 2).

Hieruit blijkt dat wat de apostelen schrijven met gezag van God is geschreven en geldt voor allen die onze Heere Jezus Christus liefhebben. ^

Volgens Prof Rothuizen en vele andere'n moet het grote liefdegebod in alles de voorrang hebben.

En inderdaad, pok ten opzichte van onze homofiele naaste geldt: „Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf"

De wijze waarop door sommigen, die zich christen noemden, deze homofiele naaste is behandeld en nog wel wordt behandeld is dan ook af te keuren.

Men mag zulke mensen niet discrimineren noch vervloekt van God verklaren.

Hoewel het praktiseren van dit kwaad door God veroordeeld wordt, moeten we de personen die met deze aanleg een strijd voeren, die soms o zo zwaar is, met barmhartigheid tegemoet treden. Inderdaad, wat dit betreft, is de liefde wel 'eens ver zoek.

Maar het praktiseren van dit kwaad wordt in de Schrift ten sterkste veroordeeld. Het grote liefdegebod moet dus inderdaad prioriteit hebben, maar dan wel zoals Johannes zegt: „Want dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren." (1 Joh. 5 : 3).

Het opvolgen van het liefdegebod betekent niet dat wij Gods geboden opzij zetten of aan onze tijd en wensen aanpassen.

De Heere beware ons voor predikanten, professoren en ambtsdragers, die met Prof Rothuizen durven zeggen: „wij weten het tegenwoordig beter dan de apostel Paulus." God geve ons integendeel te blijven bij Zijn eigen uitspraak: „Tot de Wet en tot de getuigenis! zo zij niet spreken naar dit Woord, het zal zijn, dat zij geen dageraad hebben." (Jes. 8 : 20).

D.

C. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 1981

De Saambinder | 8 Pagina's

Commentaar

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 1981

De Saambinder | 8 Pagina's