Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De rijke man en de arme Lazarus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De rijke man en de arme Lazarus

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

IMDEDOTAITfll

En het geschiedde dat de bedelaar stierf. En de rijke stierf ook. Lukas 16 : 22a en 23a

Welk een schrijnende tegenstelling, het einde zowel van de arme Lazarus alsook van de rijke man.

Zeker Gods Woord wordt hier zo treffend waar: Het is de mens gezet om eenmaal te sterven. En wie is er dan die de slaap des doods niet eens zal slapen? Hoe rijk de man uit de gelijkenis dan ook moge zijn, hij kan met zijn goud geen uur aan zijn leven toedoen. Er moge dan een hemelsbreed verschil liggen tussen de arme Lazarus en de rijke man, maar nu in het einde zijn ze beiden gelijk.

Ze moeten sterven. En dan komt liet grote verschil pas openbaar. De arme man wordt gedragen in de schoot van Abraham, doch de rijke man slaat nu zijn ogen op in de hel. En vanwaar nu dit verschil? Ligt het nu daar in dat die rijke man rijk is en de arme man arm? Dan zou dus mijn armoede voorwaarde zijn om in de hemel te komen. En dat kan nooit waar zijn. Dat zou in strijd zijn met de grondregel van het Koninkrijk der hemelen: Door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen. Wel is waar dat een rijke bezwaarlijk in zal gaan in het Koninkrijk der hemelen. Maar dan is het niet hierin gelegen dat hij rijk was, want ook Abraham was rijk.

-Nee het onderscheid ligt ergens anders. Uiteindelijk natuurlijk in het welbehagen Gods. Maar dit komt openbaar in het leven van elk mens. Hoedanig is het leven? En hoe groot wordt dan het onderscheid. De rijke man en de arme Lazarus.!

De rijke man is rijk met al het aardse. Er wordt later tegen hem gezegd: Kind gedenk dat gij uw goed ontvangen hebt in uw leven. Dat is duidelijk nietwaar? Hij heeft het hier gezocht. En hij heeft het gezocht in al het aardse, in zijn rijkdommen. En met dat aardse, was hij rijk. Wat ontbreekt hem nog? Hij denkt niet aan de dood, niet aan de eeuvvigheid. Wie dan leeft, die dan zorgt. Hij wordt gediend, en bediend. Hij eet en drinkt en is vrolijk. En dan is hij het beeld van de natuurlijke mens. Waar ligt mijn rijkdom? Ligt die hier op aarde ofligt die elders?

Nee, dan behoeft u niet direkt rijk te zijn, net als die rijke man. Ge kunt ook rijk zijn met andere dingen. Vul ze voor uzelf maar in, uw vrouw, uw gezin, uw kinderen. Uw doop, uw belijdenis uw godsdienst. Rijk in feite dus met niets. En nu de arme man. Hij is arm aan het aardse goed, hij is volgens Gods Woord een bedelaar.

Ginds bij de poort van het weelderige huis van de rijke man zit hij, omringd door de honden, die zijn zweren Ukken. Hij is een toonbeeld van ellende. En niemand helpt hem. Wel heeft hij een begeerte, namelijk om te eten van de kruimkens. Of hij die ontvangen heeft? Gods Woord meldt het ons niet. En nu weer die vraag, is de arme Lazarus nu in de schoot van Abraham gekomen omdat hij zo arm was? Nee, nogmaals nee.

Laten we lezen in de gelijkenis: Nu wordt hij vertroost en gij lijdt smarten. Lazarus wordt dus vertri'iost in de schoot van Abraham. Dat wil zeggen, hij ontvangt vergoeding. Er was dus op aarde een gemis. In de gelijkenis was dit een aards gemis. Maar als de Heere een mens ontdekt aan zonde en schuld, dan wordt dit een geheel ander gemis. Dan pas wordt het waar dat zo iemand een bedelaar wordt. Een bedelaar aan de poort des hemels. Begerig om te eten van de kruimkens die vallen van de tafel des Heeren. En als ik ze nu beiden naast elkander plaats, de rijke man en de arme Lazarus, dan behoren wij bij één van die twee.

Of rijk of arm. Ik heb alles, of ik mis alles. Welk een onderscheid, Asaf en de dwazen uit Psalm 73. Bij de één lukt alles en bij de ander breekt alles bij de handen af Welk een verschil tussen Saul en David, Judas en Petrus. De één gelukkig en de ander ongelukkig. Dat kan zijn ook in aardse goederen. De wereld rijk en Gods volk arm. De één gezond en de ander altijd maar tobben met de gezondheid. Asaf. kwam uiteindelijk zo ver dat hij wilde ruilen. Hij zou ook alzo willen leven. Jaloers op het goed der wereld. En dan met name als de schuldbrief gelezen is. O wat wordt een mens dan ongelukkig en arm. Dan behoort zo iemand nergens meer bij. Niet bij de wereld en niet bij Gods volk. Dan heeft de wereld het tenminste hier nog. Maar een arme man moet het hier ook nog missen, het geluk van de aarde en het geluk van Gods volk.

En bij wie behoor ik nu? Van nature bij die rijke man en zijn familie. Ik heb alles en ik begeer niet meer dan ik nu bezit.

Jaloers op dat tobbende volk kan ik niet zijn. Ik wil genieten van al het aardse. Van Mozes en de profeten moet ik niets hebben, alle waarschuwingen leg ik naaste me neer. Welk een geweldig onderscheid toch. De arme ' man en de rijkaard. Ja en het duurt ook nog lang ook. Een heel leven. Toch komt het einde. Vlugger nog dan men had vermoed. De bedelaar stierf

Uitnodigingen behoeven niet verzonden te worden. Vrienden had hij niet. De honden waren zijn trouwe gezellen. Nu sterft hij. Maar het einde is zo kostelijk. Gedragen door de engelen. De rijke man zal er zich niet over bekommerd hebben. Och wat mist hij nu? Niet anders dan die bedelaar aan zijn poort. Hij gaat door met zijn weelderig leven. En het schijnt zo lang te duren, Ja, maar ook voor hem komt het einde. Ook hij sterft. Maar hóe vreselijk is dan dat einde. Zeker er is een begrafenis. Met eer wordt zijn naam genoemd. Men roemt zijn deugden. U weet hoe zo iets gaat. Maar God is Rechter en Hij beslist. Daar gaat een poort open, maar niet naar het hemelse geluk. Een poort gaat open naar het eeuwige verderf

Voorbij is al het geluk en nu begint zijn ongeluk.

Nu wordt hij pas bedelaar, maar voor hem geen kruimkens meer. Voor Lazarus is nu het bedelen voorbij. Bekleed met klederen des heils mag hij zingen van Gods goedheid. De grote vraag blijft klemmen: Hoe zal het eenmaal met u en mij zijn? Hier valt echter de beslissing, dat weet ge. Het is of rijk en verrijkt en aan geen ding gebrek. Of het is een arme bedelaar, met een ontroerend gemis.

Tot welk volk behoort u? Wie het hier heeft, behoeft het boven niet meer te ontvangen. Maar wie het hier leert missen en een bedelaar wordt, voor die mensen kan het alleen maar meevallen. Het zal niet altijd duren, ook het geluk op aarde niet. Maar ook de strijd van Gods volk zal niet altoos duren. Eenmaal houdt, de drijver op. Eenmaal niet meer bedelen. Dan wordt een rijke arm, maar een arme wordt dan pas rijk. Het zal hier geleerd moeten worden. Om een bedelaar te worden aan de poort der genade. Wel een moeilijk leven, maar als ge het moogt leren, een profijtelijk leven. Eenmaal zal Hij dan uw druk verwisselen in geluk.

Middelburg-C.

Ds. E. Venema.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1982

De Saambinder | 8 Pagina's

De rijke man en de arme Lazarus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1982

De Saambinder | 8 Pagina's