Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De goede Herder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De goede Herder

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

De goede Herder stelt Zijn leven voor de schapen. Joh. 10:11b.

In Joh. 10 openbaart Christus Zijn Persoon en werk. De overste Herder der schapen zegt: Ik ben de goede Herder. Christus is de enige en ware Herder. Hij is van de Vader daartoe verkoren om de schapen van Zijn kudde te hoeden en te leiden in de schaapskooi hierboven. Vrijwillig kwam Hij op aarde om hen te verlossen van de straf, de dood en het verderf. Hoe heeft Hij Zijn liefde geopenbaard en Zijn zorg voor de schapen Zijner weide. Bijzonder komt dit uit in ons tekstwoord. Van David kunnen we lezen, dat hij vocht met een leeuw en een beer. David hield van zijn kudde en waagde zijn leven ervoor.

Maar meer dan David is hier. Christus waagde Zijn leven niet en komt niet zomaar tussenbeide als er doodsgevaar dreigt. Hij strijdt niet zomaar met de belagers van Zijn volk: Zijn arbeid gaat boven de arbeid van David en alle andere herders uit.

De tekst zegt: Hij stelt Zijn leven voor de schapen. Dat wil zeggen: Hij geeft Zichzelf over in de plaats van Zijn schapen. Hier worden we bepaald bij de borgtochtelijke overgave van Christus voor de gegevenen Zijns Vaders. De helse leeuw zoekt de schapen te verslinden. Die schapen zijn weerloze schapen. Van nature liggen zij onder het oordeel des doods. Door erf- en dadelijke schuld zijn ze het voorwerp van Gods toorn. Wie zal ze verlossen en het oordeel afwenden? De zonde moet gestraft en Gods recht bevredigd. Dat gaan de ware schapen inleven. Zij kunnen voor God niet bestaan; het wordt omkomen aan hun kant. Gekneld in de banden des doods roepen zij om hulp. En niemand die zorgt voor hun ziel! Maar welk een onbevattelijk wonder. Er is een Herder, Die Zijn leven stelt voor de schapen. God gaf Zijn Zoon en Hij gaf Zichzelf in de plaats van doodschuldige schapen. Hij wilde buigen onder hun dood en oordeel. Elke stap in de weg van krib naar kruis predikt: Ik stel Mijn leven voor de schapen.

Als de plaatsbekledende en schuldovememende Borg heeft Hij de losprijs betaald en Zijn schapen gered. Hoe groot was Zijn liefde tot het einde toe. Al de ongerechtigheden heeft Hij verzoend. Hij legde Zijn leven af en stierf aan het kruis. De dood verslond Hij tot eeuwige overwinning. Hij is de goede Herder, die Zijn weldaden verheerlijkt in het leven der schapen. Door Zijn Geest verlicht Hij de ogen en doet zien, hoe Hij in hun plaats verschrikt, droevig en beangst is geworden, opdat zij zich in Hem zouden verblijden.

O, in hun plaats liet Hij Zich binden opdat zij bevrijd mochten worden. In hun plaats is Hij veroordeeld, opdat zij vrijgesproken zouden worden. En dat mogen de schapen wel eens beleven. In de gemeenschap van die Herder vinden zij leven en zaligheid.

Welzalig die het mag gebeuren. Zijt ge een schaap van Zijn kudde? Wij worden niet als schapen van de Heere Jezus geboren. Dat is een leugen. Wij moeten wederom geboren worden en dan zijn we een schaap van Christus' kudde.

Ja zegt ge, daarover gaat het in mijn leven. Dat is mijn strijd. Waarbij zal ik het weten? Bovendien heb ik zoveel zonden en afdwalingen. Ik sta er buiten, maar ik kan de Heere niet missen. Inderdaad, want de goede Herder merkt Zijn schapen. Zij dragen het stempel van Zijn eigendom. Met de wereld en de zonde kunnen ze niet meer meedoen. Om bij de kudde van Christus te behoren, dat is hen te groot. Zij voelen zich daartoe onwaardig. Dat is te groot, ziende al hun afmakingen.

Tocht zoekt de goede Herder zulke zwakke en gewonde schapen op. Dan spreekt Hij ze toe: Vrees maar niet, ge zijt Mijn schaap; Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde. Dan mogen ze wel eens horen: Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven. T)an breekt het geloofslicht door en ze zeggen: Ik zal U al mijn liefde waardig schatten. Wijl Gij mijn rechterhand woudt vatten. Zo versterkt Hij die zwakke schapen; de lammeren draagt Hij en de zogenden zal Hij zachtjes leiden. Zo zal de ganse kudde leven en voor de zwakke schapen zal het zo meevallen. De zaligheid hangt niet af van de volle zekerheid des geloofs, maar van de vereniging des geloofs. Doch wast op in Zijn genade, opdat de wetenschap moge zijn: dat deed Hij voor mij. Ik weet dat mijn Verlosser leeft.

Volgt dan toch niet de herders en de leidslieden van deze wereld. Zij zijn van de wereld en voeren tot het verderf Dat zijn dus verleiders. Hier hebt u de goede Herder. Die in Hem gelooft, heeft het eeuwige leven. Verhardt u niet, maar laat u leiden.

Amsterdam-N.

Ds. A. Snoep.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1982

De Saambinder | 8 Pagina's

De goede Herder

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1982

De Saambinder | 8 Pagina's