Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Commentaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Commentaar

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„DE BIJBEL LEZEN VAN KAFT TOT KAFT? "

Onder déze titel is een wel zeer krenkend artikel over de Bijbel geschreven in de Provinciale Zeeuwse Courant.

Nee, niet van de hand van een godloochenaar, ihaar van de hand van een predikant. Een zekere Ds. R. E. da Costa, die de naam van zijn joodse naamgenoot de dichter da Costa geen eer aandoet, heeft gemeend de Bijbel bespottelijk te moeten maken.

In zijn opvattingen zien we de doorwerking van het rapport van de Gereformeerde Kerken over de aard van het schriftgezag, getiteld: „God met ons". Het was te verwachten dat dit rapport maar het begin was van een stroom van kritiek op de Bijbel.

Nu eenmaal officieel door de Gereformeerde Kerk de deur om kritiek op de Bijbel te oefenen opengezet is, volgt er een niet te stuiten stroom, die van het Woord Gods niets overlaat. De mens wordt immers autonoom verklaard in dit rapport over het schriftgezag. De mens moet en kan beoordelen wat goddelijke waarheid en wat menselijk verzinsel is.

Waar deze gedachte heenleidt, bewijst wel het artikel van Ds. da Costa. Hij zegt: Ook onze Bijbel staat vol dromen, visioenen, beelden waar velen in'deze tijd geen raad mee weten: De ezel van Bileam die sprak, Daniël in de leeuwenkuil, Jona in de walvis, kleinduimpje, David die de reus Goliath versloeg. Verhalen die vreemd op ons afkomen. Je nuchtere verstand zegt: „Dat kan letterlijk nooit zo gebeurd zijn, maar je ouders hebben je geleerd". Het staat in de Bijbel, dus is het zo. Neem nou maar aan dat het ook zo is gebeurd, anders verlies je je geloof en waar blijf je dan. Je moet de Bijbel van kaft tot kaft letterlijk nemen, anders ben je een 'aanrander van Gods onfeilbaar Woord'. Dat lijkt stoere, orthodoxe taal, maar zo langzamerhand ontdekken velen dat je met die manier van Bijbellezen de bedoeling van de bijbelschrijvers onrecht aandoet.. Dat de Bijbel zich niet laat lezen als een geschiedenisboek vol feiten, maar dat er sprake is van een boodschapboek, een boeiend verslag van mensen die met God in gesprek zijn en die dat in hun eigen taal, in hun tijd en cultuur hebben verwoord. Een boodschap die voor alle tijden 'waar' kan zijn, juist omdat er veel in staat, wat niet letterlijk heeft plaatsgevonden.

Deze Ds. da Costa bewijst dan verder een z^er slecht bijbellezer te zijn, wanneer hij meent fouten en onwaarheden in de Bijbel te vinden. Hij heeft kritiek op de geschiedenis van David en Goliath en de ezel waarop de Heere Jezus reed toen Hij Zijn intocht in Jeruzalem hield. Hij zegt daarvan:

Wanneer wij bijvoorbeeld hét bekende oudtes- • tamentische verhaal van David en Goliath nader onderzoeken, blijkt dat de schrijver legendarische vertelstof gebruikte voor een nieuw stuk verkondiging. Wanneer je het verhaal leest alsof het letterlijk zo gebeurd is, stuit je direct op een aantal feiten die niet kloppen. Zo lezen we in 1 Sam. 17 dat David de reus verslagen zou hebben, terwijl 2 Sam. 21 : 19 Elhanan als de dader noemt.

Volgens 1 Sam. 17:54 zou David het afgehouwen hoofd van de reus naar Jeruzalem gebracht hebben, maar ieder weet dat Jeruzalem in die tijd nog niet in Israels bezit was en David deze stad pas jaren later op de Jebusieten zou veroveren (2 Sam. 5 : 6-16). Historisch klopt er dus weinig van dit verhaal, maar met dat doel heeft de schrijver het ook niet opgetekend en ieder die zijn verhaal wel zo wil lezen, doet hem en zichzelf daarmee onrecht. Het gaat er in dit verhaal niet om of David de reus nu verslagen heeft of iemand anders, of het verhaal een legende is of niet, het gaat erom of wij Goliath in onze tijd ook ontmoeten. Of we bereid zijn hem te herkennen in de krankzinnige bewapeningswedloop waarmee wij vandaag - om met Davids woorden te spreken - 'de levende God tarten'. Als je dit verhaal zo leest, ontdek je hoe 'waar' het is, je ziet het om je heen gebeuren. . Volgens Marcus rijdt Jezus op één ezel Jeruzalem binnen. Mattheüs heeft twee ezels nodig.

Wanneer niemand je op zo'n verschil wijst, lees je er makkelijk overheen. Moeten de exegeten zich daar nu zo druk over maken, vraag je je af Maar dan ontgaat je de diepe betekenis die Mattheüs met zijn verzonnen tweetal op het oog heeft. In de Joodse wereld had je voor een getuigenis in die tijd altijd twee getuigen nodig. Wanneer Mattheüs juist in deze verhalen zijn tweetallen invoert, wil hij daarmee zeggen: „Zie, al wat leeft, mens en dier, mogen getuige zijn van Jezus' opgang naar Jeruzaleni. Mens en dier mogen delen in de bevrijdende geschiedenis van Jezus'Jijden, sterven en opstanding." Zo zien we dat ook de evangelisten oog hadden voor het kleinste (verzonnen) detail om hun boodschap te verkondigen.

Na lezing van deze stukken uit het verhaal van Ds. da Costa, zien we hoe tegenwoordig dienaren des goddelijken Woords met dat Woord omgaan. Deze predikant schijnt opzettelijk feiten te verdraaien om de Bijbel disputabel te stellen.

Wanneer men 2 Samuel 21:9 leest wordt niet gezegd dat iemand anders dan David Goliath doodgeslagen heeft, maar lezen we: „Elhanan sloeg Beth-Halachmi, dewelke was met Goliath de Gethiet."

Elhanan heeft Goliath niet geslagen, maar een medestrijder van Goliath. Wat de burcht Jebus betreft kan hij weten dat de stad Jeruzalem al in handen van Israël was, maar dat in de sterke burcht de Jebusieten nog woonden, die eerst door David daaruit verdreven zijn.

Het probleem van de ezels en de blinden levert wanneer met schrift met schrift vergelijkt ook geen problemen op. Er was namelijk een oud en een nieuw Jericho en in beide Jericho's heeft Jezus blinden genezen, zowel bij het binnenkomen als verlaten van Jericho. De Heere Jezus zou naar de profetie op een jonge ezel Jeruzalem binnenrijden en de teksten in Matth. 21 : 2 en 5; Mare. 11 : 2 en 7; Lukas 19 : 30 en Joh. 12 : 14-15 zijn daar volkomen mee in overeenstemming.

Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat Ds. da Costa opzettelijk bijbelgegevens verdraait om toch vooral zijn doel te bereiken om de Bijbel belachelijk te maken. Dit heeft vele lezers van de Provinciale Zeeuwse Courant gekrenkt. Ik weet als geboren zeeuw hoe de Zeeuwse mensen altijd op hun eigen Zeeuwse Courant gesteld zijn geweest. Maar op deze manier wordt het in huis hebben van dit blad wel onmogelijk gemaakt. Het is te hopen dat de redactie van de P-Z-C van deze heilloze weg zal terugkeren. Gezien een volgend artikel van dezelfde Ds. da Costa waarin hij de homofiele relaties met de Bijbel zoekt te verdedigen, lijkt het daar vooralsnog niet op.

Hier ligt misschien een taak voor de lezers om massaal te protesteren, desnoods met het opzeggen van het abonnement om dan het Reformatorisch Dagblad maar te gaan lezen, al zal men dan het plaatselijke nieuws waarop men zo gesteld is, veelal moeteii missen.

D.

C. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 1982

De Saambinder | 8 Pagina's

Commentaar

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 1982

De Saambinder | 8 Pagina's