Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hanna's lofzang

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hanna's lofzang

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heere doodt en maakt levend. 1 Sam. 2 : 6a.

De Heere doodt en maakt levend en dat is de ervaring der heiligen. Hij heeft ons voortgebracht in volmaakte heerlijkheid in de staat der rechtheid. Daar beantwoordde de mens aan het doel der schepping, namelijk om Hem te loven en te prijzen. Daar was een volmaakte rechtheid, waarin de mens waarachtig leefde. In afhankelijkheid van God, maar ook in overgave aan God. Niet als een willoos werktuig van God, maar in een volmaakte vrije wil. Een staat der rechtheid, die we ons nauwelijks kunnen voorstellen in onze natuurlijke doodstaat. Maar het heeft de mens niet goed gedacht God in erkentenis te houden. Wij scheurden ons in ons verbondshoofd Adam los van God en het kon niet anders dan de dood ten gevolge hebben.

De Heere doodde en zo doodt de Heere nog, zodat wij de dood en allerhande ellendigheid onderworpen zijn. Het is een rechtvaardige dood, vanwege de vloek, die wij over ons gehaald hebben.

Het is vernederend voor de mens, die in zoveel heerlijkheid geschapen was, maar tevens ook volmaakt rechtvaardig. Maar dat is ook vernederend, als God levend maakt en laat zien, waarom we de dood en ellendigheid onderworpen zijn. Dan is het geen uit het hoofd geleerd lesje meer, maar dan wordt het aanvaard. Dan wordt juist de breuk gezien, die wij tussen God en onze ziel geslagen hebben. Zo beleefde Hanna ook haar verdriet in haar natuurlijke nood der omstandigheden. Zij beleefde het als een doden Gods in haar leven. Dat was voor haar werkelijkheid geweest en dat wordt ook door haar het duidelijkst achteraf beleefd. Het constateren van de doodstaat wordt bij de levendmaking pas een beleefde zaak in het zien van het gescheiden leven van Gods gunst. Dan wordt de zielesmart geboren buiten God te staan en niet buiten God te kunnen leven. Zo heeft Hanna de doding beleefd. Wat bij Hanna betrekking had op haar onvruchtbaarheid als een rechtvaardig oordeel Gods, dat wordt bij Gods wedergeboren Kerk werkelijkheid betreffende haar eeuwige staat. Dan gaat het niet alleen over de gevolgen der zonden, die iedereen ondervindt, maar over de oorzaak, namelijk de zonden zelf, die een scheiding maken tussen God en onze ziel. Maar dat is ook de weg langs welke de Heere plaats maakt voor het Leven.

Degene, die ontdekt is aan zijn verloren staat ten opzichte van God gaat alles proberen om die betrekking weer te vernieuwen. Alles wordt in het werk gesteld om God te bevredigen met gestalten van gebeds- en gebodsbetrachtingen. Het komt duidelijk voort uit de liefde en waarachtige keus voor God. Maar goed doet geen nut ten dage Zijner verbolgenheid, maar de gerechtigheid alleen redt van de dood. De Heere doodt, ook steeds weer, opdat er plaats gemaakt wordt voor die gerechtigheid van een Ander. Alles moet gedood, ja, er wordt hier zelfs van een ter helle nederdalen gesproken. Het is dan ook geen overdreven dichterlijke ontboezeming, als er door de dichter gesproken wordt: daar de angst der hel mij alle troost deed missen, waarom hij gekneld lag in banden van de dood. Het is de werkelijkheid van een ziel, die voor God leert buigen en God toevalt in Zijn rechtvaardigheid. ••

De Heere doodt en maakt levend. Eerst doding en dan levendmaking. Eerst ter helle nederdalen en daarna weder opkomen. Eerst vernedering en daarna verhoging. Maar dat wil niet zeggen, dat, wanneer het erop aan komt, wij achter de dood het leven kunnen zien. Hebt u het wel eens verloren en verspeeld? Ieder van Gods kinderen kent een afgesneden zaak, een verliezen voor God, een buigen onder het recht Gods. Anders weten we niet eens, wat we met Jezus moeten doen. Al weten we het verstandelijk, maar voor de Zaligmaker moet plaats gemaakt worden. Maar dan krijgt het ook de volle diepte: Die Mij vindt, vindt het leven en trekt een welgevallen van de Heere. Alles verliezen om alles te winnen.

Maar zo gaat het altijd in de oefeningen van het leven voor Gods kerk. Denk eens aan de discipelen en de vrouwen bij het volgen van de Borg in Zijn lijdensweg. Zelfs de rijkste ervaringen, het zoete gebedsleven en waarachtige schuldbelijdenissen vallen weg als grond tot de zaligheid. Alleen het leven van de Zaligmaker kan ons tot zaligheid zijn. Alleen Hij maakt levend!

De Heere, doodt en maakt levend. De Heere, die in Zijn Naam weergeeft, dat Hij is, Die Hij is, de Ik zal zijn. Die Ik zijn zal. Hij is de Getrouwe in de eerste plaats aan Zichzelf De Heere maakt waar, dat Hij ook getrouw is in Zijn rechtvaardigheid. Het hoogtepunt van die rechtvaardigheid ziet u het duidelijkst tot uitdrukking gebracht op de vloekheuvel van Golgotha. God, de Heere spaarde zelfs Zijn eigen Zoon niet, maar heeft Hem overgegeven.

Hij is hier op aarde gekomen om te doen de dingen, die bij God te doen waren. Het doel van Zijn komen is ons oudtestamentisch reeds voorgehouden in de ceremoniële eredienst, waarin gesproken werd door de offers en de lammeren, die ter slachting werden geleid. Jesaja gaf het weer: Hij is als een Lam ter slachting geleid en als een schaap, dat stemmeloos is voor het aangezicht van zijn scheerders. Hij was voorgesteld als de Koning, de Hogepriester en de Profeet om de ambten, waartoe Hij gezalfd was van eeuwigheid. Zo is Hij gekomen op deze aarde en daarvan hebben de engelen gezongen. Hij is gekomen om afgezette ambtsdragers weer te herstellen in de staat, waaruit zij gevallen zijn. Ere zij God in de hoogste hemelen. Dat is ook het zingen geweest van de lijdende Borg alvorens Hij uitging naar de Olijfberg. Hij zong daar in pnésterlijke overgave Zijn profetisch getuigenis op een koninklijke wijze. Die ambten van Christus zijn niet los te denken van elkaar. Maar zo heeft Hanna ook gezongen van die onbegrijpelijke diepte: De Heere doodt en maakt levend. Christus is de dood ingegaan omdat God Zijn recht niet kan en mag laten varen. Hij blijff de Rechtvaardige om de zonden van Zijn volk te straffen met de tijdelijke, de geestelijke en de eeuwige dood. Maar zo heeft Christus ook de dood aanvaard, omdat hij wist gekomen te zijn om alle gerechtigheid te vervullen. Dan is het ook te begrijpen, dat van de liefde van de drieënige God gezongen wordt. God gaf Zijn Zoon en de Zoon gaf Zichzelf en de heilige Geest past het toe en verzegelt het in de harten van Gods Kerk. 'k Zal van de deugd der milde goedheid zingen, van het heilig recht der strenge rechtsgedingen, een psalmgezang, o hooggeduchte Heer, Uw naam ter eer. De Heere doodt en maakt levend is het duidelijkst openbaar gekomen op Golgotha en in diezelfde plaats, waar een hof was, waarin zij Hem neerlegden, maar waaruit Hij ook is opgestaan. Hij kon van de dood niet gehouden worden, omdat Hij alles tot zaligheid van Zijn Kerk volbracht had.

Hij maakt levend. Hij doet ook wederopkomen uit de allerdiepste versmaadheid en angst der hel. Hij is om onze overtredingen verwond en om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld. Maar Hij is opgestaan tot zaligheid en troost van Zijn Kerk. Daarom zal ook die uitverkoren gemeente ervaren, hoe Hij in de levendmaking doodt, maar dan in een voortgaand proces, maar Hij maakt ook levend. Steeds weer een afsterven van de oude mens, maar ook een opstaan van de nieuwe mens. Eerst moet alles gedood worden, waarmede we onszelf weer aangenaam proberen te maken bij God in onze betrachtingen, maar ook in ons. worstelen en bidden aan de troon der ge-

nade. Het valt allemaal weg als grond voor de eeuwigheid. Het leven wordt zelfs afgesneden, ^ opdat we bewust deel zouden krijgen aan het lichaam van Christus, dat gedood is en weder levend geworden is.

Zalig worden is een proces, waarin steeds doding ervaren wordt, maar ook leven geschonken wordt. Alle bijbelheiligen hebben ervan gezongen, zoals ook Hanna, zoals ook Maria de moeder des Heeren, zoals ook Job, zoals ook Petrus. Allen hebben zij het op hun eigen wijze weergegeven, zoals Paulus getuigde: Wij dan, die leven, worden altijd in de dood overgegeven om Jezus' wil, opdat het leven van Jezus in ons sterfelijk vlees zou geopenbaard worden. Dan is het ook begrijpelijk, dat de Kerk des Heeren hier op aarde echt wel eens zingen mag, maar dat het leven van een kind van God ook een stervend leven is.

Maar gelukkig: De Heere doodt, maar Hij maakt ook levend tot in eeuwigheid.

Kampen

Ds. P. Honkoop

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 mei 1982

De Saambinder | 8 Pagina's

Hanna's lofzang

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 mei 1982

De Saambinder | 8 Pagina's