Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lydia's bekering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lydia's bekering

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

En een zekere vrouw, met name Lydia, een purperverkoopster van de stad Thyatira, die God diende, hoorde ons; welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd. Hand. 16:14.

Wij treffen Paulus aan in Filippi, de eerste stad in Europa. Hij was daar op een wonderlijke wijze gekomen. Te Troas immers zag hij in een gezicht een Macedonisch man, die hem bad en zei: Kom over in Macedonië en help ons. Daaruit leidde Paulus af, dat hij Azië moest verlatea en dat hij over moest varen naar Macedonië. Daarom treffen wij hem thans in Filippi aan. De inwoners van deze stad waren heidenen, die de Joodse godsdienst vijandig gezind waren. Daarom was er ook geen synagoge! De Joden moesten van armoe in de open lucht bij de rivier bijeenkomen. En als Paulus van deze plaats gehoord heeft, begeeft hij zich op de Sabbath er heen. Wellicht heeft hij gehoopt daar vele mensen aan te treffen, doch hij vindt er slechts enkele vrouwen. Wat zijn Gods wegen toch wonderlijk, want waar blijft die Macedonische man, die zei: Kom over en help ons? Onder al de Macedonische mannen is er niet één, die naar Paulus luisteren wil. Doch al zijn er dan geen Macedonische mannen, het is Paulus niet te gering zich te richten tot deze vrouwen. En aanstonds draagt het Evangelie vrucht. Neen, het is niet zo, dat al die vrouwen bekeerd worden, want van slechts één vrouw lezen wij dat ze acht gaf op wat Paulus sprak. Maar ook dat is al een onnoemelijk groot wonder! Waar hoort men nog, dat er een mens bekeerd wordt? Laten wij niet vergeten dat er blijdschap is in de hemel over één zondaar die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben. De vrouw, die onder Paulus prediking wordt toegebracht wordt een zekere vrouw genoemd. Dat wil zeggen, dat het een vrouw was, die zich in niets van de andere vrouwen onderscheidde. Ook zij was dood door zonden en misdaden. Ook in haar woonde geen goed. Toch wordt zij in het hart geraakt. Waarom? Omdat ze een gekende was, die toegebracht moest worden. Alleen al om haar moest Paulus naar Filippi. Ze heette Lydia, dat is de Lydische. Die naam gaf dus haar afkomst aan, want ze kwam uit de stad Thyatira, gelegen in de Klein-Aziatische provincie Lydië. Ze kwam dus uit een omgeving, waar Paulus het - Evangelie reeds gepredikt had. Doch wellicht was ze al vóór Paulus daar kwam verhuisd naar Filippi. Ach, als het aan Lydia gelegen had, zou ze nooit met het Evangelie in aanraking gekomen zijn. Doch de Heere weet haar te vinden. Wat is het een zegen, dat genade niet alleen vrij valtj maar dat deze ook niet te ontlopen is. Anders zou geen mens zalig worden! Waarschijnlijk hield Lydia's verhuizing verband met haar koophandel. Ze was immers purperverkoopster, dat wil zeggen, dat ze handel dreef in purperkleurige stoffen, die alleen door rijken werden gedragen. Ongetwijfeld vond ze daarvoor in Filippi een beter afzetgebied. In elk geval was het geen onbemid-. delde vrouw. Haar rijkdom stond echter de Heere niet in de weg. Gelukkig, dat de Heere niets in de weg staat, onze doodstaat niet en onze rijkdom niet! Verder lezen wij van Lydia, dat ze God diende. Dat wil niet zegegn, dat ze bekeerd was, maar dat ze overgegaan was van het heidendom naar het Jodendom. Ze was Jodengenote geworden, die trouw haar Godsdienstplichten waarnam, want wij treffen haar op de Sabbath aan op de plaats des gebeds. Het was dus een vrouw, die zeer godsdienstig was. En dat is op zichzelf een goede zaak, maar het is niet genoeg voor de eeuwigheid, doch daar moest ze nog aan ontdekt worden. Laten wij toch niet vergeten, dat een uitwendige verandering nog geen inwendige vernieuwing betekent. Hoe godsdienstig wij ook mogen zijn, maar ook godsdienstige mensen moeten wederom geboren worden, anders zullen ze het Koninkrijk Gods niet zien, laat staan-ingaan! Zal het wel met ons zijn, dan moet ons hart geopend worden. Dat gebeurde met Lydia. Neen, er staat niet, dat Lydia haar hart opende, of dat Paulus--haar hart opende, maar de Héére opende haar hart. Gods knechten kunnen wel de weg aanwijzen, maar zij kunnen geen mens op die weg.brengen! Zij kunnen de zaligheid alle mensen gunnen, maar zij kunnen die zaligheid geen mens geven. Paulus kan planten en Apollos natmaken, maar God moet de wasdom geven. Moeten wij dan maar afwachten tot God ons hart eens opent? Ach, dat doen velen, maar die vergeten dat er staat, dat het geloof uit het gehóór is! God maakt dus gebruik van ons natuurlijk oor! Wij moeten ons inspannen om te luisteren. Van Lydia lezen wij dan ook, dat ze hoorde! Zè stelde dus belang in wat Paulus predikte. Met aandacht en eerbied heeft ze geluisterd. Wat is het een zegen als wij luisteren mogen, en niet met andere dingen bezig zijn. Toch is het mogelijk te horen met een gesloten hart. Van Lydia, die hoorde, lezen wij immers, dat God haar hart opende. Het was dus gesloten. Ja, wij kunnen onder het Woord verkeren en luisteren naar wat er gezegd wordt en dat alles beamen, zodat wij zeggen: Het is waar wat gepredikt is. Het is met mij niét goed. Het moet met mij anders worden. En dan kan het gebeuren, dat wij er nog een nachtje wakker van liggen ook. Doch dan ebt het langzaam maar zeker weg en wij leven weer even dodelijk gerust voort als tevoren. Hoe ontzettend toch, dat luisteren met een gesloten hart! Hoe verzwaren wij dan onze schuld! Ja maar, een mens kan zijn hart toch niet openen? Dat hebt u toch zelf gezegd! Het is waar, maar hebt u daar al last van gekregen? Want dan zal de vrucht zijn, dat wij gaan smeken of de Heere het wil opejien! Heeft Lydia er dan om gebeden? Neen, die dacht dat ze een open hart had. Die dacht zalig te worden omdat ze zo godsdienstig en vroom was. Doch dat werd anders toen haar hart geopend werd.. Toen toch begon ze acht te geven op wat Paulus predikte. Een pijl uit Gods pijlkoker trof haar hart. Ze werd bij de prediking betrokken. Ze werd als met de vinger aangewezen. Haar ogen gingen open voor de werkelijkheid. Ze begon haar ongeluk te beseffen. Het drong tot haar door dat ze met al haar godsdienst voor God niet kon bestaan en dat haar vroomheid een wegwerpelijk kleed was. Heel het huis barer hoop stortte in puin. Ja, zo gaat dat als een mens geraakt wordt door het Woord. Dan krijgen wij met God te doen, en gaan wij verstaan, dat wij Hem beledigd hebben met onze zonden. Dan komt er schrik in ons hart, maar ook droefheid. Dan komen wij als verlorenen aan Gods voeten terecht. En juist daar wil Gods Geest ons hebben, want zo komt er plaats voor genade en voor Christus. Wat Paulus gepredikt heeft, weten wij niet, maar hij heeft vast en zeker gepredikt de dood in Adam en het leven in Christus. Hij heeft op God gewezen.

Die een verterend vuur is en een eeuwige gloed, bij wie geen zondaar wonen kan, maar Die toch met zondaars te doen wil hebben en Die daarom een weg uitdacht in de Zoon van Zijn eeuwige Hefde, opdat door Hem doodschuldigen zouden zalig worden. Zo heeft* hij gewezen op Hem, Die Zichzelf gaf tot een rantsoen voor velen en Wiens bloed, reinigt van alle zonden. En wat Paulus predikte paste de Heilige Geest toe aan haar hart. Het is dan ook voor Lydia een onvergetelijke kerkdienst geweest. Paulus'preek was voor haar Geest en leven, eten en drinken, vraag en antwoord! Hoe heeft ze zich verwonderd over de rijkdom van Gods genade in Christus, Die naar haar wilde omzien en Zich over haar wilde ontfermen. Ja, haar geopend hart is vervuld geworden met Christus en met het heil, dat Hij aanbracht. En ongetwijfeld heeft Paulus gemerkt, dat er een afneemster was, want dan preekt men makkelijk! Soms ketst het woord terug, maar als er hongerigen zijn, dan zorgt God dat er spijze is in Zijn huis. Dat er in Lydia een wonder van genade verheerlijkt was, bleek uit de vrucht. Ze wenst immers aanstonds gedoopt te worden. Ze wil het veldteken van Christus dragen. Openlijk wil ze de keus van haar hart uitspreken, ook al zou dat de ergernis van de Joden opwekken en de vijandschap van de wereld gaande maken. Al zou ze haar eer en haar brood verliezeiT, er is voor haar geen andere weg. Doch ze werd niet alleen zelf gedoopt maar ook haar huis. Dat betekent, dat ze met haar huisgenoten gesproken heeft. Die hadden immers hetzelfde nodig als zijzelf Ja, als wij iets van Gods genade mogen smaken, dan gunnen wij dat aan de hele wereld, maar inzonderheid aan degenen, die ons lief zijn. Daaromkon ze niet zwijgen. En van haar spreken ging kracht uit, want het waren niet zo maar woorden. De zaken van de woorden waren er ook. Daarom hadden haar woorden zeggenskracht. En nog een vrucht komt openbaar, want is haar hart voor de Heere geopend, daar opent zij haar huis voor Gods knechten. Ze wenst hen te herbergen, want ze heeft hen lief gekregen. Als het Woord zijn kracht doet, komt er ook een liefdeband met degene, die dat Woord brengt. Werkelijk het is niet zo'n best teken als men deze liefdeband mist. En het is helemaal een slecht teken als men de moed heeft Gods knechten te bespotten, te verachten en te belasteren! Gods kinderen achten hen hoog en hebben hen lief Lydia stelt haar hele huis voor Paulus en de zijnen ter beschikking. En wat zullen ze goede tijden met elkaar gehad hebben. Wat zullen ze van hart tot hart gesproken hebben! Zeker, aan dat verblijf is een einde gekomen. Paulus moest elders het Evangelie pre­ diken. Of ze elkander later ooit weergezien hebben, meldt de Schrift ons niet. Maar ééi^ ding is zeker, boven hebben ze elkaar wet te-* ruggezien, want beiden juichen al zoveel jaren voor Gods troon. Is üw hart al geopend? Smeek dan toch Lydia's God of Hij dat wonder van genade ook in u wil verheerlijken! En zo uw hart geopend werd, waarmee is dat hart dan vervuld? Als Gods Geest het hart opent, dan doet Hij dat om het met Christus te ver vullen. Dan wordt Christus ons leven en dan wensen zij van niets anders meer te weten dan van Jezus Christus en Die gekruisigd.

Amersfoort

Ds. J. van Haaren.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1982

De Saambinder | 8 Pagina's

Lydia's bekering

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1982

De Saambinder | 8 Pagina's