Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doop en Verbond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doop en Verbond

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

/ De doop is een van de sacramenten door God ingesteld. Sacramenten behoren samen met het Woord Gods tot de genademiddelen. Genademiddelen zijn middelen waarvan de H. Geest Zich bedient tot werking en versterking van het geloof. D.w.z. dat het Woord op zich geen wederbarende kracht heeft, maar het is de H. Geest die een mens wederbaart d.m.v. het Woord.

Zo ook versterkt het sacrament op zich het geloof niet, maar de H. Geest versterkt hèt geloof d.m.v. Woord en sacrament. Sacramenten kunnen tot zaligheid gemist worden. God gaf ze bij het Woord om de zwakheid des geloofs van Zijn volk tegemoet te komen.

Men kan de sacramenten dan ook vergelijken met uitroeptekens. Deze hebben alleen zin als er iets aan voorafgaat. Als men van iemand

een kaartje krijgt met twee uitroeptekens er op en verder niets, dan zou dat een onbegrijpelijk iets zijn. Doch zodra er woorden aan voorafgaan krijgen die uitroeptekens betekenis. Zo onderstrepen de sacramenten de verkondiging van het Evangelie. Ze voegen ten diepste aan • het Evangelie niets toe en ze mogen ook nooit los gemaakt worden van de bediening van het Evangelie.

, Tussen het Woord en de sacramenten bestaan f de volgende punten van overeenstemming: I 1. Het zijn beide genademiddelen door God f ingesteld. l. 2. Beide wijzen heen naar de enige ofTerande I van Christus aan het kruis volbracht, als de enige grond der zahgheid. ; 3. De H. Geest geeft ons deel aan de genade, i waarvan Woord en sacrament spreken. In de volgende opzichten verschillen Woord en l sacramenten van elkaar: ' 1. In hun noodzakelijkheid. Het Woord is onmisbaar tot zaligheid. De sacramenten niet. i 2, In hun bedoeling. Het Woord dient tot werking en versterking van het geloof. De sacra- : menten dienen slechts tot versterking van het geloof ' 3. In hun uitgestrektheid. Het Woord moet alle creaturen in de hele wereld gepredikt worden. Het sacrament mag alleen bediend worden aan degenen, die tot de kerk behoren.

Het woord sacrament komt in de Bijbel niet voor. Het is afgeleid van het Latijnse woord: Sacramentum. Dit woord sloeg op de eed van trouw, die de soldaat zwoer bij het keizerlijk vaandel.

Het sacrament heeft ook de waarde van een eed. God Zelf treedt ons in het sacrament als een eedzwerend God tegemoet. Bij de doop zweert Hij dat Hij geen lust heeft in onze dood, maar daarin lust heeft, dat wij ons bekeren en leven en bij het H.A. zweert Hij dat Hij nooit meer op ons toornen of schelden zal.

" Sacramenten zijn verder tekenen en zegelen van Gods verbond. Als teken beelden zij ons af wat in ons plaats moet vinden tot zaligheid. Wat de doop betreft, .het doopwater op zichzelf doet niets. Het bééldt alleen af, het léért ons, zoals het doopsformulier ons zegt, wat de H. Geest in het hart uitwerken wil en ook de doopsformule heeft geen enkele kracht om te wederbaren of de zonde te verzoenen.

Twee weldaden worden ons in de doop voor ogen gesteld, namelijk de rechtvaardigmaking en de heiligmaking, of anders, de verlossing van de schuld èn de smet der zonde. Het on- ~ dergedompeld worden in het water is als het ware een sterven en begraven worden. En het weer uit het water opkomen is het weer levend worden. Zo wordt uitgebeeld de afsterving van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens.

Tegelijkertijd heeft het water een reinigende kracht, en wijst als zodanig heen naar het bloed van Christus, dat reinigt van alle zonden.

Verder is de doop zegel op Gods genadewoord, Hij meent wat Hij zegt. Hij is de getrouwe en de waarachtige getuige.

Sacramenten behoren bij het genadeverbond. Als zodanig is de doop verbondsteken, teken dat ons onderscheidt van hen, die onbekend zijn met Gods Woord. Om de betekenis van de doop recht te kunnen verstaan is nodig, dat wij weten, wat precies de besnijdenis betekende. God Zelf heeft de besnijdenis ingesteld in Abrahams tijd. In Gen. 17 lezen wij: En gij ziilt het vlees uwer voorhuid besnijden en dat zal tot een teken zijn van het verbond tussen Mij en tussen u. Een zoontje dan van 8 dagen zal besneden worden, al wat mannelijk is in uw geslachten.

De Heere sloot Zich hier aan bij een oud Oosters gebruik, dat bij vele volkeren gevonden werd, behalve bij Babyloniërs, Assyriërs en Fi-Hstijnen. Men heeft afbeeldingen van besnijdingen gevonden in Egypte, die uit ongeveer 2500 V. Cnr. stammen, zodat dit gebruik reeds eeuwen vóór Abraham plaats, vond. Het krijgt in Israël echter een bepaalde-religieuze betekenis. God verklaart immers dat het een teken is van het gesloten verbond. De bloedige ceremonie, waarbij de voorhuid werd weggenomen, sprak van afsnijding, uitbanning van onreinheid en van de noodzaak van een totale vernieuwing van het hart.

Dat de voorhuid gold als een teken van onreinheid, bewijst Mozes door te zeggen, dat hij onbesneden van lippen is en Jeremia spreekt van de hardnekkige Israëlieten als van mensen met onbesneden oren en harten. Het wegnemen van de voorhuid was dus teken van het wegnemen der zonde en van de heiliging van het hart. Uit dit godsdienstig verband mocht de besnijdenis niet losgemaakt worden om tot een nationaal teken gedegradeerd te worden. Ze bracht evenmin een automatische garantie van Gods gunst mee. In de Wet en in de profeten klinken dan ook gedurig vermaningen op om niet bij deze uitwendige ceremonie te blijven, maar de geestelijke zin en betekenis er van te beleven. Zó vermaant de Heere door Mozes: Zo besnijdt dan de voorhuid uws harten en verhardt uw nek niet meer. Dat zegt Hij tot mensen, die besneden waren. En Paulus sluit daarbij aan, als hij zegt in Rom. 2 : 28: want die is niet een Jood, die het in het openbaar is, noch die is de besnijdenis, die het openbaar in het vlees is, maar die is een Jood, die het in het verborgen is en de besnijdenis des harten, in de Geest, niet in de letter, is de besnijdenis. •

Als een heilige traditie wordt tot op heden onder de godsdienstige Joden deze bloedige ceremonie bewaard en dat bewijst, dat tot op de dag van heden, wanneer Mozes gelezen wordt een deksel op hun hart ligt. Nog steeds heeft , het niet verstaan, dat Christus het einde der Wet is en dat in Hem en door Hem deze cere-

monie der besnijdenis haar volledige vervulling verkregen heeft. De bloedige besnijdenis immers, met haar diepzinnig teken, wees ten diepste heen naar de dood van Christus, waardoor Hij het verbond der genade en der verzoening volbracht en ten volle gerealiseerd heeft. ~

De vromen onder het oude verbond hebben dit verstaan, maar het merendeel van het volk niet. Zelfs na de komst en het volbrachte werk van Christus waren er nog Joden-Christenen, die de besnijdenis voor de heiden-christenen als heilsnoodzakelijk achten. Ze waren blijkbaar de oude wettische opvatting nog niet kwijt. De gemeenten uit Galatië dreigden onder hun invloed te geraken. Ze worden echter met hartstochtelijke beslistheid door Paulus daarvoor gewaarschuwd. Zie ik, Paulus, zeg u, zo gij u laat besnijden, dat Christus u niet nut zal zijn, en ik betuig wederom een iegelijk mens die zich laat besnijden, dat hij een schuldenaar is, de gehele wet te doen. Christus is u ijdel geworden, die door de wet wilt gerechtvaardigd worden, gij zijt van de genade vervallen, want in Christus Jezus heeft noch besnijdenis enige kracht, noch voorhuid, maar het geloof door de liefde werkende, zo lezen wij in Gal. 5.

Hij stelt hen dus voor de keus, de besnijdenis of Christus, Christus is alles of niets. Elke Judaïstische opvatting van de besnijdenis als een heilsnoodzakelijke werkelijkheid voor de heidenchristen, moet volledig uitgebannen worden; ze mag in geen enkel opzicht een noodzakelijke conditie worden. Wat ze betekende en verzegelde wordt alleen en volledig in Christus gevonden.

In het N.T. wordt dan ook met de komst van Hem, die het einde der Wet is, de besnijdenis afgedaan en in de plaats daarvan ingezet de Heilige Doop. Deze doop is door Christus ingesteld kort voor Zijn hemelvaart.

A.

Ds. J. V. Haaren.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 1983

De Saambinder | 8 Pagina's

Doop en Verbond

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 1983

De Saambinder | 8 Pagina's