Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leviticus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leviticus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(4)

10. En indien zijn offerande is van klein vee, van schapen of van geiten, ten brandoffer, zal hij een volkomen mannetje offeren.

Werd vooraf gesproken van een rund, hier wordt genoemd klein vee, en in vers 14 wordt genoemd een tortelduif of een jonge duif.

Het schijnt dat de rijken of welgesteldeiTrunderen namen als offers. De middenstanders die het niet konden bekostigen om een rund te offeren, zouden een schaap of een geitenbok brengen. De nog armeren brachten duiven. Wie denkt daar niefbij aan de ouders van de Heere Jezus, die hun offerande in de tempel brachten, waarin de armoedige staat van Jezus in Zijn vernedering wordt gepredikt. De Heere sloot niemand uit, want Hij ziet niet aan de gave, maar het hart van de offeraar (Kaïn en Abel). Heeft Hij Zelf tijdens Zijn omwandeling op aarde niet een rijke les gegeven, betreffende het penninkske der weduwe, wat zij in de schatkist wierp.

Want in Christus is alles en in allen, waarin nietjs Griek en Jood, besnijdenis en voorhuid, barbaar en Scyth, dienstknecht en vrije. Wie we zijn behorend tot de weigestelden van de aarde, of tot de middenstanders, of tot de arme werkende klasse, God ziet ons hart aan. De Kerk des Heeren, Gods kinderen, die door genade vernieuwd worden tot kennis naar het evenbeeld Desgenen, Die hen geschapen heeft, zijn één in geloof, één in hoop en één in liefde. Christus is alles en in allen.

W.En hij zal dat slachten aan de zijde van het altaar, noordwaarts, voor het aangezicht des HEEREN; en de zonen van Aaron, de priesters, zullen zijn bloed rondom het altaar sprengen.

Hier wordt vermeld, dat het offer moest geslacht worden aan de zijde van het altaar noordwaarts. Waarschijnlijk, hoewel hier genoemd, gold dit voor het slachten van alle offers. Aan de westzijde van het altaar stond het koperen wasvat en verderop de tabernakel. Aan de oostzijde was de ashoop. Aan de zuidzijde was de "opgang" naar het brandofferaltaar. Zodat daar aan die noordkant waarschijnlijk de grootste ruimte was voor de priesters om te slachten.

12. Daarna zal hij het in zijn stukken delen, mitsgaders zijn hoofd en zijn smeer; en de priester zal die schikken op het hout, dat op het vuur is, hetwelk op het altaar is.

13. Doch het ingewand en de schenkelen zal men met water wassen; en de priester zal dat alles offeren en aansteken op het altaar: het is een brandoffer, een vuuroffer, tot een lieflijke reuk den HEERE.

Hier golden dezelfde regels voor de offeranden van klein vee, van schapen of van geiten, als voor de runderen, zoals die genoemd worden in vers 7-9. Al is het dat de opmerkzame lezer bemerkt dat er niet speciaal genoemd wordt, dat de huid van het klein vee moest worden afgetrokken.

\A. En indien zijn offerande voor de HEERE een brandoffer van gevogelte is, zo zal hij zijn offerande van tortelduiven of van jonge duiven offeren.

In Joh. 2:14 lezen we dat er ten tijde van de omwandeling van de Heere Jezus op aarde in de tempel waren, die ossen, en schapen en duiven verkochten, om geofferd te worden. Hier in deze tekst wordt aangewezen het brandoffer van vogels. Genoemd worden de tortelduiven of de jonge duiven. Niet dat deze een zelfstandige plaats innamen als offerdieren, maar deze kwamen in aanmerking voor de armen, die geen rund of kleinvee konden betalen. Duiven waren er overvloedig in het land Israël. De tortelduif was een trekvogel. De profeet Jeremia gebruikt het beeld van de trekvogels tot onderwijs en bestraffing van zijn volk. In Jer. 8 : 7 zegt hij: Zelfs een ooievaar aan de hemel weet zijn gezette tijden, en een tortelduif, en kraan, en zwaluw, nemen de tijd hunner aankomst waar; maar Mijn volk weet het recht des HEB­ REN niet.

Deze tortedlduif kwam met de lente. Hooglied 2 : 11 en 12: Want zie de winter is voorbij, de piasregen is over, hij is overgegaan. De bloemen worden gezien in het land, de zangtijd genaakt en de stem der tortelduif wordt gehoord in ons land. Wanneer deze tortelduiven er niet waren, waren er de tamme duiven, die in Israël werden gekweekt, zie 2 Kon. 6 : 25 en Jes. 60 : 8. Ook de duif als offerdier moest zijn van het mannelijk geslacht. Dat wordt bewezen door de benaming: jonge duiven". De kantt. wijzen daarop dat in het Hebr. staat: „zonen der duiven". Ook deze dieren, gebruikt bij de offerdienst, zijn zinnebeelden van Christus. Zijn stem wordt vergeleken met de stem van de tortelduif en Zijn ogen met die der duiven.

Hoogl. 5 : 12, en ook vanwege de eigenschappen van een duif Zoals de duif na de zondvloed door middel van een olijfblad de boodschap van vrede bracht, zo is Christus Zelf, Die stierf aan het kruis, geofferd zijnde: de Vredemaker. Daarvan getuigt de apostel Paulus in Efeze 2 : 14: Hij is onze vrede. Heeft Christus Zelf Zich niet geopenbaard voor Zijn sterven aan Zijn discipelen: Vrede laat Ik u. Mijn vrede geef Ik u; niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd. Christus is niet alleen de brenger van de vrede, maar Hij is de oorzaak van de vrede.

Wanneer zulk een gelovige Israëliet, al was het dat hij behoorde tot de minderbedeelden wat het aardse betrof, zag op de betekenende zaak van dat brandoffer van gevogelte, dan verkreeg hij meer dan alle schatten hier op aarde. Dan deelde hij in de vrede, die alle verstand te boven gaat, welke is een voorsmaak van de nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Dan zal Christus de Vredevorst, Die gestorven is om vrede te maken, heersen over het rijk des Vredes, de armen van geest doen wonen in de woning, welke Hij heeft verkregen door Zijn bloed. Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

Hij zal den armen, 't zijner baten Verlossen, die nu schreit; En helpen hem, die is verlaten, Uit zijn ellendigheid.

's-Gr.

Ps. 72 (Datheen). Ds. J. C. Weststrate.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1983

De Saambinder | 8 Pagina's

Leviticus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1983

De Saambinder | 8 Pagina's