De hemelse Heelmeester en degenen die genezing bij Hem zoeken

MEDITATIE

Maar Jezus zulks horende, zeide tot hen: Die gezond zijn hebben de medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. Mattheüs 9:12.

De Heere Jezus is de grote Heelmeester, de hemelse Geneesheer. In het tolhuis te Kapemaüm had Hij Mattheüs geroepen met de woorden: Volg Mij. En in het huis van Mattheüs had de Heere gegeten en vele tollenaars en zondaren waren gekomen en zij zaten mede aan met Jezus en Zijn discipelen. Welk een grote liefde en genade van Christus kwam hier in openbaar. Hij de rechtvaardige Zoon van God, vol van majesteit en heerlijkheid, wilde als het vleesgeworden Woord tussen tollenaren en zondaren verkeren, ja met hen eten en drinken. En dit laatste betekende vooral in, de Oosterse wereld een bijzondere gemeenschap hebben in liefde en saamhorigheid. Moest dan niet iedereen daarover verwonderd zijn. Verwonderd zijn over de openbaring van de Heere Jezus Christus wat betreft zijn grote liefde en grote genade, zoals deze in de wereld bij niemand anders wordt gevonden. Maar neen. De farizeeën hadden kritiek en zij zeiden tegen de discipelen: Waarom eet uw Meester met de tollenaren en zondaren? Zelf waren zij in eigen oog daar veel te rechtvaardig voor, zij stonden daar in eigen zelfschatting veel te hoog voor. De afstand tussen hen en de tollenaren en zondaren was veel te breed om overbrugd te kunnen worden. De vernedering voor hen zou te groot zijn als zij zo iets zouden doen. Ook hierin komt openbaar het woord dat Simeon gezegd heeft tegen Maria: Dit Kindeke wordt gezet tot een val en opstanding van velen in Israël en tot een teken dat wedersproken zal worden. De vriend van tollenaren en zondaren, is de erenaam van Christus, waarmee de ware Kerk des Heeren Hem noemen mag. De erenaam van Hem voor Zijn Kerk, omdat zij daarmee mogen belijden Zijn onuitsprekelijke liefde en genade dat Hij wilde nederdalen uit de hemel in de gelijkheid van zondig vlees. Juist om in deze weg van vernedering de enige Verlosser te kunnen zijn voor de diepst gezonken mens, voor de meest schuldige voor God en Zijn Wet, voor de meest bezoedelde met zonden, om van schuld en zonden te kunnen verlossen, om uit de diepste ellende en uit de modder der zonden te kunnen opheffen tot een nieuwe gemeenschap met God.

De discipelen behoefden geen antwoord te geven aan de murmurerende farizeeën. Zij be-hoefden ook geen antwoord schuldig te blijven, want Christus gaf Zelf hét antwoord: Die gezond zijn hebben de medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. En deze beeld-. spraak wordt door Hem nog nader verduidelijkt met de woorden: Want Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering.

Christus Zelf gaf getuigenis van de opdracht die Hem door de Vader was gegeven: Redder en Verlosser te zijn van de verloren schapen van het Huis Israels. Daarvoor zou Zijn kruis opgericht worden op Golgotha, daarvoor zou Zijn bloed vloeien om eeuwig gelukkig te maken die door de dodelijke ziekte van zondeval en zonden zijn aangetast en eeuwig rampzalig moeten sterven. Om eeuwig te verlossen die diepongelukkig onder de zondemacht over de wereld gaan. Daarvoor was Hij van de Vader gezonden om naar het eeuwig Welbehagen Gods de grote Geneesmeester te zijn om van de dodelijke kwaal te kunnen verlossen. Daarvoor was Christus door Zijn Vader gezalfd en bekwaam gemaakt, bezat Hij de hoogste wijsheid en kennis om de geneesmiddelen te bereiden. Hij Zelf zou het enige geneesmiddel zijn, want door Zijn striemen is ons genezing geworden (Jes. 53), Die al uw ongerechtigheid vergeeft. Die al uw krankheid geneest (ps. 103). En Christus kent de dodelijke en ongeneeslijke kwaal die er bij ieder mens is te vinden, hij kent ook de smart der zonden en de totale verdorvenheid en onreinheid van de mens en daarom is Hij niet alleen de verwerver der zaligheid, maar Hij past ook Zijn geneesmiddel 2^1f toe, en geen ziekte is voor Hem ongeneeslijk. Hij is ook de meest goedkope geneesheer want hij vraagt geen geld, hij nodigt: O, alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij, die geen geld heeft, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk (Jes. 55).

Ook is het geneesmiddel dat Christus Zelf is en die Hij uitdeelt niet nodeloos bitter van smaak. Zelf heeft Hij de bittere toom des Vaders gedragen, toen Hij van het kruis uitriep: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? Vol van liefde wil Hij ook in alle hopeloosheid en in de bitterste ellende troost en kracht zijn, ja, als van onderen met eeuwige armen, ondersteunen en dragen! Zo is Christus de enige en grote Heelmeester; En wie is met Hem te vergelijken. Zo nodigt hij door de prediking van Zijn Woord. Zo roept de Wijsheid en verheft de Verstandigheid Haar stem. Tot u, o mannen, roep Ik en Mijn stem is tot de mensenkinderen. Gij slechten, verstaat kloekzinnigheid; en gij zotten, verstaat met het hart. Hoort, want Ik zal vorstelijke dingen spreken, en de opening Mijner lippen zal enkel billijkheid zijn (Spr. 8).

Zo houdt Christus zijn spreekuur als de grote Heelmeester. Maar wie gaat naar Hem toe. Wie gaat er naar de dokter. Geeft u zelf maar het antwoord. Het is de algemene regel dat de nood van een zieke roept om de dokter. Ja, zo zegt de Heere Jezus: Die ziek zijn hebben de medicijnmeester van node. De nood van de zondaar roept om de Redder en de Verlosser Jezus Christus.

In Zijn nadere uitleg gaat de Heere degenen die gezond zijn noemen rechtvaardigen (vs. 13). Maar dan rechtvaardigen die dit zijn in eigen oog. Het zijn degenen die in zichzelf sterk vermogenden zijn n.l. de Farizeeën. Zij meenden dat zij voor God rechtvaardig waren omdat ze zich uiterlijk hielden aan de Wet van Mozes. Zij beelden zich in eigen kracht en vermogen al de geboden van de Wet Gods te volbrengen en vertrouwden daar bij op hun eigengerechtigheid. Ze brachten de offers op tijd, ze vermeden de uiterlijke ceremoniële verontreinigingen, zelfs eigen ingestelde splinterige bepalingen en verordeningen werden nauwgezet door hen nagekomen. En ze dachten dat het daarmee nu wel geheel in orde was.

Echter vergaten ze het allervoomaamste n.l. de liefde en de barmhartigheid. En juist de liefde is de vervulling der Wet (Rom. 13:10). En de barmhartigheid heeft geen kritiek op de Heere Jezus dat Hij met tollenaren en zondaren aanzit om te eten en te drinken. Integendeel, de barmhartigheid verheugt er zich in dat de Heere Jezus zondaren tot bekering roept. De Heere Jezus dit te verbieden betekent ook dat Hij het opgedragen werk des Vaders niet kan volbrengen, v^? ant wat is een geneesheer zonder kranken?

Ja, daarom ben Ik van de Vader gezonden, zegt de Heere Jezus, niet om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars. Bovendien zijn er geen rechtvaardigen, ook al laten jullie farizeeën er zich op voorstaan dat ge zodanigen zijt. Ook jullie farizeeën zijn dodelijk ziek, een ziekte waaraan ge allemaal eeuwig zult moeten sterven n.l. aan uw eigen ingebeelde gerechtigheid, een gerechtigheid die echter niet bestaat. Maar zolang ge nog meent deze te bezitten zult ge de Heelmeester niet nodig hebben, zult ge geen nut en profijt van Hem hebben, want die ziek zijn hebben de medicijnmeester nodig. Welke diepingrijpende woorden heeft de Heere in onze tekst gesproken, welke woorden die beslissend zijn voor de eeuwigheid. Woorden die ons onderwijs geven dat wij allen als mensen genade van de Heere Jezus nodig hebben. Zij die in de wereld leven en zich voeden met haar genietingen, maar ook die in de kerk leven en een rechtzinnige belijdenis hoogachten en deze versieren met een rechtzinnige en orthodoxe levenswandel. Dit laatste is een prijzenswaardige en ook een noodzakelijke zaak, maar het is niet genoeg voor de eeuwigheid. Onmisbaar is nodig dat we ons leren kennen als diep-gevallen zondaren en zondaressen voor God, als doemwaardige en schuldige mensen voor Goddelijke rechtvaardigheid en heiligheid. Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, tenzij dat iemand wederom geboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien, zo sprak eenmaal de Heere Jezus tegen Nicodémus, die in de nacht gekomen was om onderwijs te ontvangen van de Leraar van God gekomen. En hij ontving dit onderwijs: Hetgeen uit het vlees geboren is, dit is vlees, en hetgeen uit de Geest geboren is, dat is geest. Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom geboren worden (Joh. 3). Het grote genadewerk van Christus is: Hij heeft voor zondaars geleden, maar Hij gaat ook door Zijn Geest zondaars maken. Dan wordt het een Christus voor ons, maar ook een Christus in ons. De meest rechtvaardige in eigen oog leert Hij hun zondig en schuldig bestaan voor een rechtvaardig en heilig God. Christus Geest hangt de spiegel van Gods Wet in het innerlijke van de mens op. Deze Geest geeft dan licht op de spiegel en verlicht ook het innerlijk besiaan van de mens door de kennis van hun zonden en ongerechtigheden. Dan wordt de meest rechtvaardige in eigen oog in het licht van Gods alwetend en alle schuilhoeken van het menselijk hart belichtend oog waarlijk dodelijk ziek. Er komen dan mensen die met diepe vernedering en ootmoed gaan belijden alles verzondigd te hebben, en die door niets of door niemand buiten de Heere geholpen kunnen worden. De genade van Christus geeft ook een droefheid naar God. De ontdekking in de ziel dat zij alle gerechtigheid missen, doet schreien naar de Heere. Ze gaan hun Rechter om genade bidden. Met onderwerping aan het verdiende oordeel Gods, is het de Geest van Christus Die ook leert dat de Heere barmhartig en genadig is: Genade maakt mensen die zich geestelijk in al hun doen en laten mismaakt en misvormd leren kennen, doof, blind, lam en kreupel. Met David belijden ze het: Er is niets geheels in mijn vlees vanwege Uw gramschap, er is geen vrede

in mijn beenderen vanwege mijn zonde (Ps. 38). En in deze weg wordt er plaatsgemaakt voor de geloofskennis dat Christus noodzakelijk en onmissbaar is. Ook wordt dan geleerd en beleden, dat men zo menigmaal verkeerde geneesmiddelen heeft gezocht en ook op verkeerde plaatsen is geweest. Maar de Geest des Heeren leert ook dat er een grote Heelmeester en Verlosser is: Jezus Christus en Die gekruist. Het geloofsoog dat voor Hem geopend wordt ziet Hem met een gerechtigheid die voldoende en genoeg is voor de grootste der zondaren, dat in Zijn bloed er betaling is voor een hemelhoge schuld, dat Hij gekomen is niet om rechtvaardigen, maar om zondaars tot bekering te brengen.-Dit wordt dan het grootste wonder dat er ooit op aarde plaats kan vinden. En voor die het beleeft, blijft dit een wonder dat mede gaat naar de eeuwigheid. Veel is er en blijft er van Christus steeds weer te leren in de oefeningen van het geloof Van Zijn trouw en onveranderlijke liefde. In een noodzakelijke dagelijkse bekering blijft er in Zijn bloed voor zondaren een verse en levende weg. In het gericht in de vierschaar der conscientie is Zijn bloed de grond waarom God de Vader de zondaar vrijspreekt van schuld en straf en een recht geeft op het eeuwige leven en doet leven uit Gods Vaderlijk Welbehagen. Die ziek zijn hebben Hem nodig! Ook gij lezer zijt dodelijk ziek. Haast en spoed u dan om uw levenswil. En de Heere wil vijanden tot vrienden maken. De Heere is genadig en barmhartig. En David heeft er van gezongen: Want Hij zal de nooddruftige redden, die daar roept; mitsgaders de ellendige, en die geen helper heeft.

's-Gravenhage

Ds. K. de Gier.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen