De Gereformeerde Gezindte en de zuivere bediening van het evangelie

(5)

LETTEN OP DE GROND DER ZALIGHEID

Let er echter wel op, dat het hier gaat over de grond van de zaligheid. Waarop berust deze? Het nieuwe leven in de wedergeborene rust niet op zijn bekering, of op het feit, dat deze zich bekeert; neen, het rust op het feit, dat God de zondaar de zonden niet toerekent, omdat Hij hem in Christus uit genade liefheeft (Joh. 3:16, nog eens!).

Zie Joh. 3

In Joh. 3 wordt dan ook door de Heere Jezus met name gewaagd van Zijn offerande, waardoor de vloek èn de dood, tegelijk met de zonde teniet gedaan wordt. Daar blijkt, op welke wijze de enige offerande van Christus het leven is van een bekeerd, gelovig- mensenkind. Immers, hier staan we voor het wonder van Gods genade: Hij neemt in Christus' offerande de vloek weg, rekent de zonden Zijn uitverkorenen niet toe, omdat Hij hen uit genade liefheeft. Joh. 3:16 is innerlijk verbonden met wat voorafgaat in vs. 14 en 15: "En gelijk Mozes de slang..., opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, want alzo liefheeft God...., opdat een iegelijk, die in Hem gelooft...".

Wedergeboorte en bekering

Wanneer de Heere in de wedergeboorte een nieuw leven schept in de ziel, herstelt Hij daarmede in beginsel het verloren beeld Gods, èn geeft Hij een omkeer, een bekering tot een nieuwe gehoorzaamheid. Maar deze aanvankelijke gerechtigheid is geen oorzaak van het eeuwige leven, dat de zondaar in de plaats van de eeuwige dood in belofte ontvangt.

Deze (aanvankelijke) bekering geen grond Ware die nieuwe gehoorzaamheid de grond­

slag van de zaligheid van een in zichzelf verloren zondaar, dan was de zaligheid nog een verloren zaak, omdat deze nooit gelijkvormig kan zijn aan de gerechtigheid, die de Heere in Zijn Wet^eist.

God de Vader ziet de zondaar aan in....

God, de Vader, ziet de zondaar aan in het offer, dat Zijn Zoon bracht; een offer, waarmee Christus voor de gegevenen van Zijn Vader onophoudelijk in het heiligdom des hemels voor de Vader verschijnt. De wedergeboren zondaar leeft niet voor Gods aangezicht dank zij de hem inklevende gerechtigheid (krachtens de in de wedergeboorte ingestorte nieuwe gehoorzaamheid). Neen, de rechtvaardige zal door het geloof leven (Hab. 2:4 en Rom. 1:17). Het geloof schept het leven uit de genadige gunst van God. Die gunst, waarmede de Heere de zondaar met Zichzelf verzoent, omhelst het geloof door de bediening van Geest en Woord.

Paulus in Gal. 2:20

Gal. 2:20 spreekt over dit nieuwe leven, dat voortvloeit uit de genadige fontein van Gods gunst in Christus, uit Wie dit leven in hem vloeit. Paulus schrijft: "Het leven, dat ik in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelf voor mij overgegeven heeft". De Vader had Paulus (Saulus) in de wedergeboorte met' Christus uit de geestelijke dood opgewekt. Mèt de gave van het geloof en mèt het aanvankelijk herstel van het beeld Gods, dat de Heere in hem begon, mèt de nieuwe gehoorzaamheid. Maar niet deze nieuwe gehoorzaamheid, niét deze aanvankelijke gerechtigheid, niet deze bekering is de oorzaak van het eeuwige leven en van de opwekking uit de geestelijke dood. Want zij volgt op deze opwekking.

De enige grond van de wedergeboorte

Dè enige zaak van deze wedergeboorte is de genadige liefde van de Vader, Die de zondaar

aanziet in Zijii Zoon, Die voor hem Zich opgeofferd heeft en voor eeuwig rechtvaardig voor de wedergeboren zondaar voor God verschijnt. Die offerande, Zijn voorbede, neemt de dood en de vloek van de zondaar weg en bevestigt tegelijk de liefde van de Vader tot in eeuwigheid. De Vader heeft Zijn Zoon gezonden en heeft de discipelen liefgehad, gelijk de Vader de Zoon liefgehad heeft, zegt de Heere Jezus in Joh. 17:23. En daarmede.wijst Hij de .Fontein van het eeuwige leven aan: Zijn Vader.

Kort samengevat

We kunnen het in het kort zó zeggen: God heeft van eeuwigheid besloten, de zonden van Zijn uitverkorenen te vergeven. Hij overtuigt hen door de kracht van Zijn Geest van de zonden. Hij verwekt een begeerte in hen naar de vergeving van die zonden. Met de genadige vergeving ontsteekt de Heere tegelijk een haat tegen de zonde en een lust tot de gerechtigheid.

De twee delen van het verbond der genade

Zo komt het verbond der genade, dat twee delen heeft, tot zijn recht: het geloof vindt zijn vaste grond in de eeuwige liefde des Vaders, geopenbaard in het schenken van Zijn Zoon; met dat geloof hangt samen de nieuwe gehoorzaamheid. Want de Heere reinigt Zich een volk, dat ijverig is tot goede werken (Tit. 2:14).

Hoe bekering en geloof samen gaan

Zo gaan de bekering (de nieuwe gehoorzaamheid) en het geloof (het omhelzen van de grond der zaligheid) samen.

De ongelovige en het bevel tot bekering en geloof

De prediking: "Bekeert u en gelooft het Evangelie" komt ook tot hen, die niet komen tot bekering en geloof Zij worden onder die prediking niet overtuigd van hun hardnekkigheid. Ze weigeren zich tot het betrachten van goedewerken te laten vernieuwen. In wezen haten ze zo'n leven. Deze prediking, waarin de zondige duisternis in hen wordt bestraft en de genadige zaligheid in Christus hun gepredikt wordt, waarin ze worden opgeroepen, de duisternis te haten en in het licht te wandelen, wordt beantwoord met: wij hebben de duisternis liever dan het licht, al verspelen we daarmede de zaligheid; we verharden in de duisternis, liever dan haar te haten en het licht te volgen.

W.

P.K.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen