Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TOEN HIJ 'T AMBT ONTVANGEN ZOU (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TOEN HIJ 'T AMBT ONTVANGEN ZOU (2)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een schuur achter zijn woning begon Pieter van Dijke op 28-jarige leeftijd te "oefenen".
Deze eerste "oefening" werd door drie mensen bijgewoond. De bazuin bracht echter een helder geluid voort. Weldra kwamen uit alle delen van Zeeland mensen naar Flipland om naar het stichtelijk woord van oefenaar Van Dijke te luisteren. Op boerderij "Bouwlust" was voedsel voor hongerige zielen te verkrijgen.

Tegenkanting
Van een gezelschap kon niet meer gesproken worden. Op advies van ds. H. J. Budding was het "gezelschapsbestuur" veranderd in een kerkeraad en kwam een "geordend" kerkelijk leven op gang. Van Dijke kreeg door zijn "oefeningen" brede bekendheid en werd door velen bemind.
Niet iedereen was echter met deze voorganger ingenomen. In het bijzonder waren de samenkomsten van Van Dijke een doorn in het oog van de plaatselijke Hervormde predikant.
Maar ook enige broeders ouderlingen, A. Kunst en A. Reijngoudt, wilden hem "beletten tot stichting van de gemeente te spreken". Van Dijke's roeping tot het predikambt konden zij niet overnemen. Hierdoor ontstond wrijving in de kerkeraad van deze nog zo jonge gemeente.
Men besloot raad te vragen bij enige naburige (Ledeboeriaanse) gemeenten. En hoe kan het ook anders, deze gemeenten adviseerden het gevoelen van ds. L. G. C. Ledeboer te vragen.

Ledeboeriaanse gemeente
ln 1842 vond de eerste ontmoeting tussen Van Dijke en ds. Ledeboer plaats. In maart van dat jaar bezochten Van Dijke en de Nieuwerkerkse ouderling Dirk van Farowé Benthuizen om, zoals gezegd, ds. Ledeboer advies te vragen.
Na ernstig beraad en "onder opzien tot den Heere" raadde ds. Ledeboer de beide Zeeuwen aan om "op de wenken des Heeren te letten en op de stemme der gemeente, en niet op de stemme van de tegenstaande gemelde ouderlingen".
De eerste ontmoeting tussen de beide Zeeuwen en ds. Ledeboer was zó goed gevallen, dat besloten werd een "provinciale vergadering" te beleggen, waarin ds. Ledeboer zou worden uitgenodigd "ter onderzoeking en beproeving" van Pieter van Dijke "opdat hij als gewettigd herder en leraar der gemeente Jezum Kristum kan erkend worden".
Op 8 juni 1842 werd deze vergadering gehouden. Ds. Ledeboer was echter de opvallende afwezige. En Pieter bleef oefenaar.

In de gevangenis
Het zou nog tien jaar duren eer Van Dijke tot predikant werd bevestigd. In die tien jaar was er veel gebeurd. Pieter had zijn boerderij verkocht en "oefende" sinds die tijd in een schuur aan de Achterstraat, in Het centrum van St. Philipsland. Dit leverde hem vele geldboetes op (wegens het vergaderen van meer dan 20 personen voor het houden van een godsdienstoefening). De geldboetes betaalde Pieter - in navolging van ds. Ledeboer - niet en belandde dan ook spoedig in de - Zierikzeese - gevangenis 's Gravenstein. Zes maanden heeft zijn gevangenschap geduurd.
Kort nadat hij vrij kwam diende de kerkeraad "en mevrouw Van Dijke" een aanvrage bij de overheid in om - naast de Hervormde Gemeente - als "afgescheiden" gemeente in de ere-dienst bijeen te mogen komen. Na diverse formaliteiten te hebben vervuld, verkreeg de gemeente de gevraagde vrijheid. Van Dijke werd Christelijk Afgescheiden. Ds. Ledeboer, die hem enige tijd hierna ontmoette, sprak daarover zijn teleurstelling uit: "wel vriendje, wat heb je nu toch gedaan? Wat voor een rare naam heb je nu toch gekregen? Ik vind dien naam in mijn gehelen Bijbel niet". Duidelijk liet de Benthuizense pastor weten, dat hij Van Dijke zó niet tot predikant kon bevestigen.

Dominee Van Dijke
Van Dijke had van zichzelf ook al geen vrede met de vrijheidsaanvrage. Na enige tijd besloot hij dan ook de verkregen vrijheid terug te geven aan de koning. Dit gebeurde op 7 februari 1851.
Een maand later vergaderden de Zeeuwse Ledeboeriaanse gemeenten reed en werd Pieter. geëxamineerd. Hij verkreeg op deze vergadering aller instemming. Zijn bevestiging tot predikant zou op 23 maart 1851 plaatsvinden, hetgeen ook geschiedde.
De Ledeboeriaanse gemeenten hadden nu twee predikanten. Dit gedurende tien jaar.
Daarna stond ds. Van Dijke alleen voor de veelvuldige arbeid. Hij was soms weken van huis en preekte dan elke dag één of twee keer.
Vele malen moest ds. Van Dijke de sacramenten bedienen. Het kwam voor, dat hij wel 50 kinderen in één dienst doopte.

Zijn einde
Van zijn reis door Zuid-Holland in augustus 1882 kwam hij erg vermoeid thuis. Door ziekte werd hij neergeveld. Zijn ambtswerk kon hij niet meer verrichten. Het behoefde ook niet meer. Zijn arbeid op aarde was ten einde.
Het jaar 1883 brak aan. Op de eerste dag van maart maakte hij zijn familie bekend dat het niet lang meer zou duren, "en dat hij nu spoedig zou aanlanden in de zalige gewesten der eeuwige vreugde". Twee dagen daarna stierf hij. Ds. Van Dijke mocht ingaan in de vreugde zijns Heeren. "Want het leven was hem Christus en het sterven hem gewin".
(Slot volgt)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 april 1985

De Saambinder | 8 Pagina's

TOEN HIJ 'T AMBT ONTVANGEN ZOU (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 april 1985

De Saambinder | 8 Pagina's