Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leviticus (72)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leviticus (72)

Leviticus 11 : 44-47.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

44. Want Ik ben de HEERE, uw God; daarom zult gij u heiligen, en heilig zijn, dewijl Ik heilig ben; en gij zult uwe ziel niet verontreinigen aan enig kruipend gedierte, dat zich op de aarde roert.
45. Want Ik ben de HEERE, die u uit Egypteland doe optrekken, opdat Ik u tot een God zij, en opdat gij heilig zijt, dewijl Ik heilig ben.

Met deze woorden wordt de verklaring gegeven van de voorgaande voorschriften. Deze voorschriften zijn niet een "een voedings- en gezondheidsleer" of een voorschrift van spijzen of zindelijkheid. Dat betekent echter niet dat de gezondheid van Israël de Heere niet ter harte ging.
Heeft de Heere Zelf niet tot het volk van Israël gesproken toen het in de woestijn gelegerd was bij Mara: Is het, dat gij met ernst naar de stem des HEEREN uws God horen zult, en doen wat recht is in Zijn ogen, en uw oren neigt tot Zijn geboden, en houdt al Zijn inzettingen; zo zal Ik geen van de krankheden op u leggen, die Ik op Egypteland gelegd heb; want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester!
De Heere heeft Zijn NAAM geopenbaard, opdat die verheerlijkt wordt. Ook in voorgaande voorschriften: Ik de HEERE uw God ben Heilig. Daardoor werden ze onderwezen zich te heiligen en een heilig volk te zijn. Die allesomvattende Heiligheid des HEEREN straalt uit van uit Zijn heilige troon in de hemel tot op alle schepsel hier op aarde. Zijn heiligheid over wat wij noemen klein en onaanzienlijk, predikt de allesomvattende heilige Deugd en Wet des Heeren.
Dit ziet op de luister van al Gods volmaaktheden. Gods werken zijn heilig, al wat Hij gemaakt heeft was zeer goed, het bevatte alle schepsel in hemel en op aarde.
Wanneer God Zich als de HEILIGE openbaart, toont Hij Zijn macht onder de volken door de redding van Israël uit Egypteland.
Vanwege Zijn heiligheid kan God alleen gemeenschap hebben met degenen die volmaakt zijn. Niemand is dit als mens in zichzelf, omdat wij door onze val en zonde in het paradijs ons moedwillig van die kostelijke gaven hebben beroofd. Wij zijn het beeld Gods, bestaande in gerechtigheid en heiligheid, verloren. Dit deed Jesaja uitroepen, toen hij in een gezicht dat hem geschonken was, de serafs voor de verheven en hoge troon Gods zag en hoorde roepen: Heilig, heilig, heilig, is de HEERE der heirscharen: Wee mij, want ik verga! dewijl ik een man van onreine lippen ben, en ik woon in het midden eens volks, dat onrein van lippen is.
Die heilige God openbaarde Zich als een verterend vuur aan Aarons zonen, die "vreemd" vuur op het altaar brachten, en waar de Heere toen sprak: In degenen die tot Mij naderen, zal Ik geheiligd worden en voor het aangezicht van al het volk zal Ik verheerlijkt worden. Lev. 10 : 3.
Heilig is de Heere in gerechtigheid, in genade, in heerlijkheid.
In genade bewezen aan Zijn volk Israël, en aan al degenen welke in Christus zijn en die in Hem volmaakt zijn. Col. 2 : 10.
Dit heiligen en heilig zijn van het volk Israël betekende dat het zich moest afzonderen van al het zondige en het toebehoren aan de Heere.
De zonde te vlieden en te haten, zoals de apostel zegt in 2 Kor. 7 : 1 : Geliefden, laat ons onszelven reinigen van alle besmetting des vleses en des geestes, voleindigende de heiligmaking in de vreze Gods, was en is de eis Gods. Die onmogelijkheid tot vervulling van die eis om daaraan te voldoen, is gepredikt in al de voorgaande hoofdstukken van Leviticus.
Ook in vers 44. Gij zult uwe ziel niet verontreinigen aan enig kruipend gedierte, dat zich op de aarde roert.
Nu zegt de Heere: Ik ben de HEERE, uw God.
Dat wonder van genade in Zijn heiligheid wordt ook gepredikt in dezelfde voorgaande hoofdstukken. Want die eis is volkomen voldaan in en door Hem, die door de offers en offeranden van de ceremoniële dienst werd gepredikt. Christus heeft van eeuwigheid Zich gegeven: Zie, Ik kom; in de rol des boeks is van Mij geschreven. Ik heb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden Mijns ingewands.
Dit heiligen en heilig zijn (heiligmaking) is het werk Gods van het begin tot het einde.
Calvijn schrijft hierover: Hij stelt hun niet de zorg voor de gezondheid voor en ook geeft Hij niet het gevaar aan van ziekten, maar opdat zij zich niet zouden verontreinigen. Want er wordt een nog duidelijker verklaring aan toegevoegd: Want ik ben de HEERE, uw God; daarom zult gij u heiligen en heilig zijn, dewijl Ik heilig ben. Opdat ze niet zouden menen, dat de kern van de godsvrucht in de uitwendige ceremoniën gelegen is, moesten zij op de natuur Gods acht geven. Want daar God een Geest is, wil Hij alleen maar geestelijk gediend worden.
Daarom kan de heiligheid in het kiezen van voedsel als een middelmatig iets opgevat worden, omdat het zich onthouden daarvan nergens anders toe diende dan dat zij zich aan God zouden toewijden.
46. Dit is de wet van de beesten, en van het gevogelte, en van alle levende ziel, die zich roert in de wateren, en van alle ziel, die kruipt op de aarde;
47. Om te onderscheiden tussen het onreine en tussen het reine, en tussen het gedierte, dat men eten, en tussen het gedierte, dat men niet eten zal.

Zo is en was de ceremoniële, Levitische onreinverklaring een symbool van de zonde en de reinverklaring een heenwijzing naar de heiligmaking in Christus. Daartoe wekt dan ook Petrus al de geestelijke Israëlieten op, met die genade uit Christus bedeeld, wat het onderscheid tussen Jood en heiden wegneemt: Als gehoorzame kinderen, wordt niet gelijkvormig aan de begeerlijkheden, die te voren in uw onwetendheid waren. Maar gelijk Hij, die u geroepen heeft heilig is, zo wordt ook gijzelven heilig in al uw wandel. 1 Petr. 1 : 14 en 15.
Geduchte God, hoor mijn gebeden;
Strijd voor mijn recht, en maak mij vrij
Van hen, die, vol arglistigheden,
Gerechtigheid en trouw vertreden;
Opdat mijn ziel Uw naam belij',
En U geheiligd zij.
Ps. 43

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 1985

De Saambinder | 8 Pagina's

Leviticus (72)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 1985

De Saambinder | 8 Pagina's