Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een reiziger die nooit betaalt, en toch niet geweerd kan worden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een reiziger die nooit betaalt, en toch niet geweerd kan worden

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de jaren dat ik de gemeenten in Nederland mocht dienen, ben ik veel op reis geweest om de vacante gemeenten te dienen. Toen ik in Amerika ben gekomen, is het niet minder geworden. Mijn arbeidsveld was niet alleen in de Staat van Michigan, doch ook in Illinoise, New Jersey en Ontario, Canada. Ook heb ik wel een reis gemaakt naar Wisconsin, Iowa, South Dakota, Montana, Washington en AIberta. Dagen en nachten heb ik in de trein doorgebracht. Een enkele maal ging een ouderling met me mee. Dat gebeurde dan als regel wanneer we een Classis of Synode moesten bijwonen, maar de meeste tijd ging ik alleen.
Het reizen in Amerika is anders dan in Nederland. In Nederland gebeurde het zo vaak dat je op een station mensen ontmoette die de reis meemaakten, doch dat is in een land als Amerika zo geheel anders. Men kan de keren wel tellen als je dan iemand ontmoet die behoefte heeft om een gesprek aan te knopen. Vooral op reis gevoel je dan de meeste tijd jezelf als een vreemdeling in een vreemd land.
De afstanden zijn ook vaak zo groot, en vanzelf de kosten veel meer dan in Nederland.
Een enkele maal hindert het niet om alleen te zijn. Het gebeurt wel eens dat onder het lezen of onder de overdenking de tijd snel gaat.
Doch daar zijn ook zoveel andere tijden. Geen lust tot onderzoek, onverenigd van binnen met Gods wegen. Soms dwalen de gedachten overal heen en soms... vermoeid van al de doodslagers.
Op een keer, in zware strijd, dacht ik aan een oude ontslapen leraar die ook eens met de trein mee moest om op een andere plaats te gaan preken. Hij stond met een ouderling, die nu ook al lang juicht voor Gods troon, op het station. En daar opeens zei die leraar tot zijn metgezel: „Als ik nu mezelf eens kon laten staan en dan zo in de trein stappen, wat zou ik gelukkig zijn".
We nemen overal onszelf mee en we lopen en zitten maar met onszelf op de wereld. En het vlees onderwerpt zich der wet Gods niet, maar gaat altijd tegen Gods wil in.
Maar ook in dat verband dacht ik aan de mensenmoordenaar van den beginne. We stappen de meeste tijd met onszelf in de trein, maar daar is nog een andere passagier, die ook instapt en de reis mee maakt. Een reiziger die mee reist, maar die nooit betaalt. Op grote trajecten komen ze gedurig het reisbiljet nakijken. Doch de duivel behoeft zijn aanwezigheid nooit aan de conducteur te tonen. Wat zit hij vaak vlak naast ons, en als hij dan zichzelf maar stil hield, maar och, hij neemt de meeste tijd het woord. O, dat volk dat door genade uit zijn macht verlost is, leert hem kennen als een briesende leeuw, die rondgaat, zoekende wie hij zou mogen verslinden. Zijn gedachten, zegt Paulus, zijn ons niet onbekend. Hij is een vijand die nooit slaapt, maar van wie David getuigde in Psalm 25 : 9:
„En die rusteloos mijn val,
Wreed en wrevelmoedig zoeken."
Het is waar, de duivel ligt onder de heerschappij van Christus, en hij kan niet één pijl afschieten tenzij hij toestemming uit de hemel heeft verkregen. De hoge Godsregering gaat ook over de vorst der duisternis, maar toch zegt dat volk wel eens: „Heere, wat geeft U hem veel toestemming om Uw volk te benauwen, en om mijn ziel te beroeren. Wat zou mijn leven gemakkelijk zijn als die vijand niet gedurig op mijn hielen zat". Soms zijn Gods kinderen er moedeloos onder, dan weer vijandig, en zelden er mee verenigd.
Nu zijn er ook verschillende wegen, te dien opzichte, langs welke de Heere de Zijnen leidt.
De Heere is zo vrij in het uitdelen van kruizen.
En dan de zwaarte en de duur, dat is ook zo onderscheiden. Nadat Paulus opgetrokken was in de derde hemel, kreeg hij een scherpe doorn in zijn vlees, en een engel des satans die hem met vuisten sloeg. (2 Cor. 12.) Het was opdat hij zich niet zou verheffen. Wat hebben we dit gedurig nodig om aan de grond te blijven, en om aan het bedelen te blijven.
Daarbij, wij zullen zo lang we hier op de aarde zijn, moeten inleven wat in het Paradijs heeft plaats gehad. Dat zal een bitterheid blijven zo lang wij hier zwerven in Mesech. Wij zijn in onze diepe val de duivel toegevallen. Wij hebben hem hart en hand gegeven, en hebben zo liefdeloos en trouweloos God, onze Schepper, verlaten en vaarwel gezegd. En nu is door Christus op Golgotha satans kop wel vermorzeld, maar met zijn staart kan hij ons zo slaan, dat wij soms als versuft op de aarde liggen.
Gods volk is wel verlost van onder zijn heerschappij, maar wat worden zij menigmaal nog door de duivel gekweld en geplaagd. Hij zal dat volk nooit meer in zijn macht krijgen tot eeuwige verwoesting, maat toch openbaart hij zich zo onder de toelating dat wij hem nimmer zullen onderschatten. Er zijn wel eens ogenblikken dat hij van dat volk af moet blijven.
Dan is het alsof de Heere tegen hem zegt: Nu laat Ik u niet toe om dat volk aan te vallen en te benauwen. En dan mag Zijn volk weer eens een ogenblik ademhalen. Ja waarlijk, er zijn wel eens ogenblikken in hun leven alsof er geen duivel, geen zonde, geen wereld meer is. Dan ligt ook de oude mens er geheel onder en dan is het:
„Hier wordt de rust geschonken,
Hier 't vette van Gods huis gesmaakt." (Ps. 36)
Ja, inderdaad, dat zijn zalige ogenblikken. Wij lezen van die Gezegende Borg en Middelaar, dat de duivel van Hem week voor een tijd (Luc. 4 : 13), maar hij kwam weer terug gelijk ons uit Gods Woord bekend is. Maar zo is het ook in het leven van Gods kinderen. De duivel moet wel eens op de vlucht gaan en wijken.
Maar het is hier het land der ruste niet. De vorst der duisternis gunt ons geen rust dan alleen in de zonde. Het past niet alles te zeggen en te schrijven, maar allen die er kennis aan hebben weten het wel hoe die vijand gedurig hen bestrijdt. Hij is wel niet almachtig, maar toch heeft hij over veel macht te beschikken.
Het geldt ook in deze: „Welgelukzalig de mens, die geduriglijk vreest". De duivel is zo brutaal. Wij lezen in Job 1 : 8: „Er was nu een dag, als de kinderen Gods kwamen om zich voor de Heere te stellen, dat de satan ook in het midden van hen kwam". Hij gaat met ons in de trein, met ons naar bed, met ons naar de kerk, met ons in onze binnenkamer, met ons naar de preekstoel. En dat is alles omdat WIJ hem geloofd hebben in het Paradijs en ons/elf aan hem hebben overgegeven.
Was er dan altijd nog maar een gewapende strijd tegen deze vorst der duisternis, maar och, er zijn zoveel tijden dat wij die vijand gehoor geven. Ja, nog met hem meepraten en Gods Geest daarmee bedroeven.
O, als eenmaal Gods volk in de bruiloftstaal is, dan wordt, naar Matth. 25 : 10, de deur gesloten, ook voor eeuwig gesloten voor de duivel. Wat zal het zijn om nooit meer door die vijand gekweld te kunnen worden, om nooit meer bevreesd te moeten zijn voor de aanvallen van de boze, en voor eeuwig verlost van de smart die hier gedurig ons hart vervulde bij de herinnering aan onze trouweloze verlating van de God onzes levens.
En het zal niet alleen zijn van de duivel dat Gods volk verlost zal worden, maar Gods Woord verzekert ook Gods kinderen dat vlees en bloed het Koninkrijk Gods nooit kan beërven. Maar eenmaal zal dan Gods volk lopen en niet moede worden, wandelen en nooit meer mat worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 september 1985

De Saambinder | 8 Pagina's

Een reiziger die nooit betaalt, en toch niet geweerd kan worden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 september 1985

De Saambinder | 8 Pagina's