Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De bekwame Middelaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bekwame Middelaar

Zondag 6a

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit Zondag 5 is ons gebleken, dat de Middelaar waarachtig en rechtvaardig mens moet zijn; maar Hij moet ook sterker zijn dan alle schepselen. Dat betekent dus dat Hij ook waarachtig God moet zijn en blijven. De vraag rijst nu waarom de Middelaar en Verlosser al deze eigenschappen moet bezitten.
Vraag 16 luidt: „Waarom moet Hij een waarachtig en rechtvaardig mens zijn?" Er zijn mensen, onder wie ook godgeleerden, die vinden dat die hele vragenstellerij in de Zondagen 5 en 6 niet anders is dan wijsgerig geredeneer.
Hoe durft iemand te spreken van een moeten in God? Is God dan een slaaf van Zichzelf? God kon ook op een andere manier verlossen, zo zegt men.
De opstellers van onze Catechismus zijn niet bezig met wijsgerig geredeneer. Wat ze zeggen is naar de Heilige Schrift. De Heere Jezus moest door Samaria gaan, Hij moest bij Zachéüs in huis blijven, Hij moest al deze dingen lijden en Hij moest vanwege de gerechtigheid en waarheid Gods Zich tot in de dood toe vernederen.
De Middelaar moest waarachtig mens zijn omdat de rechtvaardige God een vordering heeft op de menselijke natuur. Christus moest echt mens zijn opdat Hij een waarachtig Hogepriester zou zijn in de dingen die bij God te doen waren. Als echt mens kon Hij worden uit een vrouw en is Hij geworden onder de wet. In Zijn menselijke natuur heeft Hij geleden en is Hij gestorven, want God kan niet lijden en sterven. Als echt mens kon Hij volbrengen de eis der wet en dragen de straf der wet. En zo is dan de Zoon van God de broeders in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonde.
De Middelaar en Verlosser moet ook rechtvaardig mens zijn. Paulus zegt in Rom. 3: „Er is niemand rechtvaardig, ook niet één". Iemand die zelf zondaar is, kan niet voor anderen betalen. Alleen Jezus kon zeggen: „Wie van ulieden overtuigt Mij van zonde?" De onberispelijkheid van Sions betalende Borg is gebleken toen Hij op aarde was. Hij wordt door Johannes de apostel der liefde, Jezus Christus de Rechtvaardige genoemd. Rechtvaardig is Hij geweest in Zijn spreken, rechtvaardig in Zijn omgang met mensen, kortom rechtvaardig was Hij in Zijn ganse handel en wandel.
Wie worstelt, bidt en bloedt daar in de hof van Gethsémané? Het is Jezus Christus, de waarachtige mens en de rechtvaardige Mens. Wie hangt daar aan het vloek- en slavenhout? Een echt Mens, een Mens Die nooit zonde gekend of gedaan heeft.
Jaren geleden zei eens een christin tegen mij: „Dominee, spreek maar van Hem, spreek van Hem in elke predikatie; u kunt nooit teveel over Hem spreken, er blijft altijd een groot tekort".
Het is waar; over die gezegende Borg en Zaligmaker raken we nooit uitgepraat. Alles wat aan Hem is, is gans begeerlijk. De van God verordineerde en met de Heilige Geest Gezalfde moet ook waarachtig God zijn. Waarom moet dat? Leg uw oor maar te luisteren naar het antwoord dat gegeven wordt.
Er is geen mens, ook geen uitzonderlijk sterk mens, die de volle last van Gods toorn kan dragen. Ook geen zondeloos mens zou dat kunnen. Simson was een uitzonderlijk sterk mens. Hij verscheurde zelfs een leeuw. Maar de briesende leeuw, n.1. de duivel, was sterker dan Simson. David, de man naar Gods hart, versloeg de reus Goliath in het Eikendal, maar de reus Beëlzebul was sterker dan hij.
Al zou er een zondeloos mens zijn, dan zou toch zulk een mens niet in staat zijn om te verlossen. Waarom niet? Omdat zulk een zondeloos mens niet tegelijk waarachtig God is. Alleen Christus, de Zoon van God, kon de last van Gods toorn dragen omdat Hij tegelijk waarachtig God was.
Als Hij geen waarachtig God was geweest, dan was Hij bezweken in de hof van Gethsémané.
Bezweken was Hij aan het vloekhout des kruises. Mozes zegt in Psalm 90: „Wie kent de sterkte Uws toorns, en Uw verbolgenheid, naardat Gij te vrezen zijt?" Er is geen mens die de volle last van Gods toorn hier zal kunnen dragen. Maar als we straks sterven zoals we geboren zijn, zullen we de volle last van Gods toorn moeten dragen.
En wat staat er nu verder in het antwoord op vraag 17? We lezen: „En ons de gerechtigheid en het leven zou kunnen verwerven en wedergeven".
O, hoe schittert hier de borgtocht van de Middelaar en Verlosser. Hij verwierf de gerechtigheid en het leven voor een volk dat geen bestaansrecht meer heeft voor God. Hij verwierf de gerechtigheid!
Bestond het beeld Gods o.a. niet in gerechtigheid? Stond de mens niet in de juiste verhouding tot Gods recht? En is de mens niet deze oorspronkelijke gerechtigheid verloren? En zie, nu zal de Naam van de Middelaar en Verlosser zijn: DE HEERE ONZE GERECHTIGHEID. Christus verwierf niet alleen de gerechtigheid, maar Hij geeft ze ook weder. De gerechtigheid die Christus verwierf, was een gerechtigheid groter dan Adam ooit bezeten heeft.
Wat Adam bezat was een verliesbare gave, maar wat Christus verwierf en wedergeeft is onverliesbaar.
De opmerkzame lezer en lezeres vergeve het mij dat ik me moet bekorten. Maar om kort te zijn, mogen we nooit tekort doen aan de grootheid van Gods schuldvergevende genade in Christus Jezus.
De genegenheden van de bruid branden, haar ziel gaat uit vanwege Zijn spreken. De vereisten van de Middelaar zijn opgesomd. Wie is deze Middelaar Die zo bekwaam is, Die zo gepast is, Die zo gans begeerlijk is? Wie is deze Middelaar Die met God kan verzoenen en de hitte van Gods gramschap kan blussen?
Het antwoord is eenvoudig en bijbels. We lezen: „Onze Heere Jezus Christus, Die ons van God tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking, en tot een volkomen verlossing geschonken is".
Hij is zeer gepast voor mensen die het niet meer weten. In het verborgen maakt Hij hen wijsheid bekend. Alleen in Hem is de Kerk rechtvaardig voor God.
Ook is Hij hun heiligmaking; en tenslotte is Hij tot een volkomen verlossing geschonken.
Deze bekwame Middelaar doet geen half werk.
Van Hem zegt God de Vader in Jesaja 42: „Hij zal niet verdonkerd worden, en Hij zal niet verbroken worden, totdat Hij het recht op aarde zal hebben besteld; en de eilanden zullen naar Zijn leer wachten".

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1986

De Saambinder | 8 Pagina's

De bekwame Middelaar

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1986

De Saambinder | 8 Pagina's