Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jeugd en Evangelisatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jeugd en Evangelisatie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zij was nog amper zestien jaar en afkomstig uit een gezin waar men de zondagen en vrije tijd doorbracht met Schriftonderzoek en psalmgezang. Het was daar aangenaam om zondags te vertoeven. Vader wist de kinderen te boeien door Bijbel- en Kerkgeschiedenis.
Wees de kinderen op de noodzaak van de wedergeboorte. Deze ouders namen de doopbelofte ernstig: . . . in het opwassen hiervan breder te onderwijzen...
De zestienjarige dochter uit dit gezin, kreeg op zekere dag kennis aan een buitenkerkelijke even oude vriendin. Vanaf het eerste ogenblik dat zij elkaar hadden ontmoet wisten zij zich aan elkaar verbonden.
Maar de zondagen werden in beide gezinnen op geheel verschillende wijze gehouden. Daar werd door de beide meisjes openlijk over gesproken. „Wat doen jullie op zondag? Wij gaan tweemaal naar de kerk. Vader vertelt en wij zingen bij het orgel. En wat doen jullie op zondag? Wij gaan wandelen en 's avonds TV kijken." Dus hier moest een keus worden gemaakt. En dat gebeurde door het bovengenoemde meisje op ondubbelzinnige wijze: „Ik kom zondags niet naar jullie toe, maar jij mag wel bij ons komen. Vader en moeder vinden het goed."
En zo kwam dit buitenkerkelijk kind door middel van haar vriendin met het Woord des HEEREN in aanraking. Het meisje had veel te verwerken. Het spreken en lezen in dit gezin klonk haar vreemd in de oren. Toch bond haar iets aan deze familie. Het was de vredige sfeer die er heerste. Ernstig en toch vlot ging men in het gezin met elkaar om. En het buitenkerkelijke meisje ging zich ongemerkt al meer en meer thuisvoelen.
Haar vriendin kreeg ze zóver, dat ze ook meeging naar de kerk. Op een zondag ging de preek over de wedergeboorte. Duidelijk schetste de leraar, ook voor de jongens en meisjes, het onmisbare werk van de Heilige Geest. Het onuitsprekelijk geluk voor degenen die dit werk uit genade te beurt mag vallen.
Maar ook het vreselijk gevolg van onwedergeboren te moeten sterven en voor God verschijnen, werd door de leraar met diepe ernst aan jong en oud op het hart gedrukt.

Met diepe indrukken van wat ze die avond had gehoord, ging het meisje naar huis. Thuisgekomen, overviel haar meteen de angst over de toekomst van haar ouders en broertjes, die gezamenlijk rond het beeldscherm zaten. „Straks zo voor God verschijnen..." Zij kon niet zwijgen over wat ze die avond gehoord had. „Vader en moeder," riep ze uit, „als wij zo doorleven gaan wij voor eeuwig verloren."
Verschrikt keken de ouders haar dochter aan.
,,Waar ben je geweest, waar hebben ze je zoiets verteld?", riep vader.
„Ik ben met mijn vriendin naar de kerk geweest. En ik geloof wat ik daar heb gehoord," was het antwoord van het meisje. O, wat had deze familie veel te verwerken. Hun dochter was veel bij haar vriendin. Als zij thuis was, zat ze op haar kamer waar ze de boeken, geleend van haar vriendin, als het ware verslond.
Ze sprak veel, over hetgeen zij las, met haar moeder. En moeder begreep al vlug dat het bij haar dochter volle ernst was en niet zomaar een bevlieging.
Het overtuigend spreken van haar dochter, die al meer en meer onderwijs ontving, bracht de moeder tot dieper nadenken.
Soms kwam moeder bij haar op de kamer en zat vader met de jongens beneden. Het ging in dit gezin niet meer zoals vroeger. Ieder merkte dit.
Ook toen moeder zover kwam dat ze ook mee naar de kerk ging. Vader zat dan met de jongens alleen thuis. Het duurde lang voor vader het besluit kon nemen, maar zo kwam het hele gezin onder het Woord. En dat als gevolg van een zestienjarig meisje die haar vriendin uitnodigde om mee ter kerk te gaan.
Jonge mensen, jongens, meisjes, neem de keus van dit meisje als voorbeeld: „Ik kom zondags niet naar jullie toe, maar jij mag wel bij ons komen".
Het moet niet andersom. Het gebeurt ook dat jonge mensen de wereld verkiezen boven de dienst des HEEREN. Dat is erg. De HEERE beware jullie er voor.
Ouders, wees maar bezig met uw kinderen. Al weten we dat de beste opvoeding op zichzelf nog geen onfeilbare uitwerking heeft. Maar het heeft God behaagd vele middelen te schenken.
Het geloof blijft een gave Gods. Hij schakelt mensen in en stelt ze dienstbaar tot Zijn doel.
Daarbij moeten wij niet vergeten: „Mijn raad zal bestaan, en Ik zal al Mijn welbehagen doen". (Jes. 46 : 10.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1986

De Saambinder | 8 Pagina's

Jeugd en Evangelisatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1986

De Saambinder | 8 Pagina's