VAN GOD DE HEILIGE GEEST EN ONZE HEILIGMAKING Zondag 20

De twaalf artikelen worden in drieën gedeeld.
Het eerste deel handelt van God de Vader en onze schepping. Het tweede deel handelt van God de Zoon en onze verlossing. Het derde deel handelt van God de Heilige Geest en onze heiligmaking.
Zondag 20 vangt aan met het derde deel. De Heidelberger handelt over de Heilige Geest heel kort en zakelijk. Dat wil niet zeggen dat er niet veel over de Persoon en het werk van de Heilige Geest te zeggen zou zijn.
Dr. Owen schreef een dik boek over de Heilige Geest. Dr. A. Kuyper, die eveneens over de Heilige Geest schreef, erkende dat er geen beter boek over de derde Persoon in het aanbiddelijke Wezen Gods verschenen is, dan het werk van Dr. Owen.
In vraag 53 wordt gevraagd: "Wat gelooft gij van de Heilige Geest?" Het antwoord is schriftuurlijk en eenvoudig. De Heilige Geest is te samen met de Vader en de Zoon waarachtig en eeuwig God. De Heilige Geest is niet een kracht Gods zoals Socinus beweerde. De Heilige Geest heeft ook geen voorrang boven de Vader en de Zoon.
De kerkvader Athanasius zegt in zijn Geloofsvorm en Bekentenis: "En in deze Drieheid is niet eerst of laatst, niet meest of minst; maar de ganse drie Personen hebben gelijke eeuwigheid, en zijn Zichzelf alleszins gelijk".
De Heilige Geest is een zelfstandig Persoon.
Paulus schrijft aan de gemeente van Korinthe: "Doch God heeft het ons geopenbaard door Zijn Geest; want de Geest onderzoekt alle dingen, ook de diepten Gods".
De Geest wordt Heilige Geest genoemd, hoewel de Vader en de Zoon ook heilig zijn.
Christus noemt in het hogepriesterlijke gebed Zijn Vader: Heilige Vader; en in Hand. 4 wordt door de biddende gemeente gesproken van: "Uw Heilig Kind Jezus".
God is een in Wezen en drie in Personen. Het Wezen Gods wordt door de Heere Jezus "Geest" genoemd. De Heere zegt tegen de Samaritaanse vrouw: "God is een Geest, en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid".
Dat de Heilige Geest een zelfstandig Persoon is, blijkt ook uit de woorden van Jezus, Die Hem uitdrukkelijk een Ander noemt. De Borg, Die gereed stond Zijn ziel uit te storten in de dood, zegt tegen Zijn discipelen: "En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid".
De Heilige-Geest is dus waarachtig en eeuwig God. Hij is dat niet alleen, maar tesamen met de Vader en de Zoon. En toch is er maar één God.
O, diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen!
Dat de Heilige Geest waarachtig God is, blijkt ten eerste uit Zijn Namen. Ananias en Saffïra hebben ondervonden dat de Geest des Heeren niet belogen en bedrogen kan worden. Petrus zegt: "Gij hebt de mensen niet gelogen, maar Gode! Dat de Heilige Geest waarachtig God is, blijkt ten tweede uit Zijn eigenschappen. Er zijn in God eigenschappen die de mens niet heeft. Deze eigenschappen, die ook wel deugden of volmaaktheden worden genoemd, zijn onmededeelbaar. Ik noem u slechts de overaltegenwoordigheid Gods. Wij nietige, zondige mensenkinderen zijn aan tijd en plaats gebonden. Maar David zegt in Psalm 139: "Waar zou ik heengaan voor Uw Geest en waar zou ik heenvlieden voor Uw aangezicht?" De dichter van Psalm 33 zingt:

't Is God aan tijd noch plaats gebonden
Wiens toezicht over alles gaat
Die 't harte vormt en kan doorgronden
Die aller werken gadeslaat.

Dat de Heilige Geest waarachtig God is, blijkt ten derde uit Zijn werken. De Vader is Schepper, de Zoon is Schepper en de Heilige Geest is Schepper.
In Genesis 1 lezen we, dat de Geest Gods zweefde op de wateren. In Psalm 33 : 6 staat geschreven: "Door het Woord des Heeren zijn de hemelen gemaakt, en door de Geest Zijns monds al hun heir".
De onbekende dichter van Psalm 104 zegt: "Zendt Gij Uw Geest uit, zo worden zij geschapen, en Gij vernieuwt het gelaat des aardrijks".
Dat de Heilige Geest waarachtig God is, blijkt ten vierde uit Zijn eer. De Geest komt dezelfde eer toe als de Vaderen de Zoon. De kleine kinderen worden gedoopt in de Naam des Vaders, en des Zoons en des Heiligen Geestes. Het votum dat door de dienaar des goddelijken Woords wordt uitgesproken, luidt: "Genade, barmhartigheid en vrede worde u bij de aanvang geschonken, of bij de voortgang rijkelijk vermenigvuldigd, van God de Vader, en van Jezus Christus onzen Heere, door den Heiligen Geest".
Bij het verlaten van de kerk wordt de zegen van een drieënig God op de gemeente gelegd.
Wee degene, die het werk van de Heilige Geest loochent. Voor de zonde tegen de Heilige Geest is geen vergeving. Dit moge ons tot voorzichtigheid manen om niet lichtvaardig over iemands staat te oordelen.
De Farizeën zondigden tegen beter weten in, door het werk van de Heilige Geest op rekening van Beëlzebul te schrijven.
Door Wie wierp de Heere Jezus de duivelen uit? Door de Geest Gods!
In het vervolg van het antwoord op vraag 53 lezen we: "Ten andere, dat Hij ook mij gegeven is, opdat Hij mij door een waar geloof Christus en al Zijn weldaden deelachtig make, mij trooste, en bij mij eeuwiglijk blijve".
Ach, hoevelen misleiden hun ziel. De Heilige Geest is hun niet gegeven, maar zij hebben Die genomen. Zij denken over de Geest Gods te binnengekunnen beschikken door Zijn gaven uit te delen zoals zij willen. Maar de Heilige Geest deelt aan een iegelijk gelijk Hij wil.
De grote massa van het kerkvolk wil niet weten van het bevindelijke werk van God de Heilige Geest. Zij houden het bevindelijke leven van Gods volk voor op de dool geraakte vroomheid.
De volgelingen van Ds. Ledeboer waren, zo zeiden zij, precies als hun voorganger, maar vreemdsoortige mensen. En wat zegt Ds. Jac. van Dijk in: "Wat wij geloven?" Op bladzijde 39 lees ik: "Tijdens een razzia op een zaterdag, werd ik weggevoerd naar het kamp Amersfoort. We moesten lopen, 's Zondags kwamen we langs Benthuizen. Ik herinnerde me dat daar eens een zekere Ds. Ledeboer had gestaan. Dat was een rare man, vond ik altijd.
Maar opeens begon ik daar anders over te denken. Ik overlegde met mezelf dat, als ik voor het vuurpeloton zou komen, ik totaal niets had om op en in te rusten. Geen grond voor de eeuwigheid dus. En dat had Ds. Ledeboer wel, wist ik op dat moment zeker. Deze gedachte bleef mij bij, ook in Amersfoort". Als wij eens voor het vuurpeloton zouden geplaatst worden? Zouden we dan nog vasthouden aan onze dorre betoogtrant? Zouden we dan nog de ware vromen houden voor vreemdsoortige mensen?
De valse profeet Biléam niet. In zijn eerste spreuk zegt hij: "Wie zal het stof van Jakob tellen, en het getal, ja, het vierde deel van Israël? Mijn ziel sterve de dood der oprechten, en mijn uiterste zij gelijk het zijne". Het moet er eerst maar eens op aan komen. De grote vraag is of de Heilige Geest ons is gegeven.
Met een genomen Heilige Geest kunnen we God niet ontmoeten zoals ons in het vervolg nog zal blijken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen