Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE UITSTRALING VAN DE SCHRIFTGEBONDEN OPVOEDING IN DE LEVENSSTIJL (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE UITSTRALING VAN DE SCHRIFTGEBONDEN OPVOEDING IN DE LEVENSSTIJL (1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Wij leven in een bezeten wereld en wij weten het". Met deze woorden begon de grote historicus Huizinga in de dertiger jaren één van zijn beroemde werken. Hij gaf met deze bartekreet op klemmende wijze uitdrukking aan zijn verontrusting over het verval van het normbesef in zijn tijd. We vragen ons af hoe Huizinga onze tijd zou hebben gekarakteriseerd, wanneer hij nu nog zou leven? De geest van onze tijd kenmerkt zich in nog veel sterkere mate dan de dertiger jaren door wetteloosheid, bandeloosheid, het uitleven van eigen hartstochten en het volgen van eigen inzichten.
Grote veranderingen hebben zich de laatste decennia in onze samenleving voltrokken, met name op kerkelijk, politiek en zedelijk gebied. Normen en principes die jarenlang hun geldingskracht hebben gehad, verschuiven of worden vervangen. De grondoorzaak van deze ontwikkeling moet worden gezocht in het feit dat het onfeilbaar Woord van God, dat niet tijdgebonden maar altijd en overal gezaghebbend is, steeds meer van zijn goddelijke autoriteit wordt beroofd.
Grote zorg moet ons vervullen voor onze kinderen, die opgroeien in deze ontkerstende wereld en blootgesteld zijn aan grote geestelijke gevaren. Hoe groot is daarom de verantwoordelijkheid, die in de eerste plaats de ouders dragen, om hun kinderen op te voeden naar de vaste lijn van Gods Woord.
Deze opvoeding is een goddelijke opdracht, een dure plicht, waar elke ouder ernst mee behoort te maken. In het Doopsformulier worden de ouders vermaand dat zij gehouden zijn hun kinderen breder te onderwijzen in de leer van de Doop, waarin de gehele inhoud van Gods Woord is begrepen: ellende, verlossing en dankbaarheid. Bij de Doop hebben de ouders voor het aangezicht van de Heere beloofd het gedoopte kind naar hun vermogen te onderwijzen en te doen onderwijzen. Op deze belofte komt de Heere eenmaal terug. Hij vraagt ons rekenschap van ons rentmeesterschap.

Naar welke school?
In de opvoeding behoort een nauwe relatie, een eenheid te bestaan tussen gezin, kerk en school. Daarom is de keuze van de school voor het kind van het grootste belang. De school heeft immers een aanvullende taak in de opvoeding die de ouders geven.
Het onderwijs dat op school gegeven wordt behoort, overeenkomstig de doopbelofte, aan te sluiten bij de opvoeding in het gezin. Wanneer er geen overeenstemming is, wordt door de school afgebroken wat in het gezin is opgebouwd.
Luther heeft in dit verband gezegd: "Waar evenwel de Heilige Schrift niet regeert, daar raad ik voorwaar niemand aan zijn kinderen erheen te zenden. Alles moet te gronde gaan wat niet zonder ophouden Gods Woord beoefent."
Toen de jonge Kerk der Reformatie in ons land in 1565 te Antwerpen in vergadering bijeenkwam terwijl de vervolgingen woedden, heeft ze zich reeds met het onderwijs beziggehouden. Hieruit blijkt het grote belang dat deze Antwerpse Pinkstersynode daaraan hechtte. Zij sprak toen als haar overtuiging uit: "De ouders moeten als herders van hun gezinnen hun kinderen, om ze te vormen in de vreze Gods, niet naar scholen of andere huizen zenden, waar die kinderen bedorven zouden kunnen worden of aangetast door een slechte levenswandel of leer."
Men heeft er blijk van gegeven duidelijk te hebben ingezien dat wij onze kinderen niet mogen blootstellen aan allerlei invloeden en levensbeschouwelijke opvattingen. Dit werkt verwarring en twijfel in de hand. Onze jongeren hebben een beschermde omgeving nodig, omdat ze de confrontatie met andersdenkenden, die door het onderwijs hun meningsvorming en overtuiging diepgaand kunnen beïnvloeden, nog niet aankunnen.

Reformatorisch onderwijs.
Gelukkig zijn wij op het terrein van het onderwijs in ons land rijk bevoorrecht, daar er een grondwettelijke vrijheid is om scholen te stichten waar het onderwijs geheel staat onder het gezag van Gods Woord en waar de leerlingen gewezen wordt op de noodzaak van wedergeboorte en bekering. Als vrucht van deze vrijheid is het voor veel kinderen van onze gezindte mogelijk, reformatorische basisscholen te bezoeken. Daarnaast zijn er de laatste tijd ook verschillende reformatorische scholen voor het voortgezet onderwijs in het leven geroepen.
De naam "reformatorisch" is gekozen om deze scholen te karakteriseren en ze te onderscheiden van de scholen die "christelijk" of "gereformeerd" genoemd worden. Door de verwatering van het christelijk element op veel protestants- christelijke scholen hebben de benamingen "christelijk" en "gereformeerd" veel aan waarde ingeboet.
De benaming "reformatorisch" laat de verbondenheid zien met de Reformatie. De reformatoren hebben het Woord van God weer aan het licht gebracht en op grond van dat Woord geleerd dat de Heilige Schrift onfeilbaar en volmaakt is: Sola Scriptura. De mens kan alleen zalig worden uit genade: Sola gratia. Alleen door het geschonken geloof krijgt hij deel aan de weldaden, die Christus door Zijn dood en opstanding verworven heeft: Sola fide. Dit sluit de verantwoordelijkheid van de mens niet uit. De school die zich "reformatorisch" noemt verplicht zich, dat ze zich laat leiden door de beginselen van de Reformatie en aldus Gods Woord centraal stelt als regel voor leer en leven.
Op de besturen van onze reformatorische scholen, op de schoolleiding en het personeel rust de dure roeping ervoor te waken dat het begrip "reformatorisch" niet uitslijt, zoals dit met de benamingen "christelijk" en "gereformeerd" is gebeurd. Voor het behoud van de reformatorische identiteit van de school is ondermeer een selectief benoemingsbeleid van het bestuur noodzakelijk. Van het te benoemen personeel moet niet alleen worden geëist dat ze de Heilige Schrift en de drie Formulieren van Enigheid onderschrijven, maar ook dat zij zich zowel in hun particuliere leven als binnen het onderwijs aan deze grondslag zullen houden.
Ook is het van belang dat de ouders, die voor hun kinderen voor reformatorisch onderwijs hebben gekozen, achter de principes van de school staan. Immers, het eigen karakter van een reformatorische school moet niet alleen te herkennen zijn aan de leer, maar ook aan de levensstijl en levensopenbaring van de leerlingen.

Een christelijke levensstijl.
De Heere eist van ons allen, hoofd voor hoofd, een christelijke levensstijl. Hij maakt ons in Zijn Woord bekend wat goed is en wat Hij van ons vraagt. Op vele plaatsen in Gods Woord worden we opgeroepen tot een levenswandel waardoor God verheerlijkt wordt. Paulus roept de Efeziërs toe: "Wandelt als kinderen des lichts; wandelt in de liefde; wandelt niet meer gelijk de andere heidenen wandelen in de ijdelheid huns gemoeds". Petrus houdt ons in zijn brief voor: "Houdt uw wandel eerlijk onder de heidenen; opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken, als van kwaaddoeners, zij uit de goede werken die zij in u zien God verheerlijken mogen in de dag der bezoeking".
Duidelijk blijkt, dat onze gedragingen ons behoren te onderscheiden van niet-christenen.
Wij zijn geschapen naar het beeld van God; dit moet uit ons gedrag blijken; wij behoren te wandelen, gelijk Christus gewandeld heeft, zegt de apostel Johannes.
Onze kinderen hebben het voorrecht dat ze gedoopt zijn. Toen ze nog slechts enkele weken oud waren heeft de Heere bij de Doop getoond, dat Hij bijzondere bemoeienissen met hen houdt. Door de Doop heeft de Heere hen afgezonderd van de kinderen van de wereld.
Hij heeft in de Doop beloofd en verzegeld dat Hij tot in eeuwigheid aan Zijn verbond zal gedenken. In een weg van wedergeboorte en bekering wil de Heere ook de God van kinderen zijn. Het teken van de Doop is niet zichtbaar op het voorhoofd van onze kinderen, maar het feit dat ze gedoopt zijn behoort wel merkbaar te zijn in hun leven.
Wanneer het gezin niet dezelfde geestelijke sfeer ademt als die waaruit de school is voortgekomen, onstaat heel gemakkelijk de situatie dat de school ten opzichte van het gezin corrigerend op moet treden. Pedagogisch is dit voor het kind niet goed; het komt hierdoor in een spanningsveld.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 1986

De Saambinder | 8 Pagina's

DE UITSTRALING VAN DE SCHRIFTGEBONDEN OPVOEDING IN DE LEVENSSTIJL (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 1986

De Saambinder | 8 Pagina's