Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VAN DE VERDIENSTELOOSHEID DER GOEDE WERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAN DE VERDIENSTELOOSHEID DER GOEDE WERKEN

Zondag 24a

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zondag 23 wijst ons Christus als de enige grond van zaligheid aan. Ook valt zelfs het geloof als grond in de rechtvaardigmaking weg.
Guido de Brés leert ons in artikel 22 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: "Doch wij verstaan niet dat het om eigenlijk te spreken het geloof zelf is dat ons rechtvaardigt want het is maar een instrument waarmede wij Christus onze Rechtvaardigheid omhelzen". De van God afgevallen mens geeft echter de strijd zomaar niet op. Wij zijn openbare of heimelijke vijanden van vrije genade. Wij willen in geestelijk opzicht gesproken niet uit de beurs van een ander leven. (Ursinus en Olevianus wisten dat. Zij wisten dat er ook in hun tijd zeer veel mensen waren die zich zonder meer niet bij deze waarheid neerlegden.
Vraag 62 luidt: "Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn?"
Ons natuurlijk hoogmoedig hart wil noch kan de verdiensteloosheid van de goede werken erkennen. Het bitterste verzet komt openbaar als het gaat om de uiterste verhoging van God en de diepste vernedering van de mens. Wat is dat voor een leer waar de mens niets bij kan worden? Waren het niet de Farizeën die zich een eigengerechtigheid voor God hadden opgebouwd? De Farizeër die staande in de tempel bad, vertrouwde bij zichzelf dat hij rechtvaardig was. Zijn goede werken waren zijn rechtvaardigheid voor God. Wat was die man dankbaar dat hij niet was als andere mensen!
Hij vastte tweemaal per week en gaf de tienden van alles wat hij bezat. Daar kon die goddeloze tollenaar niet aan tippen. De goede werken van de Farizeër waren zijn gerechtigheid voor God helemaal en zelfs geen stuk of gedeelte daarvan. En waar had deze hovaardige pocher totaal geen begrip van? Hij wist niet dat nu juist goddelozen gerechtvaardigd worden om niet uit Zijn genade die in Christus Jezus is.
Er zijn ook mensen die wel willen aannemen dat de Zoon van God in de wereld gekomen is om zondaren zalig te maken, maar dat er nu helemaal niets van de mens bij kan, wil er bij hen niet in. Waarom kan er van de mens niets bij? Waarom geen gedeelte, al is het maar een klein stukje?
Luther heeft eens gezegd dat de paap in aller hart zit. Rome is geen macht enkel buiten onze muren. Waar moeten we vooral bij de verklaring van Zondag 24 op letten? Deze zondag spreekt van de rechtvaardigmaking in verband met de goede werken.
De goede werken tellen wel in het stuk der heiligmaking, maar niet in het stuk der rechtvaardigmaking. Velen zien dat verband niet; of ze willen het niet zien. De remonstranten leren dat er bij God een genadige aanneming is van onze goede werken. De Heere taxeert goedgunstig onze goede werken en wat gebrekkig is ziet Hij door de vingers.
Maar Gods Woord leert ons dat de Heere niets door de vingers ziet. Zou Hij de zonde ongestraft laten? Dan zou Hij ophouden God te zijn. Pelagius loochende de val van Adam en mitsdien de erfzonde.
Christus was een voorbeeld om tot verbetering op te wekken, aldus Pelagius. Die in Christus is, is echter geen verbeterd schepsel, maar een nieuw schepsel.
Rome beweert dat de gerechtigheid van Christus door goede werken moet worden aangevuld. Christus verdiende wel de zaligheid, maar wij moeten die ons waardig maken. Christus droeg wel de eeuwige straf, maar niet de tijdelijke.
In de catechismus der Nederlandse bisdommen wordt in vraag 108 gevraagd: "Voor wie is Je/.us gestorven?" Het antwoord luidt: "Jezus is voor alle mensen gestorven".
In vraag 109 wordt gevraagd: "Waarom zullen niet alle mensen zalig worden?" Antwoord: "Niet alle mensen zullen zalig worden omdat zij niet allen met Gods genade meewerken".
Wij moeten dus volgens Rome, met Gods genade meewerken. Maar Gods Woord leert ons dat de mens niet anders doet dan tegenwerken.
Alleen als de Geest Gods de zondaar overtuigt en overbuigt zal hij zijn verzet opgeven. Dan zal hij uitroepen: "Gij hebt mij overreedt en ik ben overreed geworden, Gij zijt mij te sterk geworden en hebt overmocht".
Zullen onze goede werken in het gericht Gods tellen, dan moeten zij gans volkomen en der wet Gods in alle stukken gelijkvormig zijn. De Heere neemt alleen genoegen met iets dat volkomen is. Zullen we Hem iets brengen dat blind of kreupel is?
De Heere zei tot Mozes in Egypteland: "Gij zult een volkomen lam hebben, een manneken, een jaar oud; van de schapen of van de geitenhokken zult gij het nemen". Van Wie is dat lam een beeld? Petrus spreekt in zijn zendbrief van het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam.
Kunnen wij met onze gerechtigheid voor Gods gericht bestaan? Zijn onze goede werken gans volkomen en der wet Gods in alle stukken gelijkvormig? Geef dan antwoord op de volgende vragen.
Is uw bidden volkomen? Het gebed is het voornaamste stuk der dankbaarheid 't welk God van ons vordert.
Paulus zegt: "Wij weten niet te bidden gelijk het behoort". Zullen wij het dan wel weten?
Dwalen onze gedachten niet gedurig af terwijl we bidden? Voor alles is nodig de Geest der genade en der gebeden, maar ook is ons verstand nodig om te bidden.
Is onze kerkgang volkomen? Wordt het niet veel een sleur en gewoonte? Is er al een kerkdienst aan de kerkdienst voorafgegaan? Waren onze genegenheden brandende om 's Heeren voorhof in te treên? Is er voor de leraar gebeden die ook niet weet te bidden zoals het behoort? Is uw liefdadigheid volkomen?
Jakobus zegt: "De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en de Vader is deze: "Wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking en zichzelf onbesmet bewaren van de wereld".
O, welk een tekort aan 's mensen zijde. Velen zeggen met Kaïn: "Ben ik mijns broeders hoeder?"
En hoe staat het met de onderhouding van Gods wet? Denk aan de hoofdsom der wet, ons door Christus geleerd. Hebben we God lief boven alles? Deze liefde moet zijn met geheel ons hart, ziel, verstand en geheel onze kracht.
Onze naaste moeten we liefhebben als onszelf.
We moeten jegens hem geduld, vrede, zachtmoedigheid, barmhartigheid en alle vriendelijkheid bewijzen, zijn schade, zoveel als ons mogelijk is, afkeren, en ook onze vijanden goed doen.
Als we hieraan beantwoorden dan zijn onze goede werken volkomen en der wet Gods in alle stukken gelijkvormig.
Dat het onze aandacht niet ontga dat het in zondag 24 gaat over de goede werken die Gods volk doet na ontvangen genade.
En wat zegt nu het ontdekte volk van God? Zij stemmen in met het slot op het antwoord van vraag 62: "En dat ook onze beste werken in dit leven alle onvolkomen en met zonden bevlekt zijn".

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 1987

De Saambinder | 8 Pagina's

VAN DE VERDIENSTELOOSHEID DER GOEDE WERKEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 1987

De Saambinder | 8 Pagina's