Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Moeder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Moeder

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij sprak en zeide
ln 't zaêlzich wendend:
Vaarwel, o moeder,
Nooit keer ik weêr....
En door de lanen
Zag zij hem gaan en
Sprak geen vervloeking maar weende zeer.

Sprak geen vervloeking.... ,
Doch, bijna blijde,
Beval den maegden:
Laat immermeer
De zetels staan en
De lampen aan en
De poort geopend, de slotbrug neer.

En toen, na jaren,
Melaatsch, een zwerver
Ter poorte klaagde:
Uw zóón keert weer....
Zag zij hem aan en
Vond geene tranen,
Voor zooveel vréugde geen tranen meer.


Geerten Gossaert

Dit gedicht voert ons in gedachten naar vervlogen tijden terug: poort, slotbrug zA. Kennelijk hebben we met een adellijke familie te maken, waarvan er hier twee genoemd worden: moeder en zoon. Als regel is de band tussen die twee zeer hecht, 't Kan ook anders, dat zien we hier. Deze jongen gaat in arren moede het huis uit, voorgoed!
Wat is er gebeurd? We weten het niet. Maar voor de moeder is het een schokkend feit: ze weende zeer. Toch barst ze niet in woede los, en ze spreekt geen vervloeking uit over deze ontaarde zoon. Integendeel: kalm en beheerst beveelt ze alles gereed te houden voor zijn terugkeer. Daar rekent ze dus op. Zo'n houding kan alleen begrepen worden door een moeder die een kind onder het hart gedragen heeft.
Ze wacht, jaar in, jaar uit! En dan, na jaren, keert hij weerom. Niets is er meer over van zijn brallende trots: een hoopje ellende, een melaatse zwerver.
En nu het wonderlijke: geen woord van verwijt, maar een onuitsprekelijke blijdschap welt op uit het moederhart en vol ontferming ziet ze haar kind aan.
Gossaerts woordgebruik is wat men noemt archaïsch, d.w.z. ouderwets. Het doet ons denken aan de bijbeltaal: hij sprak en zeide, vaarwel, o moeder, weende zeer e.d. Dit past trouwens ook in de sfeer van het verleden, waarover ik al eerder sprak.
In dit gedicht herkennen we heel duidelijk het verloren-zoon- motief, dat in het werk van Gossaert vaker aan de orde komt. Het herinnert ons aan de bekende parabel (gelijkenis) van de Verloren Zoon uit de Bijbel.
Er is echter een belangrijk verschil: hier is de moeder de ouder-figuur die barmhartigheid voor recht laat gelden, terwijl in de genoemde gelijkenis de vader zijn zoon in genade weer aanneemt.
Een en ander verleent dit gedicht een typisch karakter. Ook het feit dat de handeling plaats grijpt in het verre verleden op een kasteel sluit hierbij aan en verhoogt de eenheid van stofuitbeelding. De diep menselijke bewogenheid van de moederfiguur krijgt tegen deze achtergrond een des te waardiger en verfijnder relief.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 1987

De Saambinder | 8 Pagina's

De Moeder

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 1987

De Saambinder | 8 Pagina's